Artikel 1. Registratie/opleidingsvereisten/evaluatie
-
1 De deelnemende mediator dient MfN-registermediator te zijn. Deze MfN- registermediator heeft een door de Stichting
Kwaliteit Mediators afgenomen peer review met goed gevolg ondergaan én in de drie
jaar voor de datum van inschrijving bij de Raad voor Rechtsbijstand negen mediations
op basis van de Mediationovereenkomst voor de MfN-registermediator verricht.
De mediator is zich er van bewust dat het behoud van de status MfN-registermediator
een absolute voorwaarde is om ingeschreven te kunnen blijven als mediator. De mediator
verklaart zich per direct uit te laten schrijven bij de Raad voor Rechtsbijstand vanaf
het moment dat de inschrijving bij de Stichting Kwaliteit Mediators eindigt. De Stichting Kwaliteit Mediators geeft dit eveneens, ter controle, aan de
Raad voor Rechtsbijstand door.
Artikel 2. Beschikbaarheid
De mediator verplicht zich steeds beschikbaar te zijn voor het doen van een verwezen
mediation – behoudens vakantie en tijdens ziekte – en telkens binnen twee weken na
aanmelding en acceptatie van de mediation een eerste mediationbijeenkomst te houden
en vervolgafspraken zodanig te maken dat de mediation binnen drie maanden na de eerste
bijeenkomst afgerond is.
Artikel 3. Organisatie kantoor/ praktijk
De mediator dient een regeling te hebben getroffen ten aanzien van de organisatie
van zijn kantoor/ praktijk, waarin voldoende voorzien is in:
-
a. de telefonische bereikbaarheid tijdens kantooruren waarvan enkele uren per dag direct
en voor het overige via het gebruik van een telefoonbeantwoorder of voicemail, e-mail
en een fax, die dagelijks respectievelijk worden afgeluisterd, geopend en/ of gelezen;
-
b. dat verhindering wegens overmacht zo spoedig mogelijk telefonisch door de mediator
wordt doorgeven aan de verwijzingsvoorziening, onmiddellijk gevolgd door schriftelijke
bevestiging hiervan.
Artikel 4. Plaatsvervanging
Plaatsvervanging is in principe niet mogelijk. Incidenteel kan, in geval van zwaarwegende
redenen voor verhindering, plaatsvervanging geschieden met een eveneens bij de Raad
voor Rechtsbijstand ingeschreven mediator. Indien het om een verwijzing van de verwijzingsvoorzieningen
gaat, dient dit tevens in overleg met de betreffende verwijzingsvoorziening te geschieden.
-
5 De mediator bevordert dat voor een partij die daarvoor in aanmerking komt een toevoeging
wordt verleend. Dit geldt ook voor de mediators die hebben aangegeven alleen mediations
met betalende partijen te willen doen.
Indien in een specifiek geval een partij, die voor een toevoeging in aanmerking komt
en daarop door de mediator is gewezen, bewust afziet van gesubsidieerde mediation,
wordt dat schriftelijk vastgelegd. In dat geval kan een mediator zijn werkzaamheden
niet op toevoegingsbasis declareren. Indien een toevoeging is verleend, wordt deze
aan de Raad ter intrekking toegezonden.
Artikel 6. Klacht- en tuchtrecht
De mediator heeft zich gecommitteerd aan de klachtenregeling van de Stichting Kwaliteit
Mediators (SKM) en het Reglement Stichting Tuchtrechtspraak Mediators d.d. 2015 en
stemt in met de plicht van de SKM om de uitkomst van klachten waarbij een onherroepelijke
maatregel van onvoorwaardelijke schorsing of schrapping is opgelegd aan deelnemende
mediators te melden aan de verwijzingsvoorziening van de Rechtspraak en aan de Raad
voor Rechtsbijstand. De mediator stemt er tevens mee in dat de SKM gevallen waarbij
sprake is van een (vermoeden van) fraude/misbruik van het stelsel van gesubsidieerde
rechtsbijstand van deelnemende mediators aan de Raad voor Rechtsbijstand behoort te
melden.
De Raad en de SKM overleggen in 2018 over het opstellen van een gezamenlijk protocol
over de onderlinge informatie uitwisseling.
Artikel 7. Beroepsaansprakelijkheidsverzekering
De mediator heeft een deugdelijke beroepsaansprakelijkheidsverzekering ten bedrage
van € 450.000,– (zegge vierhonderdvijftigduizend euro) per gebeurtenis. Bij inschrijving verklaart de mediator aldus verzekerd te zijn,
dan wel bereid te zijn dadelijk na toelating een beroepsaansprakelijkheidsverzekering
af te sluiten voor minimaal € 450.000 per gebeurtenis.
De mediator draagt zorg voor het compleet en tijdig verstrekken van de gegevens ten
behoeve van de monitoring die door de verwijzingsvoorziening worden gevraagd.
Artikel 9. Mediationkamers
De mediator is bereid mediationbijeenkomsten te houden in mediationkamers die door
de verwijzingsvoorziening bij de Rechtspraak zijn ingericht. Voor de gevallen waarin
de verwijzingsvoorziening geen ruimte ter beschikking heeft, dient de mediator adequate
ruimte ter beschikking te hebben om mediationbijeenkomsten te houden. De mediator
brengt hiervoor geen kosten aan partijen in rekening.
Artikel 10. Team- en co-mediation
-
2 De mediator is bereid tot het laten bijwonen van verwezen mediations door een (onervaren)
co-mediator. De verwijzingsvoorzieningen bieden mediators die nog geen MfN registermediator
zijn, maar wel een erkende mediationopleiding hebben voltooid de gelegenheid ervaring
op te doen als co-mediator. Alle door de Raad ingeschreven mediators mogen zelf co-mediators
meenemen die voldoen aan de hiervoor genoemde kwalificatie.
Hierbij dienen de volgende regels in acht te worden genomen:
-
− de mediator staat ervoor in alleen co-mediators mee te nemen die een erkende mediationopleiding
hebben voltooid;
-
− co-mediators ontvangen geen vergoeding, noch van de verwijzingsvoorziening, noch van
de partijen;
-
− de mediator zal zich niet laten betalen door de co-mediator voor het laten bijwonen
van de mediation;
-
− de mediator blijft verantwoordelijk voor de gang van zaken tijdens de mediation;
-
− de mediator draagt er zorg voor dat de mediationovereenkomst mede wordt ondertekend
door de co-mediator;
-
− de mediator tekent op de monitoringformulieren aan wie als co-mediator is opgetreden
en welke opleiding deze heeft voltooid.
Artikel 11. Vergoeding voor de niet toegevoegde partij. Eigen bijdrage toevoegingscliënt
-
1 In zaken die zijn verwezen door een van de verwijzingsvoorzieningen binnen het rechtsbestel geldt, als geen enkele partij voor een toevoeging in aanmerking
komt, de volgende regeling: de mediator verplicht zich om zijn uurtarief alleen in
rekening te brengen voor:
Na afloop van de mediation krijgen cliënten een urenverantwoording van de mediator,
waarin hij zijn tijdsbesteding gespecificeerd per uur (of gedeelte van een uur), activiteit
en datum heeft vermeld, alsmede een specificatie van de (eventuele) vooraf overeengekomen
bijzondere kosten. Bijzondere kosten kunnen aan partijen alleen in rekening worden
gebracht indien zij daarmee vooraf hebben ingestemd.
De mediator geeft aan de Raad voor Rechtsbijstand het uurtarief op dat hij hanteert
voor partijen die niet voor een toevoeging in aanmerking komen. De mediator kan aan
partijen die niet voor een toevoeging in aanmerking komen, geen hoger uurtarief in
rekening brengen dan hij aan de Raad heeft opgegeven.
Het aan de Raad opgegeven uurtarief wordt opgenomen in de onder 5.2 bedoelde openbare lijst van mediators (Mediatorsearch).
De mediator kan een instaptarief hanteren.
-
2 Als in een zaak met twee partijen een van de partijen voor een toevoeging in aanmerking
komt, behoort de mediator het aantal uren dat in het eerste lid wordt bedoeld door
twee te delen. Aan de betalende partij mag niet meer dan de helft van het in het eerste
lid bedoelde aantal uren in rekening worden gebracht. Aan de toegevoegde partij worden
geen uren in rekening gebracht indien voor deze partij een toevoegingsvergoeding kan
worden verkregen.
Deze regeling voor toevoegingszaken geldt zowel in het geval van een verwijzing vanuit
een van de verwijzingsvoorzieningen als in het geval waarin de mediator partijen zonder
zo’n verwijzing bijstaat.
-
3 De mediator geeft aan of hij/zij bereid is om op de in het inschrijvingsformulier
genoemde affiniteitsgebieden rechtzoekenden op basis van een toevoeging bij te staan.
Toevoegingen zijn niet van toepassing bij zakelijke conflicten, met uitzondering van
consumententransacties.
-
4 In het geval dat partijen of een van hen een aanvraag in het kader van de gesubsidieerde
rechtsbijstand doen, werkt de mediator – behalve volgens deze inschrijvingsvoorwaarden
– ook volgens de voorschriften van de Wet op de rechtsbijstand. Als voor een partij een toevoeging is verleend, mag de mediator aan deze partij
naast de door de Raad opgelegde eigen bijdrage geen honorarium/uurtarief in rekening
brengen.
-
5 In het geval als omschreven in lid 4, richt de mediator zijn/ haar toevoegingsaanvragen
en declaraties zorgvuldig en volledig in, met inachtneming van de regels die bij of
krachtens de wet zijn gesteld. Hij/ zij neemt daarbij voorts de algemene voorschriften
en beleidsregels die met het oog op de wijze van indiening van toevoegingsaanvragen
c.q. declaraties door de Raad voor Rechtsbijstand zijn of worden uitgevaardigd in
acht en houdt rekening met specifieke aanwijzingen van het bureau van de Raad.
Artikel 12. Registratie van affiniteiten door de Raad voor Rechtsbijstand
Bij zijn verzoek tot inschrijving bij de Raad voor Rechtsbijstand kan de mediator
één of meer affiniteiten opgeven. Een affiniteit wordt door de Raad alleen geregistreerd
als per hoofdcategorie waarbinnen de affiniteit wordt opgegeven tenminste drie mediations zijn behandeld. Dit moet aan de hand van (geanonimiseerde) mediationovereenkomsten
aangetoond worden. Dit geldt niet voor het registreren van affiniteiten op het terrein
van het Personen- en Familierecht, daarop is artikel 13 van toepassing.
Artikel 13. Deskundigheidseisen voor het behandelen van zaken op het terrein van het
personen - familierecht
Om ingeschreven te kunnen worden voor dit vakgebied dient een mediator die om inschrijving
verzoekt, naast de in artikel 1 lid 1 omschreven eisen, te voldoen aan het volgende vereiste:
Om vervolgens ingeschreven te blijven voor dit vakgebied dient een daarvoor toegelaten
mediator te voldoen aan de volgende vereisten:
Artikel 14. Deskundigheidseisen voor het behandelen van zaken betreffende internationale
kinderontvoering
Naast de voorwaarden uit de artikelen 1 tot en met 13 behoren mediators die zaken betreffende internationale kinderontvoering willen behandelen
zich daarvoor apart in te inschrijven bij de Raad voor Rechtsbijstand. Bij het verzoek
moeten zij aantonen dat zij voldoen aan onderstaande criteria:
-
– succesvol hebben deelgenomen aan een door de Raad voor Rechtsbijstand erkende opleiding
voor cross border mediation;
-
– kennis van het Haags Kinderontvoeringsverdrag van 25 oktober 1980 (HKOV) en de Uitvoeringswet inzake internationale ontvoering van kinderen van 2 mei 1990;
-
– ervaring als mediator in familierechtzaken, dat wil zeggen als mediator 10 familierechtzaken
behandeld hebben;
-
– op de hoogte blijven van de (rechts)ontwikkelingen op het gebied van internationale
kinderontvoering door het bijwonen van relevante congressen, cursussen, lezingen etc.
en het op de hoogte blijven van relevante jurisprudentie.
Om te voorkomen dat de kwaliteit van de door de mediator te verrichten werkzaamheden
in het gedrang komt, door onder meer het te snel en te veel aanvragen van toevoegingen
of door het onvoldoende tijd en aandacht besteden aan zaken, worden aan een mediator
jaarlijks niet meer toevoegingen afgegeven dan 250.
Het maximum van 250 toevoegingen per jaar sluit aan bij de door de beroepsgroep algemeen
aanvaarde norm van het aantal van omstreeks 1.200 declarabele uren per jaar dat maximaal
verricht zou moeten kunnen worden zonder dat de kwaliteit van de werkzaamheden in
het gedrang komt.
Indien een mediator het maximum aantal toevoegingen heeft bereikt, zullen in het betreffende
kalenderjaar geen toevoegingen meer aan hem worden afgegeven. De Raad informeert de
Mediatorsfederatie Nederland over het bereiken van de grens van het maximum aantal
af te geven toevoegingen. De mediator stemt door zijn inschrijving bij de Raad op
voorhand met deze melding in.
De mediator kan in het volgend kalenderjaar opnieuw om inschrijving verzoeken. Als
hij in het jaar daarop opnieuw toevoeging verzoekt in zaken waarin het vorig jaar
vanwege het bereiken van het maximum aan hem toevoegingen zijn geweigerd, zal – indien
de toevoeging alsnog wordt verleend – de ingangsdatum in het jaar van de nieuwe aanvraag
liggen.
Artikel 16. Wijziging van gegevens en beëindiging deelname
Het doorgeven van wijzigingen van gegevens en beëindiging van deelname dient schriftelijk
te geschieden bij de Raad voor Rechtsbijstand.