Wet van 28 april 1994, tot vaststelling van regels met betrekking tot de verevening
van pensioenrechten bij echtscheiding of scheiding van tafel en bed (Wet verevening
pensioenrechten bij scheiding) en daarmede verband houdende wijzigingen in andere
wetten
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een wettelijke regeling
te treffen met betrekking tot de verevening van pensioenrechten bij echtscheiding
of scheiding van tafel en bed en in verband hiermee enige andere wetten te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: