3. Goedkeuring
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
Ik acht het doelmatig en wenselijk dat de praktijk desgewenst de voorgenomen wijziging
al met ingang van 1 mei 2016 kan toepassen. Daarom keur ik het volgende goed.
Goedkeuring
Ik keur goed dat de toepassing van artikel 3, eerste lid, onderdeel g, van de Wet LB en van de bijbehorende verwijzing in artikel 7, onderdeel 1o, van de Wet LB achterwege blijft.
Deze goedkeuring geldt tot 1 januari 2017, aangezien een wetsvoorstel is aangekondigd
waarin per die datum de zogenoemde fictieve dienstbetrekking van een commissaris wordt
afgeschaft.
Toelichting
Het gebruik van de goedkeuring is uiteraard optioneel en alleen mogelijk als het betrokken
lichaam en de commissaris dat allebei willen. Anders blijft de inhoudingsplicht ongewijzigd,
evenals de verplichting om de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet te betalen.
Voortzetting van het regime van de fictieve dienstbetrekkingen is in de meeste gevallen
ook mogelijk nadat het genoemde wetsvoorstel tot wet is verheven en die wetswijziging
in werking is getreden, maar dan volgens de zogenoemde opting-inregeling (zie artikel 4, onderdeel f, van de Wet LB en artikel 2g van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965). Beide mogelijkheden bieden een basis om bijvoorbeeld gebruik te (blijven) maken
van de zogenoemde 30%-regeling, mits ook aan de overige voorwaarden voor het in aanmerking
komen van deze regeling is voldaan (zie artikel 31a, tweede lid, onderdeel e, van de Wet LB en het arrest van 12 oktober 2007, nr. 42969, ECLI:NL:HR:2007:BA2622). Bij gebruikmaking
van de opting-inregeling is de commissaris echter wel zelf de inkomensafhankelijke
bijdrage voor de Zorgverzekeringswet verschuldigd.