Subsidieregeling verbinding po-vo

[Regeling vervalt per 01-01-2029.]
Geraadpleegd op 20-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-05-2024 en zichtdatum 15-06-2024.
Geldend van 27-04-2024 t/m heden

Regeling van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 5 februari 2024, nr. 43729265, houdende regels voor subsidieverstrekking ten behoeve van de verbetering van de verbinding tussen het primair en voortgezet onderwijs (Subsidieregeling verbinding po-vo)

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2. Toepassing Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS

Deze regeling geldt in aanvulling op de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS.

Artikel 3. Doel van de regeling en te subsidiëren activiteiten

  • 1 De minister kan op grond van deze regeling subsidie verstrekken met als doel scholen te stimuleren om actiever samen te werken, teneinde de doorstroom van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs te versoepelen.

  • 2 De minister kan ten behoeve van het doel, bedoeld in het eerste lid, op grond van deze regeling subsidie verstrekken voor de volgende activiteiten:

    • a. het opstellen van een verbindingsplan in het schooljaar 2024–2025; en

    • b. het uitvoeren van de afspraken in het verbindingsplan in de schooljaren 2025–2026 en 2026–2027.

Artikel 4. Coalitievorming

  • 1 Een coalitie bestaat uit vestigingen van ten minste twee po-scholen en één vo-school.

  • 2 Een po-school, vo-school of so-school kan bij ten hoogste twee coalities aansluiten.

  • 3 Deelname van dezelfde combinaties van po-scholen en vo-scholen aan meer dan één coalitie is niet toegestaan.

Artikel 5. Subsidieplafond

Voor subsidieverstrekking op grond van deze regeling is in totaal een bedrag van € 61.200.000 beschikbaar.

Artikel 6. Penvoerderschap

  • 1 De subsidie wordt verstrekt aan en verantwoord door de penvoerder.

  • 2 Op de penvoerder rusten alle aan de subsidie verbonden verplichtingen, ongeacht welke partij binnen de coalitie feitelijk is belast met de uitvoering van de daarop betrekking hebbende activiteiten.

Artikel 7. Aanvraag

  • 1 De subsidieaanvraag kan door de penvoerder worden ingediend van 14 februari 2024 tot en met 13 maart 2024.

  • 2 Subsidie wordt aangevraagd met gebruikmaking van het aanvraagformulier dat is bekendgemaakt op de website www.dus-i.nl. In het aanvraagformulier is opgenomen:

    • a. hoeveel en welke vestigingen van po-, vo- en so- scholen deelnemen aan de coalitie;

    • b. hoeveel leerlingen op de deelnemende po-scholen in de coalitie tijdens het schooljaar 2023–2024 onderwijs volgen in het achtste leerjaar van het po en over hoeveel schoolklassen deze leerlingen zijn verdeeld;

    • c. in welke schoolsoorten en leerwegen er onderwijs op de deelnemende scholen wordt verzorgd.

  • 3 Bij de aanvraag wordt een samenwerkingsverklaring gevoegd, die is opgesteld met gebruikmaking van het model dat daartoe is bekendgemaakt op de website www.dus-i.nl. De samenwerkingsverklaring bevat een ondertekende verklaring van het bevoegd gezag van elke school die deelneemt aan de coalitie dat de penvoerder gemachtigd is om hen in het kader van de subsidieverstrekking in en buiten rechte te vertegenwoordigen, en dat alle gegevens die noodzakelijk zijn voor de verantwoording door de penvoerder van de besteding van de subsidie, op verzoek aan de penvoerder worden verstrekt.

Artikel 8. Inhoud verbindingsplan

  • 1 In het verbindingsplan, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel a, worden in ieder geval afspraken gemaakt over:

    • a. de vormgeving en werkzaamheden van een stuurgroep po-vo, die bestaat uit ten minste één afgevaardigde per deelnemende vestiging van de po-, vo- en so-scholen in de coalitie, waarbij deze stuurgroep zich in ieder geval bezighoudt met de uitvoering en het bewaken van de nakoming van de afspraken uit het verbindingsplan;

    • b. het uitbreiden van activiteiten binnen de scholen in de coalitie die zijn gericht op het vergroten van ouderbetrokkenheid;

    • c. indien van toepassing, de rol van het samenwerkingsverband bij de uitvoering van de afspraken die in het verbindingsplan zijn opgenomen; en

    • d. indien van toepassing, de wijze waarop gebruik wordt gemaakt van externe partijen als bedoeld in artikel 12.

  • 2 Daarnaast wordt in het verbindingsplan de inzet op ten minste drie van de volgende onderwerpen beschreven:

    • a. afspraken over een systeem waarin de warme overdracht van leerlingen van de po-school naar de vo-school is vastgelegd;

    • b. de wijze waarop leerlingen van de po-school in de gelegenheid worden gesteld om ervaring op te doen op de vo-school;

    • c. de uitwisseling van kennis en ervaring tussen docenten van de po-school en docenten van de vo-school;

    • d. de wijze waarop leerlingen kennis maken en worden voorbereid op de vaardigheden die ze nodig hebben voor het lesaanbod van de vo-school; of

    • e. een ander initiatief dat aantoonbaar bijdraagt aan de doelstelling, bedoeld in artikel 3 eerste lid.

  • 3 Als onderdeel van de inzet op ten minste drie onderwerpen, bedoeld in het tweede lid, wordt in ieder geval het volgende uitgevoerd:

    • a. indien gekozen wordt voor inzet op het onderwerp, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a: een jaarlijkse actieve en mondelinge terugkoppeling vanuit de vo-school aan de po-school, over het verloop van de overgang van de leerling, en de mate waarin de overdrachtsinformatie aansluit bij de ervaring van de vo-school;

    • b. indien gekozen wordt voor inzet op het onderwerp, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b: alle leerlingen uit het achtste leerjaar van de deelnemende po-scholen in een coalitie worden ten minste vijf keer per jaar in de gelegenheid gesteld om ervaring op te doen in het vo;

    • c. indien gekozen wordt voor inzet op het onderwerp, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c: de organisatie van minimaal vijf bijeenkomsten per jaar ten behoeve van de uitwisseling van kennis tussen docenten die werkzaam zijn op de scholen binnen de coalitie;

    • d. indien gekozen wordt voor inzet op het onderwerp, bedoeld in het tweede lid, onderdeel d: het aanbieden van vaardigheden op de po-school die van belang zijn binnen het vo, vooruitlopend op en in afstemming met het aanbod hiervan op de vo-school.

Artikel 9. Omvang en besteding subsidie

  • 1 Het door een coalitie voor de gehele subsidieperiode te ontvangen subsidiebedrag wordt berekend door het aantal deelnemende po-, vo- en so-scholen in de coalitie met € 60.000 te vermenigvuldigen en door het aantal leerlingen, bedoeld in artikel 7, tweede lid, onderdeel b, te vermenigvuldigen met € 225. In afwijking van de vorige volzin wordt het subsidiebedrag, indien een po-school deelneemt aan twee coalities, berekend door het aantal leerlingen, bedoeld in artikel 7, tweede lid, onderdeel b, van de betreffende po-school te vermenigvuldigen met € 112,50.

  • 2 Het subsidiebedrag per aanvraag van een coalitie op Caribisch Nederland wordt omgerekend in US-dollars tegen de vastgestelde wisselkoers bij verstrekking van het voorschot.

  • 3 Als de activiteiten zijn uitgevoerd en aan de verplichtingen is voldaan, kan het niet aangewende deel van de subsidie worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.

Artikel 10. Wijze van verdeling beschikbare middelen

  • 1 Indien het voor subsidieverstrekking beschikbare bedrag, bedoeld in artikel 5, ontoereikend is om alle daarvoor in aanmerking komende aanvragen toe te wijzen, wordt voorrang verleend aan de aanvragen voor scholen in Caribisch Nederland.

  • 2 Vervolgens worden de aanvragen gerangschikt op basis van de gemiddelde relatieve achterstandsscore van een coalitie. Daartoe wordt per coalitie eerst afzonderlijk een gemiddelde achterstandsscore voor de po-scholen en voor de vo-scholen vastgesteld. Per sector worden de coalities van hoog naar laag gerangschikt. Scholen voor speciaal basisonderwijs, bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, blijven hierbij buiten beschouwing. De definitieve rangschikking voor een coalitie wordt vervolgens bepaald door het gemiddelde van de posities op de rangschikkingen per sector te berekenen. De aanvragen worden op basis van de definitieve rangschikking van hoog naar laag toegewezen.

  • 3 Voor de bepaling van de achterstandsscores worden de volgende gegevens gehanteerd:

    • a. voor de berekening van de relatieve achterstandsscore van po-scholen wordt de achterstandsscore gehanteerd zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek, daterend van 1 februari 2023 en gepubliceerd op 16 januari 2024. Met de achterstandsscore zonder drempel en het aantal leerlingen waarmee de achterstandsscore is berekend wordt een relatieve achterstandsscore berekend.

    • b. voor de berekening van de relatieve achterstandsscore van vo-scholen wordt de achterstandsscore voor vmbo, havo en vwo dan wel de achterstandsscore voor praktijkonderwijs gehanteerd, zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek, daterend van 1 oktober 2022 en gepubliceerd op 7 maart 2024. Met de achterstandsscore zonder drempel en het aantal leerlingen waarmee de achterstandsscore is berekend wordt een relatieve achterstandsscore berekend.

  • 4 Indien een so-school of een school voor speciaal basisonderwijs, bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, onderdeel is van de aanvraag, stijgt de positie van een coalitie op de definitieve rangschikking met tien plaatsen.

  • 5 Indien niet genoeg middelen resteren om aanvragen met een gelijke definitieve rangschikking, als bedoeld in de eerste volzin van het tweede lid, te honoreren, dan wordt er tussen deze aanvragen geloot.

Artikel 11. Verplichtingen subsidie

  • 1 De penvoerder zendt voor 1 februari 2025 een verbindingsplan aan DUS-I, dat voldoet aan het bepaalde in artikel 8.

  • 2 Indien één of meerdere van de afspraken uit het verbindingsplan niet wordt nageleefd, meldt de penvoerder dit schriftelijk bij DUS-I.

  • 3 De coalities werken mee aan door of namens de minister ingestelde initiatieven die gericht zijn op het delen en uitwisselen van kennis en ervaring met andere coalities. Daaronder wordt in ieder geval de deelname aan terugkerende kennisdelingsactiviteiten en het delen van informatie en ervaringen ten behoeve van een kennisuitwisselingsplatform verstaan.

  • 4 De coalities werken mee aan door of namens de minister ingestelde onderzoeken die erop gericht zijn de minister inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling van het door of namens de minister te voeren beleid.

Artikel 12. Inzet externe partijen

In het verbindingsplan wordt opgenomen op welke wijze gebruik gemaakt wordt van externe partijen bij de uitvoering van de afspraken, bedoeld in artikel 8.

Artikel 13. Beoordeling en weigeringsgronden

  • 2 Indien het verbindingsplan niet voldoet aan de gestelde voorwaarden wordt eenmaal een termijn van tien dagen geboden om het verbindingsplan aan te passen.

  • 3 Indien het aangepaste verbindingsplan, bedoeld in het tweede lid, niet voldoet aan de gestelde voorwaarden, wordt de subsidie lager vastgesteld.

Artikel 14. Verlening, vaststelling en verantwoording

  • 1 Subsidie op grond van deze regeling wordt binnen 13 weken na sluiting van de aanvraagperiode verleend. De minister verstrekt ambtshalve een voorschot van 100%. Het voorschot wordt in drie gelijke delen uitbetaald over de jaren 2024, 2025 en 2026.

  • 4 De penvoerder toont aan de hand van een activiteitenverslag aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verstrekt zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Daartoe wordt in ieder geval een beschrijving per schooljaar opgenomen van de vormgeving van de stuurgroep po-vo, de betrokkenheid van ouders en de inzet van externe partijen. Afhankelijk van de keuze die binnen de coalitie is gemaakt, bedoeld in artikel 8, tweede lid, wordt ook per schooljaar een beschrijving opgenomen van de inzet om de overdracht van leerlingen te versoepelen, de kennismakingsactiviteiten die voor leerlingen en voor docenten zijn georganiseerd en de inzet om vaardigheden te vergroten. Dit activiteitenverslag wordt uiterlijk op 29 oktober 2027 toegezonden aan DUS-I.

  • 5 De minister kan de penvoerder verzoeken om in het kader van een steekproefsgewijze controle aanvullende informatie te verstrekken.

  • 6 Indien de activiteiten waarvoor de subsidie is verstrekt, zijn verricht en aan de daaraan verbonden verplichtingen is voldaan, wordt de subsidie vastgesteld op het bedrag waarvan de hoogte door de minister bij de verlening is genoemd.

Artikel 15. Hardheidsclausule

De minister kan de bepalingen in deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 16. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2029.

Artikel 17. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling verbinding po-vo.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

M.L.J. Paul

Naar boven