Naam entiteit
|
Grond
|
Definitie
|
De gegevens over de grond waar de laag uit bestaat.
|
Kardinaliteit
|
0..1
|
Toelichting
|
De meeste gegevens hebben betrekking op de samenstelling van de grond, enkele over
eigenschappen die direct daarmee samenhangen.
|
|
|
10.3.1 geotechnische grondsoort
|
Naam attribuut
|
geotechnische grondsoort
|
Definitie
|
De naam van de grondsoort vanuit geotechnisch perspectief.
|
Kardinaliteit
|
1
|
Authentiek
|
Ja
|
Domein
|
GeotechnischeGrondsoort
|
Type
|
Codelijst
|
Regels IMBRO/A
|
Wanneer de waarde van het attribuut beschrijfprocedure van de entiteit Boormonsterbeschrijving gelijk is aan NEN5104Synthetisch,
heeft het gegeven geen waarde.
|
Toelichting
|
De namen van grondsoorten zijn het resultaat van de afspraken die zijn vastgelegd
in de beschrijfprocedure NEN-EN-ISO 14688-1.
|
|
|
10.3.2 grondsoort NEN5104
|
Naam attribuut
|
grondsoort NEN5104
|
Definitie
|
De naam van de grondsoort volgens de systematiek die gebaseerd is op NEN 5104.
|
Kardinaliteit
|
0..1
|
Authentiek
|
Ja
|
Domein IMBRO/A
|
GrondsoortNEN5104
|
Type
|
Codelijst
|
Regels
|
Het gegeven ontbreekt wanneer de waarde van het attribuut beschrijfprocedure van de entiteit Boormonsterbeschrijving niet gelijk is aan NEN5104Synthetisch en dat is onder IMBRO altijd het geval.
|
Toelichting
|
De lijst met grondsoorten is gebaseerd op de classificatie volgens NEN 5104, maar
is iets uitgebreid om beter aan te sluiten bij de geotechnische praktijk. Grondsoorten
die in eerste instantie als veen geclassificeerd zouden moeten worden, worden nader
gespecificeerd (veen, bruinkool, detritus, dy en gyttja) en de namen van zeer grove
gronden zijn toegevoegd (blokken, keien en keitjes).
|
|
|
10.3.3 grindgehalteklasse NEN5104
|
Naam attribuut
|
grindgehalteklasse NEN5104
|
Definitie
|
Het gehalte aan grind volgens NEN 5104 uitgedrukt in een klasse.
|
Kardinaliteit
|
0..1
|
Authentiek
|
Ja
|
Domein IMBRO/A
|
GrindgehalteklasseNEN5104
|
Type
|
Codelijst
|
Regels
|
Het gegeven ontbreekt wanneer de waarde van het attribuut beschrijfprocedure van de entiteit Boormonsterbeschrijving niet gelijk is aan NEN5104Synthetisch en dat is onder IMBRO altijd het geval.
|
Regels IMBRO/A
|
Het gegeven is aanwezig wanneer de waarde van het attribuut beschrijfprocedure van de entiteit Boormonsterbeschrijving gelijk is aan NEN5104Synthetisch en de waarde van het attribuut grondsoort NEN5104 gelijk is aan mineraalarmVeen, zwakKleiigVeen, sterkKleiigVeen, zwakZandigVeen, sterkZandigVeen,
detritusNietGespecificeerd, bruinkoolNietGespecificeerd, gyttjaNietGespecificeerd,
dy, zwakSiltigeKlei, matigSiltigeKlei, sterkSiltigeKlei, uiterstSiltigeKlei, zwakZandigeKlei,
matigZandigeKlei, sterkZandigeKlei, zwakZandigeLeem, sterkZandigeLeem, kleiigZand,
zwakSiltigZand, matigSiltigZand, sterkSiltigZand of uiterstSiltigZand. In andere gevallen ontbreekt het gegeven.
|
Toelichting
|
In de NEN 5104 classificatie wordt het gehalte aan grind altijd geschat. Het gegeven
wordt apart vastgelegd wanneer het gehalte minder is dan 30 procent. Daarboven bepaalt
het gehalte de naam van de grondsoort.
|
|
|
10.3.4 organischestofgehalteklasse NEN5104
|
Naam attribuut
|
organischestofgehalteklasse NEN5104
|
Definitie
|
Het gehalte aan organische stof volgens NEN 5104 uitgedrukt in een klasse.
|
Kardinaliteit
|
0..1
|
Authentiek
|
Ja
|
Domein IMBRO/A
|
OrganischestofgehalteklasseNEN5104
|
Type
|
Codelijst
|
Regels
|
Het gegeven ontbreekt wanneer de waarde van het attribuut beschrijfprocedure van de entiteit Boormonsterbeschrijving niet gelijk is aan NEN5104Synthetisch en dat is onder IMBRO altijd het geval.
|
Regels IMBRO/A
|
Het gegeven is aanwezig wanneer de waarde van het attribuut beschrijfprocedure van de entiteit Boormonsterbeschrijving gelijk is aan NEN5104Synthetisch en de waarde van grondsoort NEN5104 gelijk is aan blokken, keienNietGespecificeerd, keitjesNietGespecificeerd, siltigGrind, zwakZandigGrind,
matigZandigGrind, sterkZandigGrind, uiterstZandigGrind, zwakSiltigeKlei, matigSiltigeKlei,
sterkSiltigeKlei, uiterstSiltigeKlei, zwakZandigeKlei, matigZandigeKlei, sterkZandigeKlei,
zwakZandigeLeem, sterkZandigeLeem, kleiigZand, zwakSiltigZand, matigSiltigZand, sterkSiltigZand
of uiterstSiltigZand.
In andere gevallen ontbreekt het gegeven.
|
Toelichting
|
In de NEN 5104 classificatie wordt het gehalte aan organische stof altijd geschat.
Het gegeven wordt apart vastgelegd wanneer het gehalte onder een bepaald percentage
ligt. Daarboven bepaalt het gehalte de naam van de grondsoort.
|
|
10.3.5 bijzonder bestanddeel
|
Naam attribuut
|
bijzonder bestanddeel
|
Definitie
|
Een bestanddeel dat uit materiaal bestaat dat niet tot een grondsoort wordt gerekend
en niet bepalend is voor de geotechnische eigenschappen van de grond met, wanneer
relevant, aanduiding van de relatieve hoeveelheid ervan.
|
Kardinaliteit
|
0..*
|
Authentiek
|
Ja
|
Domein
|
BijzonderBestanddeel
|
Type
|
Codelijst
|
Regels
|
Het gegeven mag ontbreken wanneer de waarde van het attribuut beschrijfkwaliteit gelijk is aan klasse3. In andere gevallen is het gegeven aanwezig.
|
Regels IMBRO/A
|
Wanneer de waarde van het attribuut beschrijfprocedure van de entiteit Boormonsterbeschrijving gelijk is aan NEN5104Synthetisch, mag het gegeven ontbreken.
|
Toelichting
|
Onder NEN-EN-ISO 14688 moeten bijzondere bestanddelen worden beschreven wanneer ze
belangrijk zijn voor het herleiden van de oorsprong van de grond of wanneer ze de
geotechnische eigenschappen van de grond kunnen beïnvloeden. Bijzondere bestanddelen
hebben gewoonlijk of een natuurlijke of een antropogene herkomst maar in enkele gevallen
is beide mogelijk.
In het geval er geen bijzondere bestanddelen aanwezig zijn wordt de waarde geen vastgelegd.
Onder de procedure NEN 5104 staat het vrij bijzondere bestanddelen te benoemen en
er wordt dan geen relatie met de geotechnische eigenschappen van de grond verondersteld.
|
|
|
10.3.6 kleur
|
|
Naam attribuut
|
kleur
|
Definitie
|
De kleur van de grond.
|
Kardinaliteit
|
1
|
Authentiek
|
Ja
|
Domein
|
Kleur
|
Type
|
Codelijst
|
Regels IMBRO/A
|
Wanneer de waarde van het attribuut beschrijfprocedure van de entiteit Boormonsterbeschrijving gelijk is aan NEN5104Synthetisch kan de kleur niet bepaald zijn, alleen in dat geval heeft het gegeven geen waarde.
|
Toelichting
|
Het bepalen van kleur kent een zekere mate van subjectiviteit als dat gebeurt zonder
gebruik te maken van hulpmiddelen. Een kleurenkaart kan helpen de consistentie van
de door verschillende personen en bij verschillende lichtsterkte uitgevoerde beschrijvingen
te waarborgen. Om de namen van kleuren een meer objectieve basis te geven en het gebruik
van een kleurenkaart te ondersteunen, is de vertaling naar de codes van de Munsell
kleurenkaarten voor grond en gesteenteopgenomen in de codelijst (Munsell Soil Color Chart en Munsell Rock Color Chart).
De kleur die is vastgelegd onder NEN 5104 kan niet naar Munsellcodes worden vertaald.
|
|
|
10.3.7 gevlekt
|
|
Naam attribuut
|
gevlekt
|
Definitie
|
De aanduiding die aangeeft of de grond vlekken vertoont.
|
Kardinaliteit
|
0..1
|
Authentiek
|
Ja
|
Domein
|
IndicatieJaNee
|
Type
|
Enumeratie
|
Regels
|
Het gegeven is aanwezig wanneer de waarde van het attribuut interne structuur intact gelijk is aan ja. In andere gevallen ontbreekt het gegeven.
|
Toelichting
|
Het voorkomen van vlekken is een aanwijzing voor verandering van de chemische samenstelling
van de grond na afzetting van het sediment.
Het gegeven is onder NEN 5104 niet vastgelegd.
|
|
|
10.3.8 gelaagde inhomogeniteit
|
Naam attribuut
|
gelaagde inhomogeniteit
|
Definitie
|
De afwijkende laagjes in een samengestelde laag getypeerd naar dikte en soort grond
of gesteente.
|
Kardinaliteit
|
0..1
|
Authentiek
|
Ja
|
Domein
|
GelaagdeInhomogeniteit
|
Type
|
Codelijst
|
Regels
|
Het gegeven is aanwezig wanneer de waarde van het attribuut samengestelde laag gelijk is aan ja.
In andere gevallen ontbreekt het gegeven.
|
|
|
10.3.9 disperse inhomogeniteit
|
Naam attribuut
|
disperse inhomogeniteit
|
Definitie
|
De typering van willekeurig verspreid voorkomende concentraties van een afwijkende
grond- of gesteentesoort naar hoeveelheid en materiaal.
|
Kardinaliteit
|
0..2
|
Authentiek
|
Ja
|
Domein
|
DisperseInhomogeniteit
|
Type
|
Codelijst
|
Regels
|
Het gegeven mag ontbreken wanneer de waarde van het attribuut beschrijfkwaliteit gelijk is aan klasse3. In andere gevallen is het gegeven aanwezig.
|
Regels IMBRO/A
|
Wanneer de waarde van het attribuut beschrijfprocedure van de entiteit Boormonsterbeschrijving gelijk is aan NEN5104Synthetisch, mag het gegeven ontbreken.
|
Toelichting
|
Hoe het voorkomen van concentraties, brokjes en lensjes, van afwijkende grond- of
gesteentesoorten, moet worden geïnterpreteerd hangt af van de beschrijfkwaliteit.
Wanneer het profiel als beschrijfkwaliteit de waarde klasse2ongeroerd heeft, mag men ervan uitgaan dat de inhomogeniteit een in-situ eigenschap is. In
het geval de beschrijfkwaliteit een andere waarde heeft is dat niet altijd het geval
en zal het voorkomen van afwijkende materialen veelal de expressie zijn van vermenging
van lagen met een andere samenstelling.
|
|
|
10.3.10 kalkgehalteklasse
|
Naam attribuut
|
kalkgehalteklasse
|
Definitie
|
Het gehalte aan koolzure kalk uitgedrukt in een klasse.
|
Kardinaliteit
|
0..1
|
Authentiek
|
Ja
|
Domein
|
Kalkgehalteklasse
|
Type
|
Codelijst
|
Regels
|
Het gegeven ontbreekt wanneer de waarde van het attribuut beschrijfkwaliteit gelijk is aan klasse3. In andere gevallen is het gegeven aanwezig.
|
Regels IMBRO/A
|
Wanneer de waarde van het attribuut beschrijfprocedure van de entiteit Boormonsterbeschrijving gelijk is aan NEN5104Synthetisch, mag het gegeven ontbreken.
|
Toelichting
|
Het kalkgehalte wordt geschat naar de mate van opbruisen met verdund zoutzuur (10%
HCl).
|
|
|
10.3.11 organischestofgehalteklasse
|
Naam attribuut
|
organischestofgehalteklasse
|
Definitie
|
Het gehalte aan organische stof uitgedrukt in een klasse.
|
Kardinaliteit
|
0..1
|
Authentiek
|
Ja
|
Domein
|
Organischestofgehalteklasse
|
Type
|
Codelijst
|
Regels
|
Het gegeven ontbreekt wanneer de waarde van het attribuut geotechnische grondsoort gelijk is aan detritus, zwakZandigeDetritus, sterkZandigeDetritus, siltigeDetritus, kleiigeDetritus,
humus, zwakZandigeHumus, sterkZandigeHumus, siltigeHumus, kleiigeHumus, veen, zwakZandigVeen,
sterkZandigVeen, siltigVeen, kleiigVeen, bruinkool of gyttja. In andere gevallen is het gegeven aanwezig.
|
Regels IMBRO/A
|
Wanneer de waarde van het attribuut beschrijfprocedure van de entiteit Boormonsterbeschrijving gelijk is aan NEN5104Synthetisch, ontbreekt het gegeven.
|
Toelichting
|
Het aandeel organische stof wordt volgens NEN-EN-ISO 14688-1 bepaald op basis van
waarneembare en voelbare eigenschappen.
De organischestofgehalteklasse wordt niet bepaald als de grond is geclassificeerd
als organische grond en de primaire fractie uit veen, humus, detritus, bruinkool of
gyttja bestaat.
|
|
|
10.3.12 beworteld
|
|
Naam attribuut
|
beworteld
|
Definitie
|
De aanduiding die aangeeft of de grond wortels of resten van wortels bevat.
|
Kardinaliteit
|
1
|
Authentiek
|
Ja
|
Domein
|
IndicatieJaNee
|
Type
|
Enumeratie
|
Regels IMBRO/A
|
Wanneer de waarde van het attribuut beschrijfprocedure van de entiteit Boormonsterbeschrijving gelijk is aan NEN5104Synthetisch kan de beworteling niet bepaald zijn, alleen in dat geval heeft het gegeven geen
waarde.
|
Toelichting
|
Het kan hier gaan om levende zowel als dode wortels.
|
|
|
10.3.13 scheve gradering
|
|
Naam attribuut
|
scheve gradering
|
Definitie
|
De aanduiding die aangeeft of de grootte van de korrels waar de grond uit bestaat
in een diagonale richting trendmatig verandert.
|
Kardinaliteit
|
0..1
|
Authentiek
|
Ja
|
Domein
|
IndicatieJaNee
|
Type
|
Enumeratie
|
Regels
|
Het gegeven mag aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut interne structuur intact gelijk is aan ja. In andere gevallen ontbreekt het gegeven.
|
Toelichting
|
Het gegeven heeft betrekking op grove en zeer grove gronden. Normaliter zijn de korrels
willekeurig naar grootte over de laag verdeeld, maar onder bepaalde omstandigheden
vindt tijdens de vorming van het sediment sortering plaats naar grootte en gewicht.
Het voorkomen van een dergelijke sortering is van invloed op de geotechnische eigenschappen
van de grond. Verder geeft het ook meer inzicht in de omstandigheden waaronder het
sediment is gevormd.
Het gegeven is onder NEN 5104 niet vastgelegd.
|
|
|
10.3.14 verticale gradering
|
Naam attribuut
|
verticale gradering
|
Definitie
|
De aanduiding die aangeeft of de grootte van de korrels waar de grond uit bestaat
van onder naar boven trendmatig veranderd.
|
Kardinaliteit
|
0..1
|
Authentiek
|
Ja
|
Domein
|
IndicatieJaNee
|
Type
|
Enumeratie
|
Regels
|
Het gegeven mag aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut interne structuur intact gelijk is aan ja. In andere gevallen ontbreekt het gegeven.
|
Toelichting
|
Het gegeven heeft betrekking op grove en zeer grove gronden. Normaliter zijn de korrels
willekeurig naar grootte over de laag verdeeld, maar onder bepaalde omstandigheden
vindt tijdens de vorming van het sediment sortering plaats naar grootte en gewicht.
Het voorkomen van een dergelijke sortering is van invloed op de geotechnische eigenschappen
van de grond. Verder geeft het ook meer inzicht in de omstandigheden waaronder het
sediment is gevormd.
Het gegeven wordt vastgelegd wanneer de kwaliteit van de monsters dat rechtvaardigt
en dat is wanneer de interne structuur niet is verstoord.
Het gegeven is onder NEN 5104 niet vastgelegd.
|
|
|
10.3.15 vermengd
|
|
Naam attribuut
|
vermengd
|
Definitie
|
De aanduiding of de grond na vorming van de laag door natuurlijke processen vermengd
is met grond uit andere lagen.
|
Kardinaliteit
|
0..1
|
Authentiek
|
Ja
|
Domein
|
IndicatieJaNee
|
Type
|
Enumeratie
|
Regels
|
Het gegeven mag aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut interne structuur intact gelijk is aan ja. In andere gevallen ontbreekt het gegeven.
|
Toelichting
|
Het gegeven wordt vastgelegd wanneer de kwaliteit van de monsters dat rechtvaardigt
en dat is wanneer de interne structuur niet is verstoord.
Het gegeven is onder NEN 5104 niet vastgelegd.
|
|
|
10.3.16 type vermenging
|
|
Naam attribuut
|
type vermenging
|
Definitie
|
De omschrijving van het natuurlijk proces dat tot vermenging van de grond heeft geleid.
|
Kardinaliteit
|
0..1
|
Authentiek
|
Ja
|
Domein
|
TypeVermenging
|
Type
|
Codelijst
|
Regels
|
Het gegeven mag alleen aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut vermengd gelijk is aan ja. In andere gevallen ontbreekt het gegeven.
|
Toelichting
|
De uitvoerder heeft in standaard geotechnisch onderzoek de vrijheid te bepalen of
hij het gegeven vastlegt. Het herkennen van de processen hangt namelijk af van de
expertise van de uitvoerder.
|
|
|
10.3.17 grindmediaanklasse
|
Naam attribuut
|
grindmediaanklasse
|
Definitie
|
De mediaan van de grindfractie uitgedrukt in een klasse.
|
Kardinaliteit
|
0..1
|
Authentiek
|
Ja
|
Domein
|
Grindmediaanklasse
|
Type
|
Codelijst
|
Regels
|
Het gegeven is aanwezig wanneer de waarde van het attribuut geotechnische grondsoort gelijk is aan keienMetGrind, keitjesMetGrind, grind, grindMetKeien, grindMetKeitjes, zwakZandigGrind,
sterkZandigGrind, siltigGrind, kleiigGrind, zwakGrindigZand, sterkGrindigZand, siltigZandMetGrind,
kleiigZandMetGrind, zwakGrindigeSilt, sterkGrindigeSilt, zwakZandigeSiltMetGrind,
sterkZandigeSiltMetGrind, zwakGrindigeKlei, sterkGrindigeKlei, zwakZandigeKleiMetGrind,of sterkZandigeKleiMetGrind. In andere gevallen ontbreekt het gegeven.
|
Regels IMBRO/A
|
Wanneer de waarde van het attribuut beschrijfprocedure van de entiteit Boormonsterbeschrijving gelijk is aan NEN5104Synthetisch, mag het gegeven aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut grondsoort NEN5104 gelijk is aan siltigGrind, zwakZandigGrind, matigZandigGrind, sterkZandigGrind of uiterstZandigGrind of wanneer de waarde van het attribuut grindgehalteklasseNEN5104 gelijk is aan zwakGrindig, matigGrindig of sterkGrindig.
|
Toelichting
|
De grindmediaan wordt bepaald wanneer de grond grind bevat.
|
|
|
10.3.18 fijn grind gehalteklasse
|
Naam attribuut
|
fijn grind gehalteklasse
|
Definitie
|
Het gehalte aan fijn grind van de grindfractie uitgedrukt in een klasse.
|
Kardinaliteit
|
0..1
|
Authentiek
|
Ja
|
Domein IMBRO/A
|
FijnGrindGehalteklasse
|
Type
|
Codelijst
|
Regels
|
Het gegeven ontbreekt wanneer de waarde van het attribuut beschrijfprocedure van de entiteit Boormonsterbeschrijving niet gelijk is aan NEN5104Synthetisch en dat is onder IMBRO altijd het geval.
|
Regels IMBRO/A
|
Het gegeven mag aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut beschrijfprocedure van de entiteit Boormonsterbeschrijving gelijk is aan NEN5104Synthetisch en de waarde van het attribuut grondsoort NEN5104 is gelijk aan siltigGrind, zwakZandigGrind, matigZandigGrind, sterkZandigGrind of uiterstZandigGrind of de waarde van het attribuut grindgehalteklasseNEN5104 gelijk is aan zwakGrindig, matigGrindig of sterkGrindig. In andere gevallen ontbreekt het gegeven.
|
|
|
10.3.19 matig grof grind gehalteklasse
|
Naam attribuut
|
matig grof grind gehalteklasse
|
Definitie
|
Het gehalte aan matig grof grind van de grindfractie uitgedrukt in een klasse.
|
Kardinaliteit
|
0..1
|
Authentiek
|
Ja
|
Domein IMBRO/A
|
MatigGrofGrindGehalteklasse
|
Type
|
Codelijst
|
Regels
|
Het gegeven ontbreekt wanneer de waarde van het attribuut beschrijfprocedure van de entiteit Boormonsterbeschrijving niet gelijk is aan NEN5104Synthetisch en dat is onder IMBRO altijd het geval.
|
Regels IMBRO/A
|
Het gegeven mag aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut beschrijfprocedure van de entiteit Boormonsterbeschrijving gelijk is aan NEN5104Synthetisch en de waarde van het attribuut grondsoort NEN5104 is gelijk aan siltigGrind, zwakZandigGrind, matigZandigGrind, sterkZandigGrind of uiterstZandigGrind of de waarde van het attribuut grindgehalteklasseNEN5104 gelijk is aan zwakGrindig, matigGrindig of sterkGrindig. In andere gevallen ontbreekt het gegeven.
|
|
|
10.3.20 zeer grofgrind gehalteklasse
|
Naam attribuut
|
zeer grof grind gehalteklase
|
Definitie
|
Het gehalte aan zeer grof grind van de grindfractie uitgedrukt in een klasse.
|
Kardinaliteit
|
0..1
|
Authentiek
|
Ja
|
Domein IMBRO/A
|
ZeerGrofGrindGehalteklasse
|
Type
|
Codelijst
|
Regels
|
Het gegeven ontbreekt wanneer de waarde van het attribuut beschrijfprocedure van de entiteit Boormonsterbeschrijving niet gelijk is aan NEN5104Synthetisch en dat is onder IMBRO altijd het geval.
|
Regels IMBRO/A
|
Het gegeven mag aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut beschrijfprocedure van de entiteit Boormonsterbeschrijving gelijk is aan NEN5104Synthetisch en de waarde van het attribuut grondsoort NEN5104 is gelijk is aan siltigGrind, zwakZandigGrind, matigZandigGrind, sterkZandigGrind of uiterstZandigGrind of de waarde van het attribuut grindgehalteklasseNEN5104 gelijk is aan zwakGrindig, matigGrindig of sterkGrindig. In andere gevallen ontbreekt het gegeven.
|
|
|
10.3.21 zandmediaanklasse
|
Naam attribuut
|
zandmediaanklasse
|
Definitie
|
De mediaan van de zandfractie uitgedrukt in een klasse.
|
Kardinaliteit
|
0..1
|
Authentiek
|
Ja
|
Domein
|
Zandmediaanklasse
|
Type
|
Codelijst
|
Regels
|
Het gegeven is aanwezig wanneer de waarde van het attribuut geotechnische grondsoort gelijk is aan zand, zandMetKeien, zandMetKeitjes, zwakGrindigZand, sterkGrindigZand, siltigZand,
siltigZandMetGrind, kleiigZand of kleiigZandMetGrind. In andere gevallen ontbreekt het gegeven.
|
Regels IMBRO/A
|
Wanneer de waarde van het attribuut beschrijfprocedure van de entiteit Boormonsterbeschrijving gelijk is aan NEN5104Synthetisch, mag het gegeven aanwezig zijn wanneer de waarde van grondsoort NEN5104 gelijk is aan kleiigZand, zwakSiltigZand, matigSiltigZand, sterkSiltigZand of uiterstSiltigZand.
|
Toelichting
|
De zandmediaan wordt bepaald wanneer de primaire fractie zand is.
Tenminste wordt een indeling van grof, middelgrof of fijn gemaakt, bij voorkeur worden
de klassen middelgrof en fijn nauwkeuriger ingedeeld.
Beschrijvingen die zijn gemaakt onder NEN 5104 hanteren een andere indeling.
|
|
|
10.3.22 zandspreiding NEN5104
|
Naam attribuut
|
zandspreiding NEN5104
|
Definitie
|
De spreiding van zand uitgedrukt in een klasse.
|
Kardinaliteit
|
0..1
|
Authentiek
|
Ja
|
Domein IMBRO/A
|
ZandspreidingNEN5104
|
Type
|
Codelijst
|
Regels
|
Het gegeven ontbreekt wanneer de waarde van het attribuut beschrijfprocedure van de entiteit Boormonsterbeschrijving niet gelijk is aan NEN5104Synthetisch en dat is onder IMBRO altijd het geval.
|
Regels IMBRO/A
|
Het gegeven mag aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut beschrijfprocedure van de entiteit Boormonsterbeschrijving gelijk is aan NEN5104Synthetisch en de waarde van grondsoort NEN5104 is gelijk aan kleiigZand, zwakSiltigZand, matigSiltigZand, sterkSiltigZand of uiterstSiltigZand.
In andere gevallen ontbreekt het gegeven.
|
|
|
10.3.23 veensoort
|
|
Naam attribuut
|
veensoort
|
Definitie
|
Een nadere typering van het als veen omschreven bestanddeel van grond.
|
Kardinaliteit
|
0..1
|
Authentiek
|
Ja
|
Domein
|
Veensoort
|
Type
|
Codelijst
|
Regels
|
Het gegeven mag aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut geotechnische grondsoort gelijk is veen, zwakZandigVeen, sterkZandigVeen, siltigVeen of kleiigVeen. In andere gevallen ontbreekt het gegeven.
|
Regels IMBRO/A
|
Wanneer de waarde van het attribuut beschrijfprocedure van de entiteit Boormonsterbeschrijving gelijk is aan NEN5104Synthetisch, mag het gegeven aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut grondsoort NEN5104 gelijk is aan mineraalarmVeen, zwakKleiigVeen, sterkKleiigVeen, zwakZandigVeen of sterkZandigVeen.
|
Toelichting
|
Het hangt van de aard van de opdracht en de keuzen die de uitvoerder heeft gemaakt
af of het gegeven is vastgelegd.
|
|
|
10.3.24 textuur organische grond
|
Naam attribuut
|
textuur organische grond
|
Definitie
|
De mate van vezeligheid van organische grond uitgedrukt in een klasse.
|
Kardinaliteit
|
0..1
|
Authentiek
|
Ja
|
Domein
|
TextuurOrganischeGrond
|
Type
|
Codelijst
|
Regels
|
Het gegeven is aanwezig wanneer de waarde van het attribuut geotechnische grondsoort gelijk is aan detritus, zwakZandigeDetritus, sterkZandigeDetritus, siltigeDetritus, kleiigeDetritus,
humus, zwakZandigeHumus, sterkZandigeHumus, siltigeHumus, kleiigeHumus, veen, zwakZandigVeen,
sterkZandigVeen, siltigVeen of kleiigVeen. In andere gevallen ontbreekt het gegeven.
|
Regels IMBRO/A
|
Wanneer de waarde van het attribuut beschrijfprocedure van de entiteit Boormonsterbeschrijving gelijk is aan NEN5104Synthetisch, mag het gegeven aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut grondsoort NEN5104 gelijk is aan mineraalarmVeen, zwakKleiigVeen, sterkKleiigVeen, zwakZandigVeen, sterkZandigVeen,
of detritusNietGespecificeerd.
Wanneer de waarde van het attribuut beschrijfprocedure gelijk is aan NEN5104Synthetisch, is de waarde van het gegeven gelijk aan zwakAmorfNEN5104, matigAmorfNEN5104 of sterkAmorfNEN5104. In andere gevallen zijn die waarden niet toegestaan.
|
Toelichting
|
De textuur wordt bepaald voor organische gronden, met uitzondering van bruinkool en
gyttja. Bruinkool bestaat uit een vast mengsel van vezels en amorfe massa en gyttja
is per definitie amorf. De waarde voor humus en detritus is fijnvezelig of grofvezelig.
|
|
|
10.3.25 consistentie fijne grond
|
Naam attribuut
|
consistentie fijne grond
|
Definitie
|
De stijfheid van fijne grond uitgedrukt in een klasse.
|
Kardinaliteit
|
0..1
|
Authentiek
|
Ja
|
Domein
|
ConsistentieFijneGrond
|
Type
|
Codelijst
|
Regels
|
Het gegeven is aanwezig wanneer de waarde van het attribuut geotechnische grondsoort gelijk is aan silt, siltMetKeien, siltMetKeitjes, zwakGrindigeSilt, sterkGrindigeSilt, zwakZandigeSilt,
zwakZandigeSiltMetGrind, sterkZandigeSilt, sterkZandigeSiltMetGrind, klei, kleiMetKeien,
kleiMetKeitjes, zwakGrindigeKlei, sterkGrindigeKlei, zwakZandigeKlei, zwakZandigeKleiMetGrind,
sterkZandigeKlei of sterkZandigeKleiMetGrind. In andere gevallen ontbreekt het gegeven.
|
Regels IMBRO/A
|
Wanneer de waarde van het attribuut beschrijfprocedure van de entiteit Boormonsterbeschrijving gelijk is aan NEN5104Synthetisch, mag het gegeven aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut grondsoort NEN5104 gelijk is aan zwakSiltigeKlei, matigSiltigeKlei, sterkSiltigeKlei, uiterstSiltigeKlei, zwakZandigeKlei,
matigZandigeKlei, sterkZandigeKlei, zwakZandigeLeem of sterkZandigeLeem.
Wanneer de waarde van het attribuut beschrijfprocedure gelijk is aan NEN5104Synthetisch is de waarde van het gegeven gelijk aan zeerSlapNEN5104, matigSlapNEN5104, slapNEN5104, matigStevigNEN5104, stevigNEN5104,
zeerStevigNEN5104, hardNEN5104 of zeerHardNEN5104. In andere gevallen zijn die waarden niet toegestaan.
|
|
|
10.3.26 consistentie organische grond
|
Naam attribuut
|
consistentie organische grond
|
Definitie
|
De stijfheid van organische grond uitgedrukt in een klasse.
|
Kardinaliteit
|
0..1
|
Authentiek
|
Ja
|
Domein
|
ConsistentieOrganischeGrond
|
Type
|
Codelijst
|
Regels
|
Het gegeven is aanwezig wanneer de waarde van het attribuut geotechnische grondsoort gelijk is aan detritus, zwakZandigeDetritus, sterkZandigeDetritus, siltigeDetritus, kleiigeDetritus,
humus, zwakZandigeHumus, sterkZandigeHumus, siltigeHumus, kleiigeHumus, veen, zwakZandigVeen,
sterkZandigVeen, siltigVeen, kleiigVeen, bruinkool of gyttja. In andere gevallen ontbreekt het gegeven.
|
Regels IMBRO/A
|
Wanneer de waarde van het attribuut beschrijfprocedure van de entiteit Boormonsterbeschrijving gelijk is aan NEN5104Synthetisch, mag het gegeven aanwezig zijn wanneer de waarde van het attribuut grondsoort NEN5104 gelijk is aan mineraalarmVeen, zwakKleiigVeen, sterkKleiigVeen, zwakZandigVeen, sterkZandigVeen,
detritusNietGespecificeerd, bruinkoolNietGespecificeerd, gyttjaNietGespecificeerd
of dy.
|
Toelichting
|
Bruinkool heeft altijd de waarde vast.
|
|
|
10.3.27 treksterkte veen
|
Naam attribuut
|
treksterkte veen
|
Definitie
|
De treksterkte van het veen uitgedrukt in een klasse.
|
Kardinaliteit
|
0..1
|
Authentiek
|
Ja
|
Domein
|
treksterkteVeen
|
Type
|
Codelijst
|
Regels
|
Het gegeven is aanwezig wanneer de waarde van het attribuut beschrijfkwaliteit van de entiteit Boorprofiel gelijk is aan klasse2ongeroerd of klasse2ongedifferentieerd en de waarde van het attribuut geotechnische grondsoort gelijk is aan veen, zwakZandigVeen, sterkZandigVeen, siltigVeen of kleiigVeen. In andere gevallen ontbreekt het gegeven.
|
Toelichting
|
Het gegeven is onder NEN 5104 niet vastgelegd.
|
|
|
10.3.28 geotechnische afzettingskarakteristiek
|
Naam attribuut
|
geotechnische afzettingskarakteristiek
|
Definitie
|
De typering van het sediment waaruit de grond bestaat naar milieu van afzetting voor
zover dat vanuit geotechnisch perspectief relevant is.
|
Kardinaliteit
|
0..1
|
Authentiek
|
Ja
|
Domein
|
GeotechnischeAfzettingskarakteristiek
|
Type
|
Codelijst
|
Regels
|
Het gegeven ontbreekt wanneer de waarde van het attribuut beschrijfkwaliteit van de entiteit Boorprofiel gelijk is aan klasse3. In andere gevallen mag het gegeven ontbreken.
|
Toelichting
|
Wanneer het boorprofiel aan de eisen van klasse 2 van de beschrijfprocedure voldoet,
hangt het van de aard van de opdracht en de keuzen die de uitvoerder heeft gemaakt
af of het gegeven is vastgelegd. Het gegeven kan ervaren gebruikers direct inzicht
geven in eigenschappen die in geotechnisch opzicht relevant zijn. Het gegeven heeft
eerder een interpretatief dan een beschrijvend karakter, maar het niveau van interpretatie
is zo globaal dat iedere beschrijver in het vakgebied geacht wordt over de noodzakelijke
kennis te beschikken.
In het geval alleen de ouderdom van de afzetting kan worden gegeven en niet het afzettingsmilieu
dan wordt de waarde nietBepaald vastgelegd.
|
|
|
10.3.29 ouderdom afzetting
|
Naam attribuut
|
ouderdom afzetting
|
Definitie
|
De globale ouderdom van het sediment waaruit de grond bestaat.
|
Kardinaliteit
|
0..1
|
Authentiek
|
Ja
|
Domein
|
OuderdomAfzetting
|
Type
|
Codelijst
|
Regels
|
Het gegeven mag aanwezig zijn wanneer het attribuut geotechnische afzettingskarakteristiek aanwezig is. In het andere geval ontbreekt het gegeven.
|
Toelichting
|
Wanneer het boorprofiel aan de eisen van klasse 2 van de beschrijfprocedure voldoet,
hangt het van de aard van de opdracht en de keuzen die de uitvoerder heeft gemaakt
af of het gegeven is vastgelegd. Het gegeven kan ervaren gebruikers direct inzicht
geven in eigenschappen die in geotechnisch opzicht relevant zijn. Het gegeven heeft
eerder een interpretatief dan een beschrijvend karakter, maar het niveau van interpretatie
is zo globaal dat een beschrijver in het vakgebied over de noodzakelijke kennis kan
beschikken.
|