Artikel 1. Begripsbepalingen
[Regeling vervallen per 01-03-2020]
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
–
Accountantsprotocollen NZa: Het accountantsprotocol Verantwoordingen Zvw, het accountantsprotocol Gegevensvraag
Wlz-gegevens en het protocol accountantsonderzoek Wlz-uitvoerders. Deze documenten
van de NZa geven richtlijnen voor het door de accountant van de zorgverzekeraar, de
Wlz-uitvoerder en het zorgkantoor uit te voeren onderzoek naar de juistheid van de
gegevens in de verantwoordingen Zvw en Wlz die met accountantsproduct moeten worden aangeleverd. Tevens geven deze protocollen
aanwijzingen voor het rapport van feitelijke bevindingen bij het uitvoeringsverslag
Zvw;
-
–
add-on: een door de NZa beschreven overig zorgproduct op het terrein van de intensive care,
dure geneesmiddelen of weesgeneesmiddelen, bestaande uit zorgactiviteiten behorende
bij een dbc-zorgproduct;
-
–
CAK: Centraal Administratiekantoor;
-
–
CBS: Centraal Bureau voor de Statistiek;
-
–
CPB: Centraal Planbureau;
-
–
DBC: diagnose behandeling combinatie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel m, van de Regeling zorgverzekering;
-
–
declaratiegegevens: alle declaraties die de zorgverzekeraar van verzekerden of zorgaanbieders heeft ontvangen
uitgesplitst naar jaar en specialisme;
-
–
deelbedrag: een deelbedrag als bedoeld in artikel 1, onderdeel n, van het Besluit zorgverzekering;
-
–
DNB: De Nederlandsche Bank;
-
–
formats: schematische ordening van de aan te leveren gegevens;
-
–
gegevens: feitelijke informatie over de aantallen en kosten van declaraties voor de Zvw en Wlz, en aanvullende informatie over de betreffende verzekerden en de aan hen verleende
zorg;
-
–
Handboek Wlz: Handboek informatie-uitvraag Wlz 2019, een door het Zorginstituut opgesteld document dat informatie geeft over en
een toelichting op de door de Wlz-uitvoerders en zorgkantoren aan te leveren gegevens;
-
–
Handboek Zvw: Handboek informatie Zorgverzekeringswet 2019, een door het Zorginstituut opgesteld document dat informatie geeft over en
een toelichting op de door de zorgverzekeraars aan te leveren gegevens;
-
–
NZa: de Nederlandse Zorgautoriteit genoemd in artikel 3, eerste lid van de Wet marktordening gezondheidszorg;
-
–
PGB: Persoonsgebonden budget, als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wlz;
-
–
record lay-out: schematische voorstelling van de kosten en/of kenmerken per verzekerde Zvw en Wlz;
-
–
VWS: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
-
–
Wlz:
Wet langdurige zorg;
-
–
Wlz-uitvoerder: Wlz-uitvoerder als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wlz;
-
–
Zorginstituut: Zorginstituut Nederland genoemd in artikel 58, eerste lid, van de Zvw;
-
–
Zorgkantoor: Zorgkantoor als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wlz;
-
–
Zorgverzekeraar: zorgverzekeraar als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Zvw;
-
–
ZN: Zorgverzekeraars Nederland;
-
–
Zvw:
Zorgverzekeringswet.
Artikel 2. Aanlevering gegevens voor uitvoering Zvw
[Regeling vervallen per 01-03-2020]
-
1 De zorgverzekeraar levert de in het onderstaande Schema Zvw bedoelde gegevens, alsmede de verlangde bestuursverklaringen en accountantsproducten,
uiterlijk op de genoemde datum in 2019 aan, met uitzondering van de gegevens die zien
op de Wlz. Voor de gegevens vierde kwartaalstaat is de aanleverdatum overeenkomstig onderstaand
schema in 2020. De zorgverzekeraar dient de gegevens juist en volledig in bij het
Zorginstituut, met inachtneming van de formats en record lay-outs, bedoeld in bijlagen 1 tot en met 6 van deze Regeling.
-
2 De Wlz-uitvoerder levert het elektronisch bestand Wlz-gegevens 2018 als bedoeld in
het onderstaande Schema Zvw, alsmede de verlangde bestuursverklaring en het accountantsproduct, uiterlijk op
1 juni 2019 aan. De Wlz-uitvoerder dient de gegevens juist en volledig in bij het
Zorginstituut met inachtneming van de record lay-out, bedoeld in bijlage 5 van deze regeling.
Schema Zvw
Wat?
|
Wanneer?
|
Het elektronische bestand jaarstaat Zvw 20181, onderdeel A en C, met inachtneming van het format jaarstaat 2018, onderdelen A en
C, en de record lay-out contractinformatie, bedoeld in respectievelijk bijlage 2 en bijlage 4 van deze Regeling
|
1 mei 2019
|
Het elektronische bestand kosten per verzekerde 20161 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2019, risicoverevening, kosten per
verzekerde 2016 bedoeld in bijlage 5 van deze Regeling
|
1 mei 2019
|
Het elektronische bestand kosten per verzekerde 20172 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2019, risicoverevening, kosten per
verzekerde 2017 bedoeld in bijlage 5 van deze Regeling en bestuursverklaring
|
1 mei 2019
|
Het elektronische bestand farmaciegegevens 20181 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2019, risicoverevening, farmaciegegevens
2018 bedoeld in bijlage 5 van deze Regeling
|
1 juni 2019
|
Het elektronische bestand hulpmiddelengegevens 20181 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2019, risicoverevening, hulpmiddelen
2018 bedoeld in bijlage 5 van deze Regeling
|
1 juni 2019
|
Het elektronische bestand DBC-gegevens 20171 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2019, risicoverevening, DBC’s somatisch
2017 bedoeld in bijlage 5 van deze Regeling
|
1 juni 2019
|
De elektronische bestanden verzekerde periode en persoonskenmerken 20181 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2019, risicoverevening, Verzekerde
periode en persoonskenmerken 2018 bedoeld in bijlage 5 en het format in bijlage 6 van deze Regeling
|
1 juni 2019
|
Het elektronische bestand persoonskenmerken 1 mei 20191 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2019, risicoverevening, Persoonskenmerken
2019 bedoeld in bijlage 5 van deze Regeling
|
1 juni 2019
|
Het elektronische bestand gegevens GGZ 20171 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2019, risicoverevening, gegevens
GGZ 2017 bedoeld in bijlage 5 van deze Regeling en bestuursverklaring
|
1 juni 2019
|
Het elektronische bestand add-on geneesmiddelen 20171 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2019, risicoverevening, add-ons
geneesmiddelen 2017 bedoeld in bijlage 5 van deze Regeling
|
1 juni 2019
|
Het elektronische bestand fysio- en oefentherapiegegevens 20181 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2019, risicoverevening, fysio- en
oefentherapiegegevens 2018 bedoeld in bijlage 5 van deze Regeling
|
1 juni 2019
|
Het elektronisch bestand Wlz-gegevens 20181 met inachtneming van de record lay-outs uitvraag 2019, risicoverevening, Wlz-gegevens
2018 bedoeld in bijlage 5 van deze Regeling
|
1 juni 2019
|
Het elektronische bestand kwartaalstaat Zvw, onderdeel A en C, 1e, 2e,3e en 4e kwartaal 2019 met inachtneming van het format kwartaalstaat 2019, onderdelen A en
C, en de record lay-out contractinformatie, bedoeld in respectievelijk bijlage 1 en bijlage 3 van deze Regeling
|
Respectievelijk 28 april 2019, 28 juli 2019, 28 oktober 2019 en 28 januari 2020
|
Het elektronische bestand kwartaalstaat Zvw 1e kwartaal verzekerdenstanden 20192 met inachtneming van het format kwartaalstaat 2019, onderdeel A ‘Verzekerdenstanden
naar leeftijd en geslacht’ bedoeld in bijlage 1 van deze Regeling en bestuursverklaring bij de maartstand
|
7 maart 2019
|
1 De met een sterretje aangeduide gegevens moeten met een accountantsproduct conform
de accountantsprotocollen van de NZa en een bestuursverklaring worden aangeleverd.
2 De met twee sterretjes aangeduide gegevens worden met alleen een bestuursverklaring
aan het Zorginstituut geleverd.
Artikel 3. Aanlevering gegevens voor uitvoering Wlz
[Regeling vervallen per 01-03-2020]
-
1 Het zorgkantoor levert de in het onderstaande Schema Wlz bedoelde gegevens alsmede de verlangde bestuursverklaringen, uiterlijk op de genoemde
datum in 2019 aan. Voor de gegevens vierde kwartaalstaat is de aanleverdatum overeenkomstig
onderstaand schema in 2020. Het zorgkantoor dient de gegevens juist en volledig in
bij het Zorginstituut, met inachtneming van de formats, bedoeld in bijlagen 7 en 8 van deze Regeling.
-
2 De Wlz-uitvoerder levert de in het onderstaande Schema Wlz bedoelde gegevens alsmede de verlangde bestuursverklaring, uiterlijk op 11 augustus
2019 aan. De Wlz-uitvoerder dient de gegevens juist en volledig in bij het Zorginstituut,
met inachtneming van het format, bedoeld in bijlage 8 van deze Regeling.
Schema Wlz
Wat?
|
Door wie?
|
Wanneer?
|
Het elektronische bestand kwartaalstaat Wlz 1e, 2e,3e en 4e kwartaal 2019 met inachtneming van het format kwartaalstaat 2019, onderdelen 2.1
en 2.2, bedoeld in bijlage 7 van deze Regeling
|
Zorgkantoor
|
Respectievelijk 11 mei 2019, 11 augustus 2019, 11 november 2019 en 11 februari 2020
|
Het elektronische bestand kwartaalstaat Wlz 2e kwartaal aantal PGB-houders op 30 juni 20191 met inachtneming van het format kwartaalstaat 2019 ‘PGB’ bedoeld in bijlage 8 van deze Regeling
|
Zorgkantoor
|
11 augustus 2019
|
Het elektronische bestand kwartaalstaat Wlz 2e kwartaal aantal PGB-houders met huisbezoeken in 20181 met inachtneming van het format kwartaalstaat 2019 ‘PGB’ bedoeld in bijlage 8 van deze Regeling
|
Zorgkantoor
|
11 augustus 2019
|
Het elektronische bestand kwartaalstaat Wlz 4e kwartaal aantal PGB-houders met bewust-keuze gesprekken in 20191 met inachtneming van het format kwartaalstaat 2019 ‘PGB’ bedoeld in bijlage 8 van deze Regeling
|
Zorgkantoor
|
11 februari 2020
|
Het elektronische bestand kwartaalstaat Wlz Beheerskosten, met inachtneming van het format kwartaalstaat 2019 bedoeld in bijlage 8 van deze Regeling
|
Zorgkantoor
|
Respectievelijk 11 mei 2019, 11 augustus 2019, 11 november 2019 en 11 februari 2020
|
Het elektronische bestand kwartaalstaat Wlz 2e kwartaal verzekerdenstanden 2019* met inachtneming van het format kwartaalstaat 2019
‘Specificatie van het totaal aantal Wlz verzekerden’ bedoeld in bijlage 8 van deze Regeling
|
Wlz-uitvoerder
|
11 augustus 2019
|
1 De met een sterretje aangeduide gegevens worden met een bestuursverklaring aan het
Zorginstituut geleverd.
Artikel 4. Pseudonimisering
[Regeling vervallen per 01-03-2020]
Artikel 5. Verstrekken gegevens aan derden
[Regeling vervallen per 01-03-2020]
-
2 Het Zorginstituut verstrekt de kwartaal- en jaarstaten als bedoeld in artikel 2 en artikel 3 op verzoek aan het CAK, CBS, het CPB, DNB, VWS en ZN voor zover de betreffende verzoeker
onderbouwt dat die informatie noodzakelijk is voor de wettelijke taak van die verzoeker.
Artikel 6. Inwerkingtreding
[Regeling vervallen per 01-03-2020]
Artikel 7. Citeertitel
[Regeling vervallen per 01-03-2020]
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling structurele aanlevering gegevens Zorgverzekeringswet
en Wet langdurige zorg 2019.
Bijlage 1
[Regeling vervallen per 01-03-2020]
Format kwartaalstaat 2019, specifieke informatie A
Kostenverzamelstaat
vervolg
Kosten naar deelbedragen
vervolg
Verzekerdenstand naar leeftijd en geslacht
Verzekerdenstand naar nominale premie
Instructie verantwoording kosten kwartaalstaat
Kolom 1: Lasten 2019 inclusief balanspost
In de eerste kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:
-
• het totaal van de in de verslagperiode ontvangen declaraties voor in de verslagperiode
aan verzekerden verleende zorg/in de verslagperiode geopende DBC-zorgproducten/DBC’s.
-
• de balanspost over het hele jaar: de declaraties die na de verslagperiode zijn ontvangen
en betrekking hebben op in de verslagperiode verleende zorg/geopende DBC-zorgproducten/DBC’s
en de meest actuele raming van de over het hele jaar nog te ontvangen declaraties
voor in de verslagperiode verleende zorg/geopende DBC-zorgproducten/DBC’s. Indien
de zorgverzekeraar lumpsum- of plafondafspraken heeft gemaakt worden deze bedragen
en de verwachte bijstelling hiervan verantwoord.
Kolom 2: Ontvangen en geaccepteerde declaraties t/m Xe kwartaal 2019
In de tweede kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:
Het verschil tussen kolom 1 en kolom 2 betreft dus de balanspost over het hele jaar.
Kolom 3: Lasten 2018 inclusief balanspost
In de derde kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:
-
• het totaal van de tot en met de verslagperiode (dus inclusief de in 2018) ontvangen
declaraties met betrekking tot in 2018 aan verzekerden verleende zorg/in 2018 geopende
DBC’s.
-
• de balanspost: de declaraties die na de verslagperiode zijn ontvangen en betrekking
hebben op de in 2018 verleende zorg/geopende DBC’s en de meest actuele schatting van
de na de verslagperiode nog te ontvangen declaraties voor de in 2018 verleende zorg/in
2018 geopende DBC’s. Indien de zorgverzekeraar lumpsum- of plafondafspraken heeft
gemaakt worden deze bedragen en de verwachte bijstelling hiervan verantwoord.
Kolom 4: Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. 2018
In de vierde kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:
Het verschil tussen kolom 3 en kolom 4 betreft dus de balanspost jaar 2018.
Kolom 5: Lasten 2017 en ouder inclusief balanspost
In de vijfde kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:
-
• het totaal van de tot en met de verslagperiode (dus inclusief de in 2018 en 2017)
ontvangen declaraties met betrekking tot in 2017 aan verzekerden verleende zorg /in
2017 geopende DBC’s en tevens de in de verslagperiode ontvangen declaraties met betrekking
tot de jaren ouder dan 2017.
-
• de balanspost: de declaraties die na de verslagperiode zijn ontvangen en betrekking
hebben op de in 2017 en ouder verleende zorg/geopende DBC’s en de meest actuele schatting
van de na de verslagperiode nog te ontvangen declaraties voor de in 2017 en ouder
verleende zorg/geopende DBC’s. Indien de zorgverzekeraar lumpsum- of plafondafspraken
heeft gemaakt worden deze bedragen en de verwachte bijstelling hiervan verantwoord.
Kolom 6: Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. 2017 en ouder
In de zesde kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:
Het verschil tussen kolom 5 en kolom 6 betreft dus de balanspost 2017 en ouder.
Bijlage 2
[Regeling vervallen per 01-03-2020]
Format jaarstaat 2018, specifieke informatie A
Kostenverzamelstaat
vervolg
vervolg
Kosten naar deelbedragen
Specificaties rubriek 06 Medisch specialistische zorg
Specificaties rubriek 15 Grensoverschrijdende zorg
vervolg
Specificatie rubriek 16 Kwaliteitsgelden
Specificatie berekende nominale rekenpremie gedetineerden
Opbrengstverrekening
Kosten regionale ambulancevoorzieningen 2017
Instructie verantwoording kosten jaarstaat
Het is niet toegestaan dat de zorgverzekeraar bij de lasten inclusief balanspost in
de jaarstaat aansluit op de jaarrekening, als de afsluitdatum van de jaarrekening
eerder is dan die van de jaarstaat waardoor de ramingen in de jaarstaat niet meer
actueel zijn.
Kolom 1: Lasten 2018 inclusief Balanspost
In de eerste kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:
-
• het totaal van de tot en met 31 december 2018 ontvangen declaraties voor de in 2018
aan verzekerden verleende zorg /in 2018 geopende DBC’s.
-
• de balanspost: de declaraties die na 31 december 2018 zijn ontvangen en betrekking
hebben op de in 2018 verleende zorg/geopende DBC’s en de meest actuele raming van
de na 31 december 2018 nog te ontvangen declaraties voor de in 2018 verleende zorg/in
2018 geopende DBC’s. Indien de zorgverzekeraar lumpsum- of plafondafspraken heeft
gemaakt worden deze bedragen en de verwachte bijstelling hiervan verantwoord.
Kolom 2: Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. 2018
In de tweede kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:
Het verschil tussen kolom 1 en kolom 2 betreft dus de balanspost.
Kolom 3: Lasten 2017 inclusief balanspost
In de derde kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:
-
• het totaal van de tot en met 31 december 2018 (dus inclusief de in 2017) ontvangen
declaraties voor de in 2017 aan verzekerden verleende zorg /in 2017 geopende DBC’s.
-
• de balanspost: de declaraties die na 31 december 2018 zijn ontvangen en betrekking
hebben op de in 2017 verleende zorg/geopende DBC’s en de meest actuele schatting van
de na 31 december 2018 nog te ontvangen declaraties voor de in 2017 verleende zorg/in
2017 geopende DBC’s. Indien de zorgverzekeraar lumpsum- of plafondafspraken heeft
gemaakt worden deze bedragen en de verwachte bijstelling hiervan verantwoord.
Kolom 4: Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t. jaar 2017
In de vierde kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:
Het verschil tussen kolom 3 en kolom 4 betreft dus de balanspost.
Kolom 5: Ontvangen en geaccepteerde declaraties m.b.t 2016 en ouder
In de vijfde kolom verantwoordt de zorgverzekeraar:
-
• het totaal van de tot en met 31 december 2018 (dus inclusief de in 2017 en de in 2016)
ontvangen declaraties voor de in 2016 aan verzekerden verleende zorg /in 2016 geopende
DBC’s. Indien de zorgverzekeraar lumpsum- of plafondafspraken heeft gemaakt dan wordt
de (administratieve) verrekening met de zorgaanbieders verwerkt in de ‘ontvangen en
geaccepteerde declaraties’.
-
• en tevens de in 2018 ontvangen declaraties met betrekking tot jaren ouder dan 2016
(inclusief creditnota’s).
Kolom 5 bevat geen balanspost.
Bijlage 3
[Regeling vervallen per 01-03-2020]
Format kwartaalstaat 2019, specifieke informatie C
Specificaties rubriek 01 Huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg
Vervolg
Specificaties rubriek 03 Verpleging en verzorging
Specificaties rubriek 04 Mondzorg
vervolg
Specificaties rubriek 06 Medisch specialistische zorg
vervolg
Specificaties rubriek 10 Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg
Specificaties rubriek 13 Overige kosten
vervolg
Specificaties Wanbetalers
Specificaties contractinformatie
Contractinformatie huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg, rubriek 1
Contractinformatie verpleging en verzorging, rubriek 3
Contractinformatie medisch specialistische zorg, rubriek 6
Contractinformatie geneeskundige geestelijke gezondheidszorg, rubriek 10
Contractinformatie zintuiglijk gehandicapten, code 702
Contractinformatie geriatrische revalidatiezorg & eerstelijnsverblijf, rubriek 11
contracteninformatie medisch specialistische zorg per instelling
Instructie opgave contractinformatie
Bij de opgave contractinformatie per rubriek en bij de opgave contractinformatie medisch
specialistische zorg per instelling, hanteert het Zorginstituut zowel in de kwartaal-
als in de jaarstaat de volgende definities van de verschillende contractvormen:
-
•
Aanneemsommen: contracten waarbij de aanbieder tegen een vast bedrag voor het jaar de zorg levert;
-
•
Plafondcontracten: contracten die wel een maximumomzet maar geen minimumomzet kennen. Hieronder vallen
contracten waarbij zowel de P als de Q is afgesproken. De som van de P*Q wordt dan
hierbij opgenomen;
-
•
Nacalculatie bij aanneemsommen en plafondcontracten: dit betreft de 'open einden' die in de aanneemsomcontracten en plafondcontracten
zijn opgenomen. Het afgegrensde deel is bij de contractvorm opgenomen en onder deze
categorie alleen de inschatting van de uit de nacalculatie verwachte voortvloeiende
kosten. Het betreft onder andere aanpassingen die niet leiden tot een aanpassing van
een breder geldend plafond, omdat dit bijvoorbeeld de prikkel voor de zorginstelling
verminderd. Mogelijk wordt in plaats daarvan juist meer ruimte op andere afspraken
of zelfs extra middelen gehonoreerd. Deze bonusopbrengsten (of kortingen als een doel
niet wordt gehaald) kunnen dan opgevat worden als nacalculatie. Voorbeelden zijn bonusregelingen
als een zorginstelling een bepaalde voorwaarde haalt, bijvoorbeeld een (permanente)
verbetering van de kwaliteit van de zorg, innovatieve kosten besparingen door verbeteringen
in de planbare zorg of sturen op zinnige zorg en het behalen van substitutie of samenwerkingsdoelstellingen;
-
•
Open einde contracten: contracten die geen enkele beperking of garantie van de omzet kennen. Ook andere
contractvormen neemt de zorgverzekeraar hier op.
Bij de betreffende contractvorm geeft de zorgverzekeraar de schade op zoals hij die
verwacht voor het betreffende jaar, op basis van de gemaakte afspraken en aanvullende
inzichten.
Bij de verwachte schadelast ‘gecontracteerde zorg: plafond’ geeft de zorgverzekeraar
aan welke schadelast Zvw hij daadwerkelijk verwacht bij de zorgaanbieders waarmee hij een plafondcontract
heeft afgesproken. De verwachte schadelast is dus kleiner dan of gelijk aan de ‘totaal
afgesproken maximumomzet plafondcontracten’ (de maximumomzet van het afgesproken plafond,
dus exclusief de nacalculatieafspraken bij plafondcontracten).
Als het aandeel van de zorgverzekeraar in de afgesproken maximumomzet plafondcontracten
niet bekend is, dan geeft de zorgverzekeraar hier nogmaals de verwachte schadelast
‘gecontracteerde zorg: plafond’ op. De verwachte schadelast ‘plafond’ is dan dus gelijk
aan de maximumomzet ‘plafond’.
Bij de opgave contractinformatie medisch specialistische zorg per instelling geeft
de zorgverzekeraar een specificatie per instelling van de opgave contractinformatie
medisch specialistische zorg in de kwartaalstaat. Beide opgaven betreffen dezelfde
zorgaanbieders. De zorgverzekeraar geeft de AGB-code op van de zorgaanbieder waarmee
het contract is gesloten. Als een contract betrekking heeft op meerdere AGB-codes,
dan neemt de zorgverzekeraar een apart detailrecord op met dezelfde gegevens per contract
en tevens hetzelfde contractnummer.
Bijlage 4
[Regeling vervallen per 01-03-2020]
Format jaarstaat 2018, specifieke informatie C
Specificaties rubriek 01 Huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg
vervolg
Specificatie rubriek 02 Farmaceutische zorg
Specificaties rubriek 03 Verpleging en Verzorging
Specificaties rubriek 04 Mondzorg
vervolg
Specificatie rubriek 05 Verloskundige zorg
Specificaties rubriek 06 Medisch specialistische zorg
Vervolg
Specificaties rubriek 09 Ziekenvervoer
Specificaties rubriek 10 Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg
Specificatie rubriek 11 Geriatrische revalidatiezorg en Eerstelijnsverblijf
Specificatie rubriek 12 Kraamzorg
Specificaties rubriek 13 Overige kosten
vervolg
Specificaties rubriek 15 Grensoverschrijdende zorg
Specificaties contractinformatie
Contractinformatie huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg, rubriek 01
Contractinformatie verpleging en verzorging, rubriek 03
Contractinformatie medisch specialistische zorg, rubriek 06
Contractinformatie GGZ, rubriek 10
Vervolg
Contractinformatie zintuiglijk gehandicapten, code 702
Contractinformatie geriatrische revalidatiezorg & eerstelijnsverblijf, rubriek 11
contracteninformatie medisch specialistische zorg per instelling
Specificaties afrekeningen met het buitenland
vervolg
Bijlage 5. Record lay-outs uitvraag 2019 risicoverevening
[Regeling vervallen per 01-03-2020]
Persoonskenmerken 2019
Vervolg Persoonskenmerken 2019
Verzekerde periode en persoonskenmerken 2018
Vervolg Verzekerde periode en Persoonskenmerken 2018
Farmaciegegevens 2018
Vervolg Farmacie gegevens 2018
DBC’s somatisch 2017
Vervolg DBC’s somatisch 2017
GGZ 2017
Vervolg GGZ 2017
Kosten per verzekerde 2016
Vervolg Kosten per verzekerde 2016
Kosten per verzekerde 2017
Vervolg Kosten per verzekerde 2017
Hulpmiddelengegevens 2018
Vervolg Hulpmiddelengegevens 2018
Add-on geneesmiddelen 2017
Vervolg Add-ons geneesmiddelen 2017
Fysio- en oefentherapiegegevens 2018
Vervolg Fysio- en oefentherapiegegevens 2018
Wlz gegevens 2018
Vervolg Wlz gegevens 2018
Instructie Afsluitdatum bestanden
In de bestanden Farmaciegegevens 2018, DBC-gegevens somatisch geopend in 2017, gegevens
GGZ 2017, Hulpmiddelengegevens 2018, Add-ons geneesmiddelen 2017, fysiotherapie 2018
en Kosten per verzekerde 2017 betrekt de zorgverzekeraar alle op verzekerdenniveau
ontvangen declaraties, die hij gegeven de aanleverdatum van het bestand kan meenemen.
De zorgverzekeraar neemt geen raming op van nog te ontvangen declaraties.
In het bestand Kosten per verzekerde 2016 betrekt de zorgverzekeraar de tot en met
31 december 2018 ontvangen declaraties op verzekerdenniveau.
Instructie Kosten per verzekerde
In het definitieve bestand Kosten per verzekerde 2016 heeft de zorgverzekeraar de
verrekeningen verwerkt tussen zorgverzekeraar en zorgaanbieder als gevolg van overeengekomen
lumpsumfinanciering dan wel het overeengekomen plafondbedrag.
Voor de verrekeningen met de regionale ambulancevoorzieningen geldt dat de zorgverzekeraar
zelf de kosten per verzekerde per zorgaanbieder volgens een logische verdeelsleutel
corrigeert op basis van de informatie van de NZa over de verrekenbedragen per zorgaanbieder
per zorgverzekeraar.
In het bestand Kosten per verzekerde 2016 neemt de zorgverzekeraar de volgende kosten
niet mee: vaste zorgkosten en kosten van kwaliteitsgelden zoals verantwoord bij rubriek
16 in de jaarstaat.
Als kosten buitenland via Zorginstituut Nederland neemt de zorgverzekeraar mee de
door hem goedgekeurde declaraties van kosten met transactiejaar 2016.
Bijlage 6
[Regeling vervallen per 01-03-2020]
Format Opgave verzekerden zonder BSN en verzekerden zonder geverifieerd BSN 2018
Instructie verzekerden zonder (geverifieerd) BSN
De zorgverzekeraar ontvangt in beginsel uitsluitend een vereveningsbijdrage voor verzekerden
met een geverifieerd BSN, die zijn opgenomen in het bestand Verzekerde periode en
persoonskenmerken mét BSN over het vereveningsjaar T, aanleverdatum 1 juni T+1. De
zorgverzekeraar moet zich inspannen om het BSN van een verzekerde tijdig te verkrijgen
en te verifiëren zodat verzekerden volledig in de risicoverevening kunnen worden betrokken.
In theorie kunnen zich twee ‘problemen’ voordoen waardoor de zorgverzekeraar geen
bijdrage ontvangt voor een verzekerde, namelijk als er bij aanlevering van het bestand
Verzekerd periode en persoonskenmerken voor de betreffende verzekerde, die in jaar
T verzekerd was
Nadat de zorgverzekeraar de verzekeringsplicht heeft vastgesteld, is de zorgverzekeraar
verplicht om een verzekerde zonder (geverifieerd) BSN wél te accepteren. Als er sprake
is van een uitzonderingssituatie en is voldaan aan de voorwaarden, dan neemt de zorgverzekeraar
de betreffende verzekerde op in het deelbestand ‘Verzekerde periode en persoonskenmerken,
verzekerden zonder BSN en verzekerden zonder geverifieerd BSN’ over het vereveningsjaar
T, aanleverdatum 1 juni T+1. Die verzekerden betrekt het Zorginstituut alsnog bij
de risicoverevening, zij het met een bijdrage die uitsluitend gebaseerd is op de kenmerken
leeftijd, geslacht en regio (indien woonachtig in Nederland).
Voorwaarden voor opname in het deelbestand
Opname in het bestand is uitsluitend mogelijk nadat de verzekeringsplicht voor de
betreffende verzekerde is vastgesteld. Aangezien er geen (geverifieerd) BSN is, vraagt
dit extra inspanning van de zorgverzekeraar. Ook de actualiteit van de verzekeringsplicht
is van belang. Bijvoorbeeld: een verzekerde die in Nederland werkt en/of woont en
gedurende een jaar ingeschreven staat, maar nog steeds geen (geverifieerd) BSN heeft;
is er nog wel recht op inschrijving en zo ja, waarom is er nog steeds geen geverifieerd
BSN?
Daarnaast moeten de zorgverzekeraars zich extra inspannen om ervoor te zorgen dat
de juiste en bij die persoon horende gegevens worden verzameld en geregistreerd en
actueel zijn. Dit is ook van belang bij de verificatie, als er wel een BSN is. Uit
informatie van de Belastingdienst is gebleken dat de verificatie veelvuldig mislukt,
omdat de door de zorgverzekeraar aangeleverde gegevens niet volledig en/of niet juist
zijn. Als de verificatie mislukt, dient de zorgverzekeraar tijdig na te gaan of de
aangeleverde gegevens juist en volledig waren.
Van de verzekerden die de zorgverzekeraar in het bestand opneemt moeten alle gevraagde
gegevens zijn vermeld en moet de motivatie voldoende zijn.
De zorgverzekeraars doen er goed aan om
-
• ingezetenen te wijzen op hun plicht om zich bij een gemeente in te schrijven (wat
leidt tot opname in de Basisregistratie Personen en daarmee tot het toekennen van
een BSN)
-
• niet-ingezetenen die hier arbeid verrichten te wijzen op hun plicht om een sofinummer
aan te vragen.
Het is niet toegestaan om in dit bestand pasgeborenen in Nederland op te nemen. De
periode na afloop van het verzekeringsjaar tot de aanleverdatum van het bestand over
dat jaar is ruim genoeg.
Verzekerden zonder BSN
Bij verzekerden zonder BSN zal er in vrijwel alle gevallen sprake zijn van ‘buitenlandsituaties’
of van een bijzondere omstandigheid bij Nederlands ingezetenen. Grofweg (niet limitatief)
zijn er de volgende categorieën te onderscheiden waarin er sprake is van verzekeringsplicht
en mogelijk geen BSN:
-
• In het buitenland geboren, verzekeringsplichtige gezinsleden (kinderen) van naar het
buitenland uitgezonden verzekeringsplichtige ambtenaren of van in het buitenland gedetacheerde,
verzekeringsplichtige werknemers. Bij detachering geldt het volgende voor de verzekeringsplicht
van gezinsleden:
-
– detachering in een EU land waarmee Nederland een ziektekostenregeling heeft: bij verblijf
korter dan één jaar, waarbij het blijven wonen in Nederland aannemelijk is, zijn gezinsleden
verzekeringsplichtig,
-
– detachering in een land waarmee Nederland een verdrag heeft zonder ziektekostenregeling:
gezinsleden zijn verzekeringsplichtig afhankelijk van de afspraken in het verdrag
met het betreffende land. Verzekeringsplicht is alleen geregeld in de verdragen met
de landen Australië, Canada, inclusief Quebec, Israël, Verenigde Staten, Zuid Korea
en India,
-
– bij detachering in Noorwegen zijn gezinsleden verzekeringsplichtig;
-
• Verzekeringsplichtige gezinsleden van in Nederland gedetacheerde werknemers. Echter,
indien langdurig woonachtig in Nederland, ligt inschrijving in de Basisregistratie
Personen en dus een BSN in de rede;
-
• Baby’s die kort geleefd hebben;
-
• Beschermd getuige: een verzekeringsplichtige die wel een BSN heeft maar dat niet kenbaar
mag maken; in de praktijk is er dan geen BSN.
Verzekerden zonder (geverifieerd) BSN
Tijdelijk werknemer in Nederland, woonachtig in het buitenland, is verzekeringsplichtig
en verplicht om een BSN aan te vragen. Bij kortdurende dienstverbanden kan het zijn dat een BSN niet tijdig is verkregen of geverifieerd en dat de zorgverzekeraar
wel de verzekeringsplicht heeft vastgesteld. Bij een langere inschrijfduur moet de
zorgverzekeraar nagaan of de verzekerde nog wel verzekeringsplichtig is: of hij nog
in Nederland werkt en/of inmiddels in Nederland woont en zo ja waarom er dan nog steeds
geen (geverifieerd) BSN is. Gezinsleden zijn niet verzekeringsplichtig.
Bijlage 7
[Regeling vervallen per 01-03-2020]
Format kwartaalstaat Wlz 2019, specificaties kosten en productie zorg
vervolg
vervolg
vervolg
vervolg
vervolg
vervolg
Toelichting
In de eerste, respectievelijk de tweede kolom verantwoordt het zorgkantoor elk kwartaal
cumulatief de gerealiseerde productie (aantallen) en kosten (aantallen*tarief) per
zorgprofiel/subcategorie. Als een zorgaanbieder zijn productierealisatie niet tijdig
heeft ingediend bij het zorgkantoor, neemt het zorgkantoor voor deze ontbrekende gegevens
de productie (aantallen en bedragen) op volgend uit de productieafspraak met de desbetreffende
zorgaanbieder, omgerekend naar de desbetreffende verslagperiode, of het zorgkantoor
neemt een zo goed mogelijke schatting op van de te verwachte realisatie.
Als de verslagperiode van een zorgaanbieder op vierwekelijkse basis is, rekent het
zorgkantoor deze gegevens om naar kwartaalbasis.
Bijlage 8
[Regeling vervallen per 01-03-2020]
Format kwartaalstaat Wlz 2019, specificaties PGB, beheerskosten en aantal Wlz verzekerden
Instructie aantal PGB-houders
De ingangsdatum en de beëindigingsdatum van het PGB zijn bepalend. Bijvoorbeeld:
-
• Een cliënt waaraan op 15 juli een PGB is toegekend met als ingangsdatum 15 juni, telt
op 30 juni mee als budgethouder
-
• Een cliënt die op 25 juni overlijdt, telt op 30 juni niet mee als budgethouder. Dat
is ook het geval als er na het overlijden van deze cliënt nog sprake is van beëindigingskosten
-
• Een budgethouder telt na opname in een instelling nog twee maanden mee als budgethouder.
Instructie aantal PGB-houders met huisbezoek(en)
Een huisbezoek aan een budgethouder is een fysiek uitgevoerd huisbezoek (niet in combinatie
met een bewuste-keuze gesprek) waarvan de uitkomsten voor 1 januari 2019 intern geadministreerd
zijn.
Instructie aantal PGB-aanvragers met bewuste-keuze gesprek(ken)
Het zorgkantoor telt alle PGB-aanvragers met bewuste-keuze gesprek(ken), ongeacht
of de aanvraag dan wel het bewuste-keuze gesprek tot toekenning van een PGB heeft
geleid.
Instructie beheerskosten
De kosten van intern personeel betreffen salarissen, sociale lasten, pensioenen en
personeelsvoorzieningen, zoals opleidingen. Kosten extern personeel zijn personeelslasten
van werkzaamheden die het zorgkantoor aan externen heeft uitbesteed. Overige beheerskosten
zijn beheerskosten die niet direct zijn toe te rekenen aan personeelslasten van intern
of extern personeel, zoals doorbelaste kosten vanuit het concern.