Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst/Douane

[Regeling vervallen per 19-07-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2024.]
Geraadpleegd op 23-07-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2020 en zichtdatum 01-01-2020.
Geldend van 01-01-2020 t/m 30-06-2024

Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst/Douane

De Minister van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit betreft een wijziging van het besluit van 4 april 2012, nr. BLKB2011/2611M, Stcrt. 2012, nr. 7158 (Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst/Douane) in verband met het verhogen van de boetes als gevolg van de indexeringsregels. Daarnaast is een verouderde verwijzing in paragraaf 2, vijfde lid en paragraaf 4 aangepast.

Verder zijn enkele aanpassingen van redactionele aard aangebracht.

§ 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 19-07-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2024]

Inzake het opleggen van bestuurlijke boeten op grond van afdeling 9.1. van de Algemene douanewet (verder: Adw) zijn, naast de voorschriften van afdeling 9.2 Adw, tevens de algemene bepalingen van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst van overeenkomstige toepassing.

§ 2. Verzuimboeten ingevolge de artikelen 9:1, 9:2, 9:3 en 9:4 Adw

[Regeling vervallen per 19-07-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2024]

  • 1. Met betrekking tot de in de artikelen 9:1, 9:2, 9:3 en 9:4 Adw geregelde beboetbare feiten legt de inspecteur een verzuimboete op van € 140.

  • 2. Een verzuimenreeks is niet van toepassing.

  • 3. In uitzonderlijke gevallen kan een boete tot het wettelijk maximum worden opgelegd. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de situatie waarin belanghebbende stelselmatig met betrekking tot hetzelfde beboetbare feit in verzuim is.

  • 4. Bij de beboetbare feiten van de artikelen 9:1, 9:2, eerste lid en 9:4 Adw kan de inspecteur zowel een verzuimboete opleggen aan de persoon die de formaliteiten moet vervullen als aan degene aan wiens toedoen het beboetbare feit kan worden toegeschreven.

  • 5. Bij de beboetbare feiten van artikelen 9:2, tweede lid Adw kan de inspecteur zowel een verzuimboete opleggen aan degene die de goederen in strijd met artikel 298, tweede lid van de Uitvoeringsverordening Douanewetboek van de Unie (verder UVo.DWU), vervoert, of in strijd met de artikelen 276, tweede lid, 284, eerste lid, of 297, eerste lid UVo.DWU niet tijdig aanbrengt, als aan degene aan wiens toedoen het beboetbare feit kan worden toegeschreven.

§ 3. Vergrijpboeten ingevolge de artikelen 9:1, 9:2, 9:3 en 9:4 Adw

[Regeling vervallen per 19-07-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2024]

  • 1. Met betrekking tot de in de artikelen 9:1, 9:2, 9:3 en 9:4 Adw geregelde beboetbare feiten kan de inspecteur een vergrijpboete opleggen indien het beboetbare feit heeft geleid tot een douaneschuld die meer bedraagt dan € 335 aan rechten bij invoer en sprake is van opzet of grove schuld.

  • 2. In geval van grove schuld legt de inspecteur een vergrijpboete op van 25 procent.

  • 3. In geval van opzet legt de inspecteur een vergrijpboete op van 50 procent.

  • 4. Indien aan meer dan een persoon een boete kan worden opgelegd in de zin van de artikelen 9:1, 9:2, 9:3 en 9:4 van de Adw, kan de inspecteur aan elk van de personen aan wie opzet of grove schuld te wijten is, een vergrijpboete opleggen.

§ 4. Verzuimboeten ingevolge de artikelen 6:2 en 6:3 Algemeen douanebesluit (hierna: Adb)

[Regeling vervallen per 19-07-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2024]

  • 1. Met betrekking tot de in de artikelen 6:2 en 6:3 Adb geregelde beboetbare feiten legt de inspecteur een verzuimboete op van € 140.

  • 2. Een verzuimenreeks is niet van toepassing.

  • 3. In uitzonderlijke gevallen kan een boete tot het maximum zoals genoemd in het Adb worden opgelegd. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de situatie waarin belanghebbende stelselmatig met betrekking tot hetzelfde beboetbare feit in verzuim is.

§ 5. Verzuimboeten ingevolge de artikelen 10:1, 10:2, 10:3 en 10:4 Algemene douaneregeling (hierna: Adr)

[Regeling vervallen per 19-07-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2024]

  • 1. Met betrekking tot de in de artikelen 10:1, 10:2, 10:3 en 10:4 Adr geregelde beboetbare feiten legt de inspecteur een verzuimboete op van € 55.

  • 2. Een verzuimenreeks is niet van toepassing.

  • 3. In uitzonderlijke gevallen kan een boete tot het maximum zoals bedoeld in de Adr worden opgelegd. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de situatie waarin belanghebbende stelselmatig met betrekking tot hetzelfde beboetbare feit in verzuim is.

§ 6. Overgangsbepaling

[Regeling vervallen per 19-07-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2024]

De paragrafen 37, 38 en 39 van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1998 blijven van toepassing zoals zij golden voor de inwerkingtreding van de Adw op 1 augustus 2008 voor zover zij betrekking hebben op feiten die aanleiding kunnen zijn tot het opleggen van een bestuurlijke boete welke zich hebben voorgedaan vóór 1 augustus 2008.

§ 7. Citeertitel

[Regeling vervallen per 19-07-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2024]

  • 1. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst/Douane.

  • 2. De citeertitel wordt afgekort tot: BBBB/D.

§ 8. Ingetrokken boetebesluit

[Regeling vervallen per 19-07-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2024]

Het besluit van 4 april 2012, nr. BLKB2011/2611M, Stcrt. 2012, nr. 7158 (Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst/Douane) wordt ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit.

§ 9. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 19-07-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-07-2024]

  • 1. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2020.

  • 2. Dit besluit wordt in de Staatscourant gepubliceerd.

Den Haag, 24 december 2019

De Minister van Financiën,

namens deze,

J. de Blieck

hoofddirecteur fiscaal juridische zaken

Naar boven