Wet betaalbare huur

Toekomstige wijziging(en) op 01-01-2025. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 10-07-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2024 en zichtdatum 01-07-2024.
Geldend van 01-07-2024 t/m heden

Wet van 26 juni 2024 tot wijziging van de Wet goed verhuurderschap, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en enige andere wetten in verband met de regulering van huurprijzen en de bescherming van rechten van huurders (Wet betaalbare huur)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die dezen zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een groter segment huurwoningen te reguleren en de rechten van huurders beter te waarborgen;

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel VI

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zendt binnen vijf jaar en vervolgens elke vijf jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk, waarbij in het bijzonder aandacht wordt besteed aan de betaalbaarheid van huren voor middeninkomens, de investeringen in nieuwbouw en verduurzaming van middenhuurwoningen door particulieren, investeerders en woningcorporaties, de gevolgen voor de omvang van de diverse huursegmenten alsmede de gevolgen voor de woonkansen van verschillende groepen woningzoekenden op de woningmarkt, de uitvoerbaarheid van de middenhuurregulering voor de Huurcommissie en gemeenten en andere effecten van de middenhuurregulering voor huurders en verhuurders.

Artikel VII

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 26 juni 2024

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

H.M. de Jonge

Uitgegeven de achtentwintigste juni 2024

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven