Regeling voorzieningenplanning po CN 2021

Geraadpleegd op 06-07-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-10-2021 en zichtdatum 03-07-2024.
Geldend van 01-02-2021 t/m 14-10-2021

Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 28 augustus 2020, nr. PO/17896773, houdende regels voor de voorzieningenplanning bij scholen in het primair onderwijs in Caribisch Nederland (Regeling voorzieningenplanning po CN 2021)

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op de artikelen 72, negende lid, 72a, eerste, derde en zevende lid, 75, tweede lid, van de Wet primair onderwijs BES;

Besluit:

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • aanvrager: bevoegd gezag dat bij de minister een aanvraag indient voor bekostiging van een openbare of een bijzondere school.

  • belangstellingsmeting: belangstellingsmeting als bedoeld in artikel 72a van de wet;

  • bevoegd gezag: bevoegd gezag als bedoeld in de wet;

  • DUO: Dienst Uitvoering Onderwijs;

  • minister: Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media;

  • ouder: ouder als bedoeld in de wet;

  • school: school als bedoeld in de wet;

  • voedingsgebied: voedingsgebied als bedoeld in artikel 72a, tweede lid, onderdeel b, van de wet;

  • wet: Wet primair onderwijs BES.

Artikel 2. Melding voorgenomen aanvraag tot bekostiging

  • 1 Het bevoegd gezag maakt melding van een voorgenomen aanvraag als bedoeld in artikel 75, tweede lid, van de wet, tussen 1 juni tot en met 30 juni in het kalenderjaar van de aanvraag, bedoeld in artikel 75, eerste lid, van de wet.

  • 2 De melding bevat de volgende gegevens:

    • a. naam van de contactpersoon;

    • b. correspondentieadres;

    • c. telefoonnummer van de contactpersoon;

    • d. e-mailadres van de contactpersoon;

    • e. KVK-nummer van de rechtspersoon;

    • f. naam van de rechtspersoon;

    • g. de naam van het eiland dat de beoogde plaats van vestiging omvat;

    • h. methode van de belangstellingsmeting;

    • i. naam van de school; en

    • j. korte beschrijving van het onderwijskundig concept van de school van ten hoogste 2.000 tekens.

  • 3 De gegevens in het tweede lid, onderdeel d en de onderdelen f tot en met j, worden openbaar gemaakt op de website www.duo.nl.

  • 4 Publicatie op de website www.duo.nl geschiedt slechts indien de gegevens voor 1 juli volledig zijn aangeleverd.

  • 5 De melding van de voorgenomen aanvraag tot bekostiging wordt gedaan met een formulier dat is bekendgemaakt op de website www.duo.nl.

Artikel 3. Aanvraag tot bekostiging

  • 1 Een aanvraag als bedoeld in artikel 75, eerste lid, van de wet, bevat naast de gegevens, genoemd in artikel 72, derde lid, van de wet de volgende gegevens:

    • a. naam van de contactpersoon;

    • b. correspondentieadres;

    • c. telefoonnummer van de contactpersoon;

    • d. e-mailadres van de contactpersoon;

    • e. naam van de rechtspersoon;

    • f. statuten van de rechtspersoon;

    • g. namen van de bestuursleden;

    • h. namen van de leden van het interne toezicht;

    • i. naam van de school;

    • j. de naam van het eiland dat de beoogde plaats van vestiging omvat;

    • k. gewaarmerkt uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel; en

    • l. beschrijving van het onderwijskundig concept van ten hoogste 3.000 tekens.

  • 2 Uit het document, bedoeld in artikel 72, derde lid, onderdeel c, van de wet, blijkt dat in de periode van 15 september in het kalenderjaar voorafgaand aan de aanvraag en 15 september van het kalenderjaar van de aanvraag de in dat artikel bedoelde partijen zijn gevraagd om te overleggen.

  • 3 De aanvraag tot bekostiging wordt ingediend met een formulier dat is bekendgemaakt op de website www.duo.nl.

Artikel 4. Verklaring omtrent gedrag

  • 2 De verklaring omtrent het gedrag wordt zowel met het formulier langs digitale weg, bedoeld in artikel 3, derde lid, als in originele vorm aan DUO verstrekt.

Artikel 5. Nadere regels belangstellingsmeting

Artikel 6. Nadere regels ouderverklaringen

  • 1 De ouderverklaring, bedoeld in artikel 72a, eerste lid, van de wet, wordt door de ouder ingediend bij de afdeling OCW Caribisch Gebied, ondergebracht bij de Rijksdienst Caribisch Nederland in de periode van 1 juli tot en met 15 oktober in het kalenderjaar van de aanvraag.

  • 2 Na indiening van de aanvraag kan daarvoor geen ouderverklaring meer worden ingediend.

  • 3 De ouder kan de ouderverklaring uiterlijk op 15 oktober, bedoeld in het eerste lid, intrekken. Deze maakt dan geen onderdeel meer uit van de belangstellingsmeting.

  • 4 Na indiening van de aanvraag kan de ouderverklaring niet meer worden ingetrokken.

  • 5 Indien de aanvrager een melding van een voorgenomen aanvraag intrekt, vervallen de hierbij behorende ingediende ouderverklaringen.

  • 6 De ouder kan in een volgend kalenderjaar opnieuw een ouderverklaring als bedoeld in artikel 72a, eerste lid, van de wet ten aanzien van hetzelfde kind indienen, indien de aanvraag waarvoor eerder een ouderverklaring is ingediend:

    • a. wel is gemeld, maar niet is ingediend; of

    • b. onherroepelijk is afgewezen.

  • 7 Vanaf 15 oktober in het jaar van de aanvraag stelt DUO aan de aanvrager het aantal geldige ouderverklaringen beschikbaar.

Artikel 7. Uitzonderingssituaties toepassing marktonderzoek

  • 1 Een marktonderzoek als bedoeld in artikel 72a, derde lid, onderdeel b, van de wet, is uitsluitend toegestaan indien:

    • a. op het eiland dat de beoogde plaats van vestiging omvat een groei van ten minste 30% in het aantal leerlingen in de leeftijd van 2 tot en met 4 jaar wordt verwacht tussen het kalenderjaar waarin het marktonderzoek plaatsvindt en het tiende kalenderjaar daaraanvolgend; of

    • b. met een beroep op artikel 73 van de wet een aanvraag tot bekostiging van een openbare school wordt ingediend.

  • 2 Bij het aantonen van een groei als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, gebruikt het bevoegd gezag in ieder geval gegevens verstrekt door het Centraal Bureau voor de Statistiek en een voorspelling ten aanzien van de woningbouw van het openbaar lichaam waar het viercijferig postcodegebied in is gelegen.

Artikel 8. Nadere regels marktonderzoek

  • 2 Per kind vult de ouder een vragenlijst in.

  • 3 Het marktonderzoek inventariseert de voorkeur van de ondervraagden voor een school doordat de ondervraagden een keuze kunnen maken uit de bestaande scholen binnen het voedingsgebied en de school waar de aanvraag betrekking op heeft.

  • 4 Het marktonderzoek heeft als hoofdvraag ‘Op welke gepresenteerde school zou u uw kind inschrijven?’.

  • 5 De vraagstelling en de informatie die voorafgaand aan en tijdens het marktonderzoek wordt verstrekt door het onderzoeksbureau, is ten aanzien van scholen als bedoeld in het derde lid, op dezelfde wijze vormgegeven en gepresenteerd, neutraal opgesteld en op geen enkele wijze sturend.

  • 6 De informatie die wordt verstrekt per school, bedoeld in het derde lid, is in ieder geval voorzien van de naam van de school, de naam van het bevoegd gezag, een website van de school, en de naam van het eiland dat de beoogde plaats van vestiging omvat. De informatie voor de school waarop de aanvraag betrekking heeft omvat tevens een korte beschrijving van het onderwijskundig concept van de school.

  • 7 Voor controle door de minister op de juistheid van de berekeningen levert de aanvrager een volledig onderzoeksrapport aan, waarin de volgende gegevens zijn opgenomen:

    • a. een beschrijving van de gebruikte onderzoeksmethode, met daarin opgenomen op welke wijze tot een aselecte groep van ondervraagden is gekomen, hoe de representativiteit van de ondervraagden is geborgd, hoe de data zijn geanalyseerd, inclusief de berekening van het belangstellingspercentage, het totale aantal ondervraagden, het totale aantal reacties en het aantal reacties per school en de beperkingen van het onderzoek;

    • b. een beschrijving van de wijze waarop respondenten benaderd zijn, inclusief correspondentie aan respondenten;

    • c. de vragenlijst zoals voorgelegd aan ondervraagden;

    • d. de informatie over de scholen, bedoeld in het derde lid, zoals gepresenteerd aan ondervraagden; en

    • e. de periode waarin het onderzoek heeft plaatsgevonden.

  • 9 Indien de onderzoekspopulatie, bedoeld in artikel 72a, vijfde lid, onderdeel a, van de wet, minder dan 5.000 leerlingen bedraagt, is het totaal aantal leerlingen ten aanzien van wie aan het marktonderzoek is deelgenomen, bedoeld in artikel 72a, derde lid, onderdeel b, letter x, van de wet, minimaal 10% van de onderzoekspopulatie. Indien de onderzoekspopulatie 5.000 of meer leerlingen bedraagt, is het totaal aantal leerlingen ten aanzien van wie aan het marktonderzoek is deelgenomen, bedoeld in artikel 72a, derde lid, onderdeel b, letter x, van de wet, minimaal 500.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 februari 2021.

Artikel 10. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling voorzieningenplanning po CN 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

A. Slob

Naar boven