Tijdens de uitoefening van de dienst dragen de volgende ambtenaren van politie een
politielegitimatiebewijs volgens het model, bedoeld in bijlage 1 bij deze regeling,
bij zich:
-
a. de ambtenaar van politie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a en c, van de Politiewet 1993, die werkzaam is bij een regionaal politiekorps, met uitzondering van de adspirant
voor de duur dat hij geen praktijkstage volgt;
-
b. de door de korpsbeheerder aangewezen ambtenaren als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b, van de Politiewet 1993, die over opsporingsbevoegdheid beschikken.
De korpsbeheerder draagt zorg voor een behoorlijk toezicht op de bewaring van het
te verstrekken politielegitimatiebewijs.
De ambtenaar, bedoeld in artikel 1, meldt vermissing, ontvreemding en geheel of gedeeltelijk tenietgaan van zijn politielegitimatiebewijs
terstond aan de korpsbeheerder. De korpsbeheerder stelt het Korps landelijke politiediensten
in kennis van elke vermissing of ontvreemding van een politielegitimatiebewijs.
-
1 Bij overlijden of beëindiging van het dienstverband van de ambtenaar, bedoeld in artikel 1, of bij vervanging van het politielegitimatie-bewijs neemt de korpsbeheerder het
politielegitimatiebewijs in.
Het politielegitimatiebewijs, verstrekt op basis van de beschikking van Onze Ministers
van Justitie en van Binnenlandse Zaken tot vaststelling van een politielegitimatie
(Stcrt. 1958, 32), wordt uiterlijk 1 juni 1994 ingeleverd bij en vernietigd door de
korpsbeheerder en behoudt tot het moment dat het is ingeleverd, zijn geldigheid.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 1994.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling politielegitimatiebewijs.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant en het Algemeen Politieblad
worden gepubliceerd.
Het model van het legitimatiebewijs is het model zoals dat is opgenomen in het handboek
politielogo en huisstijl 1993 dat ter inzage ligt bij de bibliotheek van het ministerie
van Binnenlandse Zaken, Schedeldoekshaven 200, 's-Gravenhage.
Het politielegitimatiebewijs wordt als volgt geprepareerd:
Het politielegitimatiebewijs wordt voorzien van een zwart/wit pasfoto van de ambtenaar.
Het formaat van de pasfoto is 25 bij 32 millimeter. De foto wordt van het vooraanzicht
van het gelaat genomen.
De op het model van het politielegitimatiebewijs aangegeven gegevens worden ingevuld.
Het politielegitimatiebewijs van de korpschef wordt ondertekend door de korpschef
en de korpsbeheerder. Het politielegitimatiebewijs van de overige ambtenaren van politie,
bedoeld in artikel 1, wordt ondertekend door de ambtenaar en de korpschef of een door
deze aangewezen ambtenaar.
Het politielegitimatiebewijs wordt gelamineerd met een door het Korps landelijke
politiediensten te verstrekken pouche waarin een kinegram met het politielogo is verwerkt.
Het kinegram wordt geplaatst op de pasfoto. Het politielegitimatiebewijs wordt gelamineerd
op 115 °C.