[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Controle- en Rapportageprotocol 2004 Regeling uitkeringen kinderopvang 2004
Inleiding
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Het doel van de Regeling uitkeringen kinderopvang 2004 is gemeenten een financiële
bijdrage te verlenen voor het behoud van zoveel mogelijk opvangplaatsen gedurende
2004. Aan een opvangplaats in de Regeling uitkeringen kinderopvang 2004 worden de
volgende voorwaarden gesteld:
• In een overeenkomst of subsidiebeschikking vastgelegd (cf. artikel 2). De voorwaarden
waaraan de overeenkomst of subsidiebeschikking moet voldoen, zijn in artikel 3 opgenomen.
• Geheel door de gemeente gesubsidieerd of gefinancierd of gedeeltelijk door de gemeente
gesubsidieerd of gefinancierd én gedeeltelijk door een ouderbijdrage, die inkomensafhankelijk
is (cf. artikel 2 en artikel 3 onderdeel c).
• Niet zijnde een KOA-opvangplaats (cf. artikel 1, lid 2).
Eventuele uitbreidingen van opvangplaatsen worden niet vergoed. Blijkt na afloop van
de regeling dat het totale aantal opvangplaatsen in een gemeente is afgenomen ten
opzichte van de bij de aanvraag opgegeven aantal, dan wordt de afname teruggevorderd.
Ingevolge artikel 8, vierde en vijfde lid, van de Regeling uitkeringen kinderopvang
2004 draagt Burgemeester en Wethouders zorg voor de tijdige inzending van het verantwoordingsformulier
en de daarop betrekking hebbende accountantsverklaring. Deze verklaring wordt afgegeven
op basis van een onderzoek dat met inachtneming van het terzake vastgestelde controle-
en rapportageprotocol is uitgevoerd (artikel 8, lid 7).
Het aantal opvangplaatsen in 2004, welke in een overeenkomst of subsidiebeschikking
tussen gemeente en kindercentra vastgelegd zijn, bepalen in belangrijke mate de definitieve
vaststelling van de uitkering. De uitkering kan niet hoger worden vastgesteld dan
het verstrekte voorschot.
De gemeente geeft de aantallen opvangplaatsen over 2004 op het verantwoordingsformulier
aan. De gemeente dient hierbij zorg te dragen dat er alleen rechtmatige opvangplaatsen
worden opgenomen op het verantwoordingsformulier (artikel 8, lid 2).
Indien de verleningsbeschikking betrekking heeft op een verleende uitkering, gebaseerd
op 18,7 opvangplaatsen of meer (cf. artikel 50 in het Bekostingsbesluit welzijnsbeleid),
dient de bij de gemeente fungerende accountant door middel van de accountantsverklaring
een oordeel te geven over de getrouwheid (juistheid, tijdigheid en volledigheid) en
rechtmatigheid van de op het verantwoordingsformulier opgenomen aantallen opvangplaatsen
over 2004.
Het controle- en rapportageprotocol 2004 heeft de volgende indeling:
Algemene uitgangspunten
Het accountantsonderzoek
1.1. Het onderwerp van onderzoek
1.2. De reikwijdte van de accountantsverklaring
1.3. De te hanteren toleranties
Het verantwoordingsformulier
Aandachtspuntenlijst Regeling uitkeringen kinderopvang 2004.
IV. Model Accountantsverklaring
Algemene uitgangspunten
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Het accountantsonderzoek
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Het onderzoek door de accountant omvat de controle op de aantallen van de opvangplaatsen
over 2004 en de bedragen, zoals door de gemeente ingevuld op het verantwoordingsformulier
(artikel 8, lid 3):
1.1 Het onderwerp van onderzoek
De gemeente vult de aantallen opvangplaatsen over 2004 op het verantwoordingsformulier
in, welke uitgangspunt is voor de controle door de accountant. De accountantscontrole
richt zich niet op de beoordeling of de gemeente hun aanwezige opvangplaatsen uit
2003 in stand hielden in 2004.
De controle richt zich op de vaststelling van de getrouwheid en rechtmatigheid van
de door de gemeente op het verantwoordingsformulier ingevulde aantallen en bedragen.
In de aandachtspuntenlijst zijn de te toetsen bepalingen inzake de rechtmatigheid
opgenomen.
De toetsing heeft voornamelijk betrekking op het vaststellen dat de overeenkomsten
of subsidiebeschikkingen (en de daarin opgenomen opvangplaatsen) aan de gestelde eisen
voldoen. De realisatie van de opvangplaatsen bij de kindercentra is geen onderwerp
van onderzoek.
1.2 De reikwijdte van de accountantsverklaring
De gemeente neemt op het verantwoordingsformulier alleen aantallen opvangplaatsen
op die voldoen aan de gestelde voorwaarden in de Regeling uitkeringen kinderopvang
2004 (artikel 8, lid 2). Indien niet voldaan is aan de gestelde eisen, zijn de opvangplaatsen
niet declarabel en moeten gecorrigeerd worden op het verantwoordingsformulier.
De accountantsverklaring heeft betrekking op de door de gemeente op het verantwoordingsformulier
ingevulde aantallen en bedragen, alsmede op die aspecten van de regeling die zijn
genoemd in de aandachtspuntenlijst en de eventueel naar aanleiding van de regeling
uitgebrachte circulaires.
Voor de verklaring moet gebruik gemaakt worden van het door het Ministerie verstrekte
model (zie bijlage 4, als bedoeld in artikel 8, vijfde lid, van de Regeling uitkeringen
kinderopvang 2004). Er geldt een verplicht te gebruiken tekst waaruit tenminste blijkt
dat de controle is uitgevoerd met expliciete inachtneming van de in dit controle-
en rapportageprotocol gegeven voorschriften.
Eisen, die aan de accountantsverklaring worden gesteld, zijn:
-
• het moet een goedkeurende verklaring zijn (cf. artikel 8, lid 5);
-
• de verklaring moet volgens het controleprotocol zijn opgesteld (cf. artikel 8 lid
7);
-
• er moet een handtekening van de accountant op staan;
-
• het aantal bijlagen moet overeen komen met het aantal genoemde bijlagen op de verklaring;
-
• de bijlagen moeten door de accountant worden gewaarmerkt als behorende bij de accountantsverklaring;
Indien aan bovenstaande punten niet wordt voldaan, dan wordt de accountantsverklaring
aan de gemeente geretourneerd. De minister accepteert alleen goedkeurende verklaringen.
De gemeente mag immers alleen opvangplaatsen verantwoorden die rechtmatig zijn (artikel
8, lid 2).
1.3 De te hanteren toleranties
De goedkeuringstolerantie bedraagt 1 %.
Er is sprake van fouten (onrechtmatigheden) indien niet is voldaan aan één of meer
van de gestelde voorwaarden zoals vastgelegd in de Regeling uitkeringen kinderopvang
2004 en de aandachtspuntenlijst of indien niet vastgesteld kan worden dat is voldaan
aan deze voorwaarden.
Indien er fouten worden geconstateerd vóór 31 december 2004, die van toepassing kunnen
zijn op de gehele massa, dient de gehele massa op dit aspect te worden onderzocht
en gecorrigeerd. Dit volgt uit artikel 8, lid 2 (alleen rechtmatige opvangplaatsen
declareren). De fouten zijn tot en met 31 december 2004 corrigeerbaar, aangezien tot
die tijd de overeenkomsten of subsidiebeschikkingen mogen worden opgesteld of aangepast.
Indien er fouten worden geconstateerd ná 31 december 2004, zijn deze fouten niet meer
corrigeerbaar, aangezien de overeenkomsten of subsidiebeschikkingen niet meer kunnen
worden herzien. Voor de geconstateerde fouten dient voor het foutaspect de gehele
massa te worden onderzocht. Alle fouten die hierbij zijn geconstateerd, moeten in
mindering worden gebracht op het aantal opvangplaatsen op het verantwoordingsformulier.
Dit volgt uit artikel 8, lid 2 waarin is bepaald dat de foutieve opvangplaatsen niet
declarabel zijn. Wijzigingen achteraf in de overeenkomsten/subsidiebeschikkingen of
achteraf bijgevoegde bijlagen, alsmede het antidateren van overeenkomsten of subsidiebeschikkingen
zijn onrechtmatig. Geconstateerde fouten ná 31 december 2004 kunnen achteraf dus niet
hersteld worden.
Het verantwoordingsformulier
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
– Vaststellen dat de in het verantwoordingsformulier verantwoorde aantallen opvangplaatsen
in 2004 juist, volledig en tijdig zijn;
– Vaststellen dat met betrekking tot de in het verantwoordingsformulier verantwoorde
aantallen opvangplaatsen in 2004 de voorwaarden, zoals vastgelegd in de Regeling uitkeringen
kinderopvang 2004 en circulaires, zijn nageleefd (rechtmatigheid);
– Vaststellen dat gebruik is gemaakt van het door het ministerie voorgeschreven en
verstrekte verantwoordingsformulier en dat deze volledig en tekstueel ongewijzigd
is ingevuld (cf. artikel 8, derde lid);
– Vaststellen dat de opgegeven aantallen opvangplaatsen in 2003 en de vastgestelde
drempelaantallen (onderdelen a en f op het verantwoordingsformulier) overeenkomen
met de aantallen vermeld in de verleningsbeschikking van het ministerie;
– Vaststellen dat het verantwoordingsformulier rekenkundig juist is ingevuld.
Aandachtspuntenlijst Regeling uitkeringen kinderopvang 2004
[Regeling vervallen per 01-01-2005]
Aandachtspunten in de controle naar aanleiding van de voorwaarden die aan een opvangplaats
(artikel 1, lid 2 en artikel 2), een overeenkomst/subsidiebeschikking (artikel 3)
en de verantwoording (artikel 8) worden gesteld:
– Vaststellen dat er voor de opgegeven aantallen opvangplaatsen overeenkomsten of
subsidiebeschikkingen zijn tussen gemeente en kindercentra (artikel 2 en artikel 8,
lid 2).
– Vaststellen dat in de overeenkomst of subsidiebeschikking is opgenomen dat de door
de gemeente gesubsidieerde opvangplaatsen voldoen aan de gestelde urencriteria van
tenminste 1.050 uren buitenschoolse opvang, respectievelijk 2.160 uren hele dagopvang
per jaar (artikel 3, onderdeel a).
– Vaststellen dat in de overeenkomst of subsidiebeschikking de voorwaarde is opgenomen
dat deze opvangplaatsen geheel óf gedeeltelijk door de gemeente worden gefinancierd/gesubsidieerd.
Indien de opvangplaatsen gedeeltelijk door de gemeente worden gefinancierd/gesubsidieerd
dient tevens als voorwaarde opgenomen te worden dat er voor deze opvangplaatsen een
ouderbijdrage geldt, die inkomensafhankelijk is (artikel 3, onderdeel c).
– Vaststellen dat het in de overeenkomst of subsidiebeschikking toegezegde subsidiebedrag
door de gemeente daadwerkelijk aan het kindercentrum is overgemaakt of verrekend met
overschotten van voorgaande jaren (artikel 3, onderdeel b).
– Vaststellen dat in de overeenkomst of subsidiebeschikking de voorwaarde is opgenomen
dat het verleende bedrag door de gemeente aan het kindercentrum niet bestemd is voor
KOA- plaatsen (artikel 3, onderdeel d).
– Vaststellen dat in de overeenkomst of subsidiebeschikking is opgenomen de wijze
waarop het kindercentrum verantwoording aflegt aan de gemeente over de realisatie
van de opvangplaatsen en naleving van de gestelde subsidievoorwaarden (artikel 3,
onderdeel e en f).
– Vaststellen dat de overeenkomst of subsidiebeschikking betrekking heeft op het jaar
2004 en tot stand is gekomen vóór 1 januari 2005 (gedateerd c.q. getekend vóór 1 januari
2005). Overeenkomsten of subsidiebeschikkingen, welke betrekking hebben op 2004, maar
getekend en/of gedateerd zijn in 2005, voldoen niet aan de voorwaarden en zijn derhalve
niet declarabel (artikel 3, onderdeel g). Opvangplaatsen die in 2004 ingekocht zijn,
maar betrekking hebben op het jaar 2003 of 2005 zijn eveneens niet declarabel.
– Vaststellen dat het aantal opvangplaatsen in 2004 volgens de overeenkomsten of subsidiebeschikkingen
in totaal aansluit met de door de gemeente opgegeven aantallen.
– Vaststellen dat de kindercentra, waar de gemeente een financiële relatie mee heeft
inzake de opvangplaatsen, een verklaring hebben, waaruit blijkt dat aan de in een
gemeentelijke verordening gestelde eisen is voldaan (artikel 1, lid 1 onderdeel d).
Deze verklaring kan ook een vergunning zijn.
– Vaststellen dat de overeenkomst of subsidiebeschikking ten behoeve van de uitvoering
van de Regeling uitkeringen kinderopvang 2004 voldoet aan het gestelde in artikel
3 van de Regeling uitkeringen kinderopvang 2004.
– Vaststellen dat de gemeente alleen rechtmatige opvangplaatsen heeft gedeclareerd
op het verantwoordingsformulier (artikel 8, lid 2).
Een nadere toelichting op de begrippen is opgenomen in de Toelichting bij de Regeling
uitkeringen kinderopvang 2004.
IV. Model Accountantsverklaring
De voorgeschreven tekst voor de accountantsverklaring is opgenomen in bijlage 4, als
bedoeld in artikel 8, vijfde lid, van de Regeling uitkeringen kinderopvang 2004.