Stb. 2024, 192, datum inwerkingtreding 28-06-2024, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2022.
2 Het eerste lid is slechts van toepassing indien een productie-installatie in een kalenderjaar
voor het opwekken van elektriciteit met kolen niet meer CO2 produceert dan 35% van het aantal Mton CO2 dat in een kalenderjaar geproduceerd zou worden bij volledige inzet van het opgesteld
vermogen van de productie-installatie voor het opwekken van elektriciteit met kolen.
4 De hoeveelheid CO2 die in een kalenderjaar is geproduceerd voor het opwekken van elektriciteit met kolen
wordt vastgesteld op basis van een overeenkomstig artikel 68 van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2066 van de Commissie van 19 december 2018 inzake de monitoring en rapportage van de emissies
van broeikasgassen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie (PbEU 2018, L 334) ingediend geverifieerd emissieverslag of, indien
van toepassing, een overeenkomstig artikel 70 van die verordening gemaakte schatting.
7 In aanvulling op het vierde lid wordt de hoeveelheid CO2 die in een kalenderjaar is geproduceerd voor het opwekken van elektriciteit met kolen
in het geval van een productie-installatie waarin naast elektriciteit warmte wordt
geproduceerd die wordt geleverd aan een partij anders dan de exploitant van de desbetreffende
productie-installatie tevens vastgesteld op basis van een geverifieerd activiteitenverslag
dat overeenkomstig artikel 3 van de Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1842 van de Commissie van 31 oktober 2019 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering
van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de verdere regelingen voor de aanpassingen
van de kosteloze toewijzing van emissierechten als gevolg van veranderingen in het
activiteitsniveau betreft (PbEU 2019, L 282) is ingediend.
Stb. 2021, 382, datum inwerkingtreding 28-06-2024, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 21-06-2022.
De terugwerkende kracht is vastgesteld door Stb. 2024/192 en betreft het vervallen
van het tweede tot het met het zesde lid, alsmede van de aanduiding <<1.>> voor het
eerste lid.
[Red: Abusievelijk heeft de wetgever verzuimd het zevende lid te laten vervallen.]