Tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 46, eerste lid van de Wet gewasbeschermingsmiddelen
en biociden voor het eenvoudiger in de handel brengen van biociden in verband met
de uitbraak COVID-19 (Vrijstelling eenvoudig in de handel brengen desinfectiemiddelen
COVID-19 2020)
De minister voor Milieu en Wonen,
Handelende in overeenstemming met de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
Gezien het verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 3 april
2020 (kenmerk 1666969-203603-PG) tot vrijstelling van de in de toelating opgenomen
specificaties voor productielocaties, verpakkingen en etiketten voor het op de markt
aanbieden van in Nederland toegelaten desinfectiemiddelen, evenals voor het op de
markt aanbieden van gebruiksklare oplossingen van geconcentreerde desinfectiemiddelen,
voor professioneel gebruik in de zorg ten behoeve van de bestrijding van infecties
ten tijde van de uitbraak van het coronavirus SARS-CoV-2;
Gelet op artikel 46, eerste lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 55 van Verordening (EU) nr. 528/2012;