Artikel 1. Begripsbepalingen
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
-
contacturen: aantal uren feitelijk contact tussen een deelnemer of een groep van deelnemers en
één of meer opleiders;
-
deelnemer:
-
dienstbetrekking:
-
digitale vaardigheden: binnen de alledaagse leef-, werk- en leeromgeving herkenbare digitale toepassingen
gebruiken en de meest voorkomende handelingen verrichten op de domeinen:
-
• ICT-systemen gebruiken,
-
• beveiliging, privacy en ergonomie,
-
• informatie zoeken,
-
• informatie verwerken en presenteren,
-
• communicatie;
-
groep van verbonden rechtspersonen: economische eenheid waarin rechtspersonen en vennootschappen organisatorisch zijn
verbonden als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
-
inburgeringscursus: geheel van activiteiten dat wordt uitgevoerd ter voorbereiding op het inburgeringsexamen,
bedoeld in artikel 7, tweede lid, onderdeel a, van de Wet inburgering, of het staatsexamen Nederlands als tweede taal;
-
kaderregeling:
Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;
-
minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
-
opleider: opleider, bedoeld in artikel 3a;
-
opleidingstraject: traject gericht op het vergroten van één of meer taalvaardigheden, de rekenvaardigheid
dan wel het vergroten van de digitale vaardigheden die een deelnemer beheerst met
minimaal 30 contacturen dat door een opleider in maximaal 12 maanden wordt verzorgd
en dat niet opleidt tot een door de minister erkend diploma en waarbij het traject
wordt gegeven in de Nederlandse taal;
-
ouder
-
penvoerder: partij met rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een gemeente, een waterschap, een provincie
of de Staat, die voor de subsidie, bedoeld in artikel 4a, een aanvraag indient die namens ten minste twee partijen wordt gedaan en die ten
minste door die partijen wordt ondersteund, waaronder in ieder geval:
-
personeelskosten: bruto loonkosten voor het personeel van de aanvrager dat werkzaamheden verricht ten
behoeve van subsidiabele activiteiten;
-
project: opleidingstraject, taaltraject, rekentraject, traject digitale vaardigheden of andere
activiteit welke:
-
a. gericht is op het verhogen van de taalvaardigheid, rekenvaardigheid of de digitale
vaardigheden van een deelnemer en voor zover van toepassing leesbevordering bij diens
kind dan wel kinderen; en
-
b. bijdraagt aan de regionale of lokale aanpak van laaggeletterdheid, lage rekenvaardigheden
of digitale laaggeletterdheid;
-
rekentraject: traject gericht op de verhoging van de rekenvaardigheden van een deelnemer, zijnde
een opleidingstraject of een cursus verzorgd door of onder verantwoordelijkheid van
een opleider. Het traject wordt gegeven in de Nederlandse taal;
-
rekenvaardigheid: getallen, verhoudingen, meten en meetkunde, of verbanden;
-
taaltraject: traject gericht op de verhoging van de taalvaardigheid in de Nederlandse taal van
een deelnemer, zijnde een opleidingstraject, of een cursus verzorgd door of onder
de verantwoordelijkheid van een opleider;
-
taalvaardigheid: schrijfvaardigheid, leesvaardigheid, luistervaardigheid of spreekvaardigheid in de
Nederlandse taal;
-
traject digitale vaardigheden: traject gericht op de verhoging van de digitale vaardigheden van een deelnemer, zijnde
een opleidingstraject of een cursus verzorgd door of onder verantwoordelijkheid van
een opleider en die niet opleidt tot een door de minister erkend diploma. Het traject
wordt gegeven in de Nederlandse taal;
-
werkgever: privaatrechtelijke of publiekrechtelijke rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid
waarbij werknemers in dienstbetrekking werkzaam zijn, niet zijnde de Staat, een provincie,
een waterschap of een gemeente;
-
werknemer: natuurlijke persoon die een dienstbetrekking heeft bij een werkgever.