Artikel 5. Nacalculatie-opgave 2021
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
1. Indiening
De zorgaanbieder dient vóór 1 juni 2022 de nacalculatie-opgave over 2021 in bij de
NZa zoals vastgelegd in de Regeling declaratievoorschriften, administratievoorschriften en informatieverstrekking
Wlz 2021 en het Controleprotocol nacalculatie 2021 Wlz-zorgaanbieders. Indien de zorgaanbieder in haar nacalculatie een verantwoording opneemt voor het
kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg, dan moet de nacalculatie-opgave over 2021 vóór
24 juni 2022 ingediend zijn bij de NZa.
De nacalculatie-opgave 2021 bevat de totaal financieel gerealiseerde productie over
2021, de totaal gerealiseerde lumpsum kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg 2021, en de
totaal financiële realisatie overige onderdelen over 2021. De nacalculatie-opgave
2021 wordt aangeleverd via het nacalculatieformulier 2021 dat door de NZa in het aanvragenportaal
ter beschikking wordt gesteld.
De zorgaanbieder en het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder moeten de volgende onderdelen
naar de NZa sturen:
-
a) Een ingevulde nacalculatie-opgave 2021;
-
b) Bij een tweezijdig ingediende nacalculatie-opgave 2021 moeten twee ondertekeningsdocumenten
worden gevoegd. Het ene ondertekeningsdocument moet voorzien zijn van een handtekening
van een persoon die bevoegd is te tekenen namens de zorgaanbieder. Dit ondertekeningsdocument
moet ook worden gewaarmerkt door de accountant. Het andere ondertekeningsdocument
moet voorzien zijn van een handtekening van een persoon die bevoegd is te tekenen
namens het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder.
Als de opgave eenzijdig bij de NZa wordt ingediend, dan moet het ondertekeningsdocument
voorzien zijn van een handtekening van een persoon die bevoegd is te tekenen.
Bij enkele onderdelen van de nacalculatie-opgave is eenzijdige indiening niet mogelijk.
Voor de volgende onderdelen geldt dat de zorgaanbieder en het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder
verplicht zijn de nacalculatie-opgave op die onderdelen tweezijdig in te dienen:
-
– de totaal gerealiseerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg;
-
– de prestaties/tarieven extreme kosten van zorggebonden materiaal, extreme kosten van
geneesmiddelen, inrichtingkosten bij gedwongen verhuizing eenpersoonswoning, inrichtingkosten
bij gedwongen verhuizing meerpersoonswoning, een en ander zoals geregeld in de Beleidsregel
overige kosten Wlz 2021;
-
c) de prestatie/tarief vergoeding kosten BRMO-uitbraak zoals geregeld in de Beleidsregel
BRMO-uitbraak; de door de accountant ondertekende controleverklaring bij de nacalculatie-opgave 2021;
-
d) indien van toepassing: een door de accountant gewaarmerkte toelichting bij de Vragenlijst
controleprotocol;
-
e) indien van toepassing: een toelichting bij de Vragenlijst overige vragen.
De gehele nacalculatie-opgave 2021 moet worden gewaarmerkt door de accountant als
bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het BW (met uitzondering van het onderdeel totaal gerealiseerde lumpsum kwaliteitsbudget
verpleeghuiszorg, de Vragenlijst overige vragen en de eventuele toelichting behorende
bij deze vragenlijst).
De zorgaanbieder moet een gewaarmerkte versie van de nacalculatie-opgave 2021 beschikbaar
hebben. De zorgaanbieder hoeft deze uitsluitend op verzoek aan de NZa te sturen. Uitzondering
hierop is het door de accountant gewaarmerkte en door de zorgaanbieder ondertekende
ondertekeningsdocument. De gewaarmerkte versie van het ondertekeningsdocument moet
altijd naar de NZa worden gestuurd.
Het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder controleert de door de zorgaanbieder ingevulde nacalculatie-opgave
2021. Met de ondertekening van het ondertekeningsdocument bevestigt het zorgkantoor/de
Wlz-uitvoerder dat de volgende bedragen in de opgave juist zijn:
-
– de totaal financieel gerealiseerde productie over 2021 verminderd met eventuele correcties
van het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder (artikel 5, derde lid, onderdeel a hierna);
-
– de totaal gerealiseerde lumpsum kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg over 2021; en
-
– het totaal van de overige onderdelen 2021 verminderd met eventuele correcties van
het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder.
Uitgangspunt is dat de NZa de meest recente tijdig ingediende nacalculatie-opgave
2021 van de zorgaanbieder en/of het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder beoordeelt en verwerkt.
Verder geldt nog het volgende voor de eerder in dit artikel achter b) genoemde prestaties/tarieven
totaal gerealiseerde lumpsum kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg, extreme kosten van
zorggebonden materiaal, extreme kosten van geneesmiddelen, inrichtingkosten bij gedwongen
verhuizing eenpersoonswoning, inrichtingkosten bij gedwongen verhuizing meerpersoonswoning
en de vergoeding kosten BRMO-uitbraak.
Tweezijdige indiening is voor de totaal gerealiseerde lumpsum kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg
van belang om de redenen, soortgelijk aan hetgeen voor de aanvragen budget en herschikking
geldt (artikel 11, eerste lid, onder d. Beleidsregel budgettair kader Wlz 2021). Zorgaanbieders
en zorgkantoren/Wlz-uitvoerders wordt meer vrijheid gelaten bij de inzet van het kwaliteitsbudget
verpleeghuiszorg dan bij andere prestaties/tarieven. Zo heeft de NZa bijvoorbeeld
geen specifieke en uitgewerkte criteria gesteld, anders dan dat het kwaliteitsbudget
is bedoeld om te gaan voldoen aan het kwaliteitskader verpleeghuiszorg. Het stellen
van criteria zou ook niet goed kunnen omdat maatwerk nodig is tussen zorgaanbieders
en zorgkantoren/Wlz-uitvoerders, partijen die zelf het beste weten wat nodig is. Door
tweezijdige indiening kan enige balans worden bereikt tussen wensen van partijen,
nut, noodzakelijkheid, rechtmatigheid en doelmatigheid van inzet van kwaliteitsbudget.
Een en ander is ook tot uitdrukking gebracht in de brief van de Minister van VWS van
2 juli 2018 met kenmerk 1372038-178547-LZ, p. 8 (bijlage bij Kamerstukken II, 2017–2018,
34 104, nr. 232), waarin ook de tweezijdigheid letterlijk wordt benoemd: “Ik vind
het belangrijk dat de ambitie van zorgaanbieders wordt gestimuleerd om het kwaliteitskader
zo snel mogelijk te implementeren, waarbij ruimte is om te leren en verbeteren. Om
dit te bereiken worden aparte afspraken over de extra middelen gemaakt, zodat Wlz-uitvoerders
hier zo goed mogelijk op kunnen sturen en er ook recht gedaan wordt aan tempoverschillen
tussen zorgaanbieders. Deze afspraken worden neergelegd in een tussen de zorgaanbieder
en Wlz-uitvoerder te sluiten overeenkomst. Aangezien maatwerk gewenst is, hebben de
Wlz-uitvoerders een belangrijke rol. Ik vraag u dan ook om als voorwaarde bij de aanvragen
te stellen dat de aanvraag tweezijdig wordt ingediend en de aanvraag hierop te toetsen.”
Voor de andere in dit artikel achter b) genoemde prestaties/tarieven wordt voor de
redenen van de tweezijdige indiening verwezen naar de desbetreffende beleidsregels:
-
• de prestaties/tarieven extreme kosten van zorggebonden materiaal, extreme kosten van
geneesmiddelen, inrichtingkosten bij gedwongen verhuizing eenpersoonswoning, inrichtingkosten
bij gedwongen verhuizing meerpersoonswoning: artikel 6 van de Beleidsregel overige
kosten Wlz 2021;
-
• de prestatie/tarief vergoeding kosten BRMO-uitbraak: artikel 5, tweede lidvan de Beleidsregel
BRMO-uitbraak.
Waar de NZa tweezijdige indiening tot uitgangspunt neemt, kunnen zorgaanbieder en
zorgkantoor/Wlz-uitvoerder niet volstaan met eenzijdige indiening.
Indien een eenzijdige nacalculatie-opgave wordt ingediend, vergewist de NZa zich van
de grondslag van de weigering van het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder of de zorgaanbieder
om de nacalculatie-opgave mede te ondertekenen. Een eenzijdige nacalculatie-opgave
wijst de NZa af tenzij de NZa de weigering van het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder of
de zorgaanbieder kennelijk onredelijk acht.
2. Vaststelling aanvaardbare kosten 2021
Op basis van de ontvangen nacalculatie-opgave 2021 stelt de NZa de aanvaardbare kosten
2021 ambtshalve vast. De NZa stelt ook ambtshalve de verrekening van het verschil
vast tussen de aanvaardbare kosten en de opbrengsten (sluittarief/vereffeningbedrag).
Zie daarover verder artikel 4 van deze beleidsregel.
Dit wordt verwerkt in een beschikking. Na de wettelijke bezwaartermijn van zes weken
wordt dit een onherroepelijk besluit. Wijziging van de aanvaardbare kosten over 2021
is na definitieve verwerking van de nacalculatie-opgave niet meer mogelijk.
3. Nacalculatie op totaal financieel gerealiseerde productie over 2021 en nacalculatie
op de totaal gerealiseerde lumpsum kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg 2021
Nacalculatie op totaal financieel gerealiseerde productie over 2021
In aanvulling op bovenstaande algemene nacalculatiebepalingen zal de NZa de nacalculatie
op de totaal financieel gerealiseerde productie afhandelen met inachtneming van de
bepalingen in artikel 5, derde lid, onderdelen a tot en met c:
-
a) Verlaging van de totaal financieel gerealiseerde productie met een correctiebedrag
is in ieder geval aanvaardbaar voor zover bij de nacalculatie-opgave zowel zorgaanbieder
als zorgkantoor/Wlz-uitvoerder een ondertekeningsdocument heeft bijgevoegd, waaruit
blijkt dat hierover overeenstemming is tussen de zorgaanbieder en het zorgkantoor/de
Wlz-uitvoerder.
-
b) Op de gehonoreerde productieafspraak over 2021, zoals die door de NZa is vastgesteld
na verwerking van de budgetronde of de herschikkingsronde over 2021, wordt volledig
nagecalculeerd op basis van de totaal financieel gerealiseerde productie na correcties
als bedoeld in artikel 5 derde lid, onderdeel a hiervoor en na correcties van de NZa,
tenzij een expliciete uitzondering op een bepaalde prestatie/budgetcomponent in de
geldende beleidsregels is opgenomen.
-
c) Bij de nacalculatie op de totaal financieel gerealiseerde productie is het totaalbedrag
van de gehonoreerde productieafspraak de bovengrens. Dit betekent dat overproductie
niet wordt gehonoreerd (zie voor de uitzonderingen artikel 5, vierde lid.
Nacalculatie op de totaal gerealiseerde lumpsum kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg
over 2021
In aanvulling op bovenstaande algemene nacalculatiebepalingen zal de NZa de nacalculatie
op de totaal gerealiseerde lumpsum kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg afhandelen met
inachtneming van de bepalingen in artikel 5, derde lid, onderdelen d en e:
-
d) Op de gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg over 2021, zoals
die door de NZa is vastgesteld na verwerking van de budgetronde of de herschikkingsronde
over 2021, wordt volledig nagecalculeerd op basis van de totaal gerealiseerde lumpsum
kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg na correcties van de NZa.
-
e) Bij de nacalculatie op de totaal gerealiseerde lumpsum kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg
is het totaalbedrag van de gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg
de bovengrens. Dit betekent dat overbesteding niet wordt gehonoreerd (zie voor de
uitzonderingen artikel 5, vierde lid.
4. Verrekening van overproductie met onderproductie, en verrekening overbesteding
met onderbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg
Verrekening van de overproductie met de onderproductie
De aanvaardbare kosten 2021 worden (deels) met de overproductie verhoogd indien voldaan
wordt aan onderstaande bepalingen:
-
a) in afwijking van artikel 5, derde lid, onderdeel c, kan de overproductie gehonoreerd
worden, voor zover deze verrekend kan worden met de onderproductie.
-
b) tussen de zorgaanbieder en het zorgkantoor/de zorgkantoren/de Wlz-uitvoerder(s) bestaat
overeenstemming voor de vergoeding van overproductie over het geheel of een deel van
de overproductie. Zowel zorgaanbieder als zorgkantoor/Wlz-uitvoerder hebben een ondertekeningsdocument
bij de nacalculatie-opgave bijgevoegd waaruit blijkt dat hierover overeenstemming
is tussen de zorgaanbieder en het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder. Het ene ondertekeningsdocument
moet voorzien zijn van een handtekening van een persoon die bevoegd is te tekenen
namens de zorgaanbieder. Het andere ondertekeningsdocument moet voorzien zijn van
een handtekening van een persoon die bevoegd is te tekenen namens het zorgkantoor/de
Wlz-uitvoerder. Wanneer de verrekening plaatsvindt tussen twee of meer zorgkantoorregio’s/regio’s
van Wlz-uitvoerders zijn de ondertekeningsdocumenten van twee of meer zorgkantoren/Wlz-uitvoerders
vereist. Indien blijkt dat de hiervoor bedoelde overeenstemming niet tot stand is
gekomen doordat één of meer partijen het ondertekeningsdocument niet heeft ondertekend,
vergewist de NZa zich van de grondslag van de weigering van de partij(en) om het ondertekeningsdocument
te ondertekenen. De overproductie komt niet voor vergoeding in aanmerking, tenzij
de NZa de weigering van de partij(en) om het ondertekeningsdocument te ondertekenen
kennelijk onredelijk acht.
-
c) de totale nacalculatie-opgave moet voor 1 juni 2022 bij de NZa worden ingediend. Indien
de nacalculatie-opgave na 1 juni 2022 bij de NZa wordt ingediend, komt de overproductie
niet voor vergoeding in aanmerking.
-
d) de verrekening van de overproductie met de onderproductie moet in eerste instantie
plaatsvinden binnen het concern, zowel binnen als buiten de eigen regio waarbinnen
(delen van) het concern productieafspraken hebben gemaakt. Of bij één natuurlijk persoon
als deze in meerdere regio’s van Wlz-uitvoerders productieafspraken heeft gemaakt.
Voor zover binnen één concern of bij één natuurlijke persoon de overproductie niet
kan worden verrekend, kan verrekening op reguliere wijze plaatsvinden op de in deze
beleidsregel beschreven wijze.
-
e) de overproductie kan worden verrekend met de landelijke resterende onderproductie.
Indien noodzakelijk zal onbenut kader zorg in natura (zin) en onbenut kader persoonsgebonden
budget (pgb) worden ingezet voor de vergoeding van de resterende landelijke overproductie.
Onbenut kader zin is het verschil tussen de beschikbare contracteerruimte zin 2021
en de gehonoreerde productieafspraken 2021 (beslag op de contracteerruimte zin) zoals
deze bij de herschikking zijn overeengekomen. Bij het pgb-kader is sprake van onderbenutting als het totaal
van de afgegeven vaststellingsbeschikkingen 2021 (peildatum 1 mei 2022) lager is dan
het beschikbare kader pgb 2021. Ook de onbenutte geoormerkte middelen voor innovatie
worden ingezet voor de vergoeding van overproductie.
-
f) als na toepassing van onderdeel e blijkt dat (het totaal van alle bij de nacalculatie
opgegeven) resterende landelijke overproductie niet volledig vergoed kan worden, wordt
overproductie naar rato vergoed. Naar rato vergoeding van de overproductie betekent
in dit verband:
resterende overproductie van een zorgaanbieder gedeeld door de resterende landelijke
overproductie. Deze uitkomst moet vervolgens worden vermenigvuldigd met het op basis
van onderdeel e berekende totaalbedrag dat beschikbaar is voor de vergoeding van overproductie.
Verrekening van de overbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg
met de onderbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg
De aanvaardbare kosten 2021 worden (deels) met de overbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak
kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg verhoogd indien voldaan wordt aan onderstaande bepalingen:
-
g) in afwijking van artikel 5, derde lid, onderdeel e, kan de overbesteding gehonoreerde
lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg gehonoreerd worden, voor zover deze
verrekend kan worden met de onderbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget
verpleeghuiszorg.
-
h) tussen de zorgaanbieder en het zorgkantoor/de zorgkantoren/de Wlz-uitvoerder(s) bestaat
overeenstemming voor de vergoeding van overbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak
kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg over het geheel of een deel van de overbesteding
gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg.
Zowel zorgaanbieder als zorgkantoor/Wlz-uitvoerder hebben een ondertekeningsdocument
bij de nacalculatie-opgave bijgevoegd waaruit blijkt dat hierover overeenstemming
is tussen de zorgaanbieder en het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder. Het ene ondertekeningsdocument
moet voorzien zijn van een handtekening van een persoon die bevoegd is te tekenen
namens de zorgaanbieder.
Het andere ondertekeningsdocument moet voorzien zijn van een handtekening van een
persoon die bevoegd is te tekenen namens het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder. Wanneer
de verrekening plaatsvindt tussen twee of meer zorgkantoorregio’s/regio’s van Wlz-uitvoerders
zijn de ondertekeningsdocumenten van twee of meer zorgkantoren/Wlz-uitvoerders vereist.
Indien blijkt dat de hiervoor achter h bedoelde overeenstemming niet tot stand is
gekomen doordat één of meer partijen het ondertekeningsdocument niet heeft ondertekend,
vergewist de NZa zich van de grondslag van de weigering van de partij(en) om het ondertekeningsdocument
te ondertekenen. De overproductie komt niet voor vergoeding in aanmerking, tenzij
de NZa de weigering van de partij(en) om het ondertekeningsdocument te ondertekenen
kennelijk onredelijk acht.
-
i) de totale nacalculatie-opgave moet voor 1 juni 2022 bij de NZa worden ingediend. Indien
de nacalculatie-opgave na 1 juni 2022 bij de NZa wordt ingediend, komt de overbesteding
gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg niet voor vergoeding
in aanmerking.
-
j) de verrekening van de overbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget
verpleeghuiszorg met de onderbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget
verpleeghuiszorg moet in eerste instantie plaatsvinden binnen het concern, zowel binnen
als buiten de eigen zorgkantoorregio waarbinnen (delen van) het concern lumpsumafspraken
kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg hebben gemaakt. Voor zover binnen één concern de
overbesteding kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg niet kan worden verrekend, kan verrekening
op reguliere wijze plaatsvinden op de in deze beleidsregel beschreven wijze.
-
k) de overbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg kan
worden verrekend met de landelijke resterende onderbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak
kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg. Indien noodzakelijk zal onbenutte geoormerkte ruimte
kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg worden ingezet voor de vergoeding van de resterende
landelijke overbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg.
Onbenutte geoormerkte ruimte kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg is het verschil tussen
de beschikbare geoormerkte ruimte kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg 2021 en de gehonoreerde
lumpsumafspraken kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg 2021 (beslag op de geoormerkte
ruimte kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg) zoals deze bij de herschikking zijn overeengekomen.
-
l) als na toepassing van onderdeel l blijkt dat (het totaal van alle bij de nacalculatie
opgegeven) resterende landelijke overbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget
verpleeghuiszorg niet volledig vergoed kan worden, wordt overbesteding gehonoreerde
lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg naar rato vergoed. Naar rato vergoeding
van de overbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg
betekent in dit verband:
resterende overbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg
van een zorgaanbieder gedeeld door de resterende landelijke overbesteding gehonoreerde
lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg. Deze uitkomst moet vervolgens worden
vermenigvuldigd met het op basis van onderdeel l berekende totaalbedrag dat beschikbaar
is voor de vergoeding van overbesteding gehonoreerde lumpsumafspraak kwaliteitsbudget
verpleeghuiszorg.
5. Nacalculatie op overige onderdelen
De financiële waarde van de overige onderdelen die naast de financieel gerealiseerde
productie over 2021 en het kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg nacalculeerbaar is en
de wijze waarop op deze onderdelen wordt nagecalculeerd, volgt uit de verschillende
beleidsregels over die onderdelen.
6. Uitzonderingspositie zelfstandige zorgverleners zonder personeel
Voor zelfstandige zorgverleners zonder personeel geldt dat zij samen met het zorgkantoor/de
Wlz-uitvoerder voor 1 juni 2022 wel een nacalculatie-opgave 2021 bij de NZa moeten
indienen, maar dat zij geen controleverklaring bij de nacalculatie-opgave hoeven te
overleggen. De controle van de gerealiseerde productie 2021 vindt alleen plaats door
het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder. Bovendien hoeft de gehele nacalculatie-opgave 2021
en eventuele toelichting(en) behorende bij de nacalculatie-opgave 2021, niet te worden
beoordeeld en gewaarmerkt door een accountant.
7. Zorgaanbieder met nul productie
Bij zorgaanbieders met een totaal financieel gerealiseerde productie van nul en waarbij
de totaal financiële realisatie overige onderdelen ook nul bedraagt, geldt dat zij
voor 1 juni 2022 een nacalculatie-opgave 2021 (nul opgave) bij de NZa moeten indienen.
Deze zorgaanbieders hoeven geen controleverklaring bij de nacalculatie 2021 te overleggen.
Bovendien hoeft de gehele nacalculatie-opgave 2021 en eventuele toelichting behorende
bij de nacalculatie-opgave 2021 niet te worden beoordeeld en gewaarmerkt door een
accountant.
8. Nacalculatie in geval van faillissement zorgaanbieder
a. Afwijking datum uiterste indiening
Indien de rechtbank het faillissement van een zorgaanbieder uitspreekt en een curator
benoemt, kan de NZa op basis van een schriftelijk verzoek van een failliete zorgaanbieder
of de namens de failliete zorgaanbieder handelende curator of het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder
voor de uiterste indieningstermijn van de nacalculatie-opgave 2021 tweemaal uitstel
verlenen.
b. Beoordeling en afhandeling
De nacalculatie-opgave 2021 van een failliete zorgaanbieder wordt conform de reguliere
procedure beoordeeld en afgehandeld. Indien de nacalculatie-opgave 2021 wordt ingediend
zonder nadere onderbouwing en over deze opgave geen overeenstemming bestaat tussen
(i) de failliete zorgaanbieder/curator en (ii) het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder,
stelt de NZa de aanvaardbare kosten vast op de laagste opgave. Als er één eenzijdige
nacalculatie-opgave wordt ingediend, stelt de NZa de aanvaardbare kosten op € 0,00
vast.
9. Transitiemiddelen verpleeghuiszorg 2021
Op de prestatie ‘transitiemiddelen verpleeghuiszorg 2021’ wordt niet nagecalculeerd
(zie beleidsregel Prestatiebeschrijvingen en tarieven zorgzwaartepakketten en volledig
pakket thuis 2021).
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2022, 6171, datum inwerkingtreding 05-03-2022, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2021.
Artikel 6. Indexaties
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Terugwerkende kracht
Voor
dit
artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
1. Indexatie loonkosten
De aanpassing van de in de beleidsregelwaarden opgenomen loonkosten in jaar t is gebaseerd
op het door de Minister van VWS aangegeven indexcijfer ‘Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling
(Ova)’.
Deze aanpassing bestaat uit:
-
– een structurele doorwerking in jaar t van de uit het definitieve Ova-indexcijfer blijkende
verschil tussen de voor- en eindcalculatie van jaar t-1;
-
– een 100% voorcalculatie van het voorlopige Ova-indexcijfer voor het jaar t.
De voor- en eindcalculatie van het Ministerie van VWS worden door de NZa in de beleidsregelwaarden
verwerkt als voorlopige respectievelijk definitieve index.
2. Indexatie materiële kosten
De aanpassing van de in de beleidsregelwaarden opgenomen materiële kosten in jaar
t is gebaseerd op gegevens uit de tabel ‘Middelen en bestedingen’ van het Centraal
Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau (CPB) van het jaar t.
Deze aanpassing bestaat uit:
-
– een structurele doorwerking in jaar t van het uit het CEP blijkende verschil tussen
de voor- en eindcalculatie van het jaar t-1;
-
– een 100% voorcalculatie van het voorlopige CEP-indexcijfer voor het jaar t.
De voorcalculatie van het Ministerie van VWS en de eindcalculatie van het CPB worden
door de NZa in de beleidsregelwaarden verwerkt als voorlopige respectievelijk definitieve
index.
3. Indexatie kapitaallasten
De in de beleidsregelwaarden opgenomen kapitaallasten worden aangepast op basis van
de TNO-Gezondheidszorgindex van jaar t. Daarbij gaat de NZa uit van het gemiddelde
van de maandindices van het voorgaande jaar, zoals die door TNO gepubliceerd worden.
Deze TNO-gezondheidszorgindex vult de NZa aan met een prognose voor de ontwikkeling
in de bouwkosten voor het lopende jaar. De prognose is gebaseerd op het Centraal Economisch
Plan (CEP), dat uitgebracht wordt door het Centraal Plan Bureau (CBP). Hiermee komt
de NZa tot het definitieve indexcijfer voor kapitaallasten.
Deze aanpassing bestaat uit:
-
– een structurele doorwerking in jaar t van de uit de index kapitaallasten blijkende
verschil tussen de voor- en eindcalculatie van het jaar t-1;
-
– een 100% voorcalculatie van de voorlopige index kapitaallasten voor het jaar t.
Uitzondering hierop vormt de indexatie van de nhc en van de nic. Die indexaties van
de nhc en nic zijn beschreven in de Beleidsregel normatieve huisvestingscomponent
(nhc) en normatieve inventariscomponent (nic) gespecialiseerde ggz, forensische zorg
en langdurige zorg.
4. Jaarlijkse (trendmatige) aanpassing beleidsregelwaarden
-
a) Indexatie van de beleidsregelwaarden in de beleidsregels:
Bij de indexatie van de loon- en materiële kosten van de beleidsregelwaarden van de
prestaties in deze beleidsregels wordt uitgegaan van een gecombineerde index voor
loonkosten en materiële kosten.
De loon- en materiële kosten van de beleidsregelwaarden van de prestaties bevatten
de definitieve index van jaar t-1 en de voorlopige index van jaar t.
Indien de beleidsregelwaarde een nhc heeft, dan geldt het volgende:
De nhc wordt jaarlijks geïndexeerd met 2,5%.
Indien de beleidsregelwaarde een nic heeft, dan geldt het volgende:
Voor de nic geldt de index voor materiële kosten. Deze component bevat de definitieve
index van jaar t-1 en de voorlopige index van jaar t.
-
b) Indexatie van de beleidsregelwaarden in de Beleidsregel Wlz-zorgaanbieders met tandartspraktijk.
Bij de indexatie van de beleidsregelwaarde in deze beleidsregel wordt uitgegaan van
een gecombineerde index voor loonkosten en materiële kosten.
De beleidsregelwaarde van deze prestatie bevat de definitieve indexs van jaar t-1
en de voorlopige index van jaar t.
-
c) Indexatie van de beleidsregelwaarden in de Beleidsregel overige kosten Wlz 2021 (artikel
5 Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing)
Bij de indexatie van de beleidsregelwaarden in deze beleidsregel wordt uitgegaan van
het afzonderlijke indexcijfer voor materiële kosten. Er is hierbij dus geen sprake
van een gecombineerde index.
De beleidsregelwaarden van deze prestaties zijn gebaseerd op de definitieve index
van jaar t-1 voor materiële kosten. Gedurende jaar t wordt voor deze beleidsregelwaarden
de definitieve index voor materiële kosten van jaar t verwerkt.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2022, 6171, datum inwerkingtreding 05-03-2022, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2021.