Besluit van 4 februari 2020 tot wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke
ambtenaren en enige andere besluiten ter formalisering van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst
sector Rechterlijke Macht 2017 en enige andere aanpassingen
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 10 december 2019, nr. 2767699,
Directie Wetgeving en Juridische Zaken
Gelet op de artikelen 7, derde lid, 9, tweede lid, en 19b van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de artikelen 14, vierde lid, en 73, derde lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie en artikel VI van de Wet van 2 december 2015 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke
ambtenaren en enkele andere wetten in verband met een herziening van de opleiding
van rechters en officieren van justitie;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 22 januari 2020,
No. W16.19.0404/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 30 januari 2020,
nr. 2808619, Directie Wetgeving en Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: