Bijlage 1. behorende bij artikel 1 van de Regeling examenreglement en PTA staatsexamens VO 2017, van 27 juni 2016, nummer
CvTE-16.01426
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
Examenreglement staatsexamens voortgezet onderwijs 2017, voor staatsexamen vwo, staatsexamen
havo en staatsexamen vmbo.
Examenreglement staatsexamens VO
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
Volgens artikel 2 lid 3 sub a van de Wet College voor toetsen en examens stelt het College bij regeling het examenreglement vast. Het examenreglement omvat
procedurele en organisatorische regelingen voor de uitvoering van het centraal examen
en het college-examen en inhoudelijke bepalingen.
Artikel 1. Definities
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
Voor de toepassing van dit Reglement wordt verstaan onder:
-
Centraal examen: het centraal examen bedoeld in artikel 4 lid 1 van het Staatsexamenbesluit VO;
-
College-examen: het college-examen bedoeld in artikel 4 lid 1 van het Staatsexamenbesluit VO;
-
College: het College genoemd in artikel 2 lid 1 van de Wet College voor toetsen en examens;
-
Commissie staatsexamens VO: commissie namens het College belast met het organiseren en afnemen van staatsexamens
Voortgezet Onderwijs;
-
Deelstaatsexamen: het examen in één of meer van de voor het staatsexamen voorgeschreven vakken;
-
DUO: Dienst Uitvoering Onderwijs, de uitvoeringsdienst van het ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap;
-
Examenonderdeel: het centraal examen of het college-examen;
-
Onze Minister: onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
-
Staatsexamen: het staatsexamen ter verkrijging van een diploma vwo, havo of vmbo.
Artikel 2. Aanmelden
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
-
1. Kandidaten die geen leerling zijn van een vso-school dienen zich aan te melden vóór
1 januari 2017. Wijzigingen op de aanmelding kunnen worden doorgegeven tot uiterlijk
1 februari 2017.
Een afwijkende wijze van examineren als bedoeld in artikel 6 dient voor 1 februari
2017 per mail of brief bij DUO te worden aangevraagd.
-
2. VSO-scholen dienen hun leerlingen aan te melden voor 1 december 2016; wijzigingen
op de vso-aanmelding kunnen worden doorgegeven tot uiterlijk 1 februari 2017.
Wijzigingen voor kandidaten die verblijven in een penitentiaire inrichting, kunnen
worden doorgegeven tot uiterlijk 1 maart 2017.
Een afwijkende wijze van examineren als bedoeld in artikel 6 dient voor 1 februari
2017 per mail aan DUO te worden doorgegeven.
-
3. Een kandidaat mag zich aanmelden voor zowel meerdere vakken als meerdere examensoorten,
met de volgende beperkingen:
-
a. Een kandidaat mag zich per examensoort aanmelden voor maximaal één vak meer dan nodig
voor het behalen van een diploma in alle profielen.
-
b. Als een kandidaat zich aanmeldt voor twee vakken van dezelfde examensoort waarvan
de schriftelijke examens samenvallen, krijgt hij voor één van deze vakken uitstel
naar het tweede tijdvak.
-
c. Een kandidaat mag zich niet aanmelden voor twee vakken van verschillende schoolsoorten
waarvan de examens samenvallen.
-
d. Een kandidaat mag zich niet aanmelden voor één en hetzelfde vak voor twee verschillende
examensoorten.
-
e. Een kandidaat mag zich niet aanmelden voor de rekentoets op meer dan één niveau.
-
f. Een kandidaat mag zich niet aanmelden voor één en hetzelfde vak, al dan niet van dezelfde
examensoort, bij de staatsexamens èn elders.
-
g. Een kandidaat mag zich niet aanmelden voor de rekentoets, al dan niet op hetzelfde
niveau, bij de staatsexamens èn elders.
Artikel 3. Indeling examen
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
-
1. Het staatsexamen bestaat uit een aantal vakken, een rekentoets, een profielwerkstuk
voor havo en vwo en een sectorwerkstuk voor vmbo theoretische leerweg en vmbo gemengde
leerweg.
-
2. Een staatsexamenvak bestaat uit een centraal examen en/of een college-examen. Het
centraal examen is identiek aan het centraal examen voor de dagscholen.
Het college-examen bestaat uit:
-
a. een schriftelijke toets en een mondeling examen, of
-
b. een schriftelijke toets, of
-
c. een mondeling examen, of
-
d. een praktisch examen.
-
3. Het staatsexamen wordt afgenomen overeenkomstig het desbetreffende examenprogramma,
vastgesteld op grond van artikel 7 van het Eindexamenbesluit VO.
-
4. Ten aanzien van het college-examen geldt dat:
-
a. keuzes die ingevolge het in het derde lid bedoelde examenprogramma moeten of kunnen
worden gemaakt door de school, worden gemaakt door het College, en
-
b. het College kan afwijken van de voorschriften met betrekking tot het schoolexamen
die om praktische redenen in het college-examen niet uitvoerbaar zijn, rekening houdend
dat het college-examen zoveel mogelijk gelijkwaardig blijft aan het schoolexamen.
-
5. Het College stelt jaarlijks op grond van artikel 2 lid 4 sub a van de wet College voor toetsen en examens voor elk vak een programma van toetsing en afsluiting vast in de vorm van vakinformatie.
-
6. De vakinformatie bevat, naast de door Onze Minister vastgestelde onderwerpen voor
het centraal examen, regels omtrent alle onderdelen van het college-examen.
In de vakinformatie wordt in elk geval aangegeven:
-
a. welke onderdelen van het examenprogramma tijdens het centraal examen en welke onderdelen
tijdens het college-examen worden getoetst;
-
b. de wijze waarop het college-examen plaatsvindt;
-
c. welke hulpmiddelen tijdens het centraal examen en college-examen zijn toegestaan (zie
vakinformatie Regeling toegestane hulpmiddelen);
-
d. de regels voor de wijze waarop het cijfer voor het college-examen en het eindcijfer
tot stand komt.
Artikel 4. Vakken staatsexamen
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
Artikel 8 van het Staatsexamenbesluit heeft betrekking op de vakken voor het behalen van het diploma vwo, havo en/of vmbo.
Zie de bijlagen 1, 2 en 3.
Artikel 5. Examendossier, werkstukken
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
-
1. Het examendossier is het geheel van de onderdelen van het college-examen, zoals dit
in de vakinformatie is vastgelegd.
Werkstukken, boekenlijsten, artikelen, songteksten/gedichten (zie de vakinformatie)
dienen vóór 1 april van het betreffende examenjaar in tweevoud opgestuurd te worden
naar DUO, afdeling staatsexamens VO, Postbus 30158, 9700 LK Groningen.
Van het tijdig ingezonden materiaal ontvangt de kandidaat een ontvangstbevestiging.
Een uitzondering vormen de werkstukken voor tekenen en handvaardigheid: deze dienen
te worden meegebracht naar het college-examen.
Voor vso-schoolkandidaten liggen de werkstukken op de afgesproken datum klaar ter
controle door de plaatselijk voorzitter mondeling.
-
2. Wanneer het op te sturen materiaal niet tijdig bij DUO, afdeling staatsexamens VO
is ontvangen, wordt de kandidaat voor het betreffende vak niet opgeroepen voor het
college-examen of wordt de reeds verstuurde oproep ingetrokken.
De kandidaat wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.
Artikel 6. Afwijkende wijze van examineren
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
Het College kan toestaan dat een kandidaat met een beperking het eindexamen geheel
of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van de kandidaat.
Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke beperking dient een deskundigenverklaring
als beschreven in artikel 55 van het Eindexamenbesluit VO te worden opgesteld.
Indien de aanpassing het centraal examen betreft, kan deze in ieder geval bestaan
uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets met 30 minuten. Andere
aanpassingen kunnen plaatsvinden op basis van voorstellen in het deskundigenrapport.
Zie ook het gestelde in artikel 2.
Artikel 7. Onregelmatigheden
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
-
1. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig onderdeel van het staatsexamen of deelstaatsexamen
dan wel ten aanzien van een aanspraak op ontheffing aan enige onregelmatigheid schuldig
maakt of heeft gemaakt, kan het College maatregelen nemen. De kandidaat krijgt daarvan
schriftelijk bericht.
-
2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid
ook in combinatie met elkaar kunnen worden genomen, zijn:
-
a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het college-examen of het centraal
examen;
-
b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan één of meer toetsen van het
college-examen of het centraal examen van het betreffende vak;
-
c. het ongeldig verklaren van één of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het
college-examen of het centraal examen;
-
d. minder vergaande maatregelen dan die, bedoeld onder a tot en met c.
-
3. Indien de ontzegging, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, betrekking heeft op
een kandidaat die in meer dan één vak examen aflegt, kan de ontzegging betrekking
hebben op de toetsen van alle vakken.
-
4. Indien de onregelmatigheid pas wordt ontdekt na afloop van het examen, kan het College
de kandidaat het betreffende diploma of het certificaat en de cijferlijst onthouden,
of kan het College bepalen dat aan de betrokken kandidaat dat diploma of certificaat,
en die cijferlijst, slechts kunnen worden uitgereikt nadat opnieuw examen is afgelegd
in de door het College aan te wijzen onderdelen en op de door het College te bepalen
wijze.
-
5. Het besluit waarbij een in het eerste lid bedoelde maatregel wordt genomen, wordt
tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie en, indien de kandidaat minderjarig
is, aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat.
-
6. De kandidaat kan tegen een besluit waarbij een in het eerste lid bedoelde maatregel
wordt genomen, bezwaar maken bij het College. De termijn voor het indienen van een
bezwaarschrift bedraagt vijf dagen nadat het besluit aan de kandidaat is bekendgemaakt
op de voorgeschreven wijze. Het College beslist binnen twee weken na ontvangst van
het bezwaarschrift, tenzij hij deze termijn gemotiveerd verlengt met ten hoogste twee
weken. Het College stelt bij zijn beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat
alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het examen geheel of gedeeltelijk af te
leggen of opnieuw af te leggen. Het College deelt zijn beslissing op het bezwaar mee
aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat die minderjarig is en aan de
inspectie.
-
7. De kandidaat die zonder een door het College aanvaarde reden afwezig is bij enig onderdeel
van het staatsexamen of deelstaatsexamen in een vak, is uitgesloten van verdere deelname
aan het centraal examen en het college-examen in dit vak. Een eventueel al afgelegd
centraal examen en/of al afgelegde onderdelen van het college-examen in dit vak wordt/worden
ongeldig verklaard.
Artikel 8. Schriftelijk/mondeling examen, schriftelijke toets
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
-
1. Een kandidaat wordt alleen toegelaten tot het examen indien hij de examenoproep en
een geldig identiteitsbewijs kan tonen.
-
2. Bij het schriftelijk examen of een schriftelijke toets dient de kandidaat 30 minuten
voor aanvang van het examen in de examenzaal aanwezig te zijn.
-
3. Een kandidaat die te laat komt, mag tot uiterlijk een half uur na de aanvang van de
examenzitting tot het examenlokaal worden toegelaten. Hij levert het werk in uiterlijk
op het aangegeven eindtijdstip van deze examenzitting.
-
4. Bij alle vakken van vwo en havo, met uitzondering van het profielwerkstuk, en bij
alle talen bij het vmbo wordt de kandidaat 20 minuten voor aanvang van het mondeling
examen verwacht in het voorbereidingslokaal om zich op het examen voor te bereiden.
Deze voorbereiding is een verplicht onderdeel van het examen. De precieze aard van
deze voorbereiding staat in de vakinformatie.
Indien een kandidaat zich te laat voor de voorbereiding meldt, wordt de tijd die de
kandidaat te laat is, niet gecompenseerd.
-
5. Als de kandidaat zich minder dan 5 minuten te laat bij de examinatoren meldt voor
de afname van het mondeling examen, wordt het examen volgens rooster afgenomen. De
tijd die de kandidaat te laat is, wordt niet gecompenseerd. Bij de beoordeling wordt
geen rekening gehouden met het feit dat de kandidaat door te laat te komen zich niet
heeft kunnen voorbereiden.
Het mondeling examen komt te vervallen als de kandidaat zich 5 minuten of meer te
laat bij de examinatoren meldt voor de afname.
-
6. Een kandidaat die tijdens een zitting onwel wordt, kan onder begeleiding het examenlokaal
verlaten. In overleg met de kandidaat beoordeelt de plaatselijk voorzitter of de door
hem aangewezen vervanger, of de kandidaat het werk mag hervatten. Indien dat zo is,
kan de gemiste tijd aan het eind van de zitting worden ingehaald. Indien de kandidaat
het werk niet kan hervatten, overlegt de plaatselijk voorzitter met de algemeen examenleider.
Wanneer het examen ongeldig wordt verklaard, wordt de kandidaat, indien mogelijk,
op een ander moment in de gelegenheid gesteld het examen opnieuw afleggen.
-
7. Indien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling van het College,
-
a. in het eerste tijdvak verhinderd is bij één of meer schriftelijke toetsen of examens,
wordt hij in de gelegenheid gesteld in het tweede of derde tijdvak de gemiste toetsen
of examens alsnog af te leggen. Het uitstel wordt verleend voor niet meer vakken dan
die nodig zijn voor een profiel (vwo en havo) of een sector (vmbo), met dien verstande
dat een kandidaat die examen doet in meerdere schoolsoorten, slechts voor één schoolsoort
uitstel kan krijgen.
-
b. in het eerste tijdvak verhinderd is bij een of meer mondelinge of praktische examens,
wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde of vierde tijdvak de gemiste examens
alsnog af te leggen. Het uitstel wordt verleend voor niet meer vakken dan die nodig
zijn voor een profiel (vwo en havo) of een sector (vmbo), met dien verstande dat een
kandidaat die examen doet in meerdere schoolsoorten, slechts voor één schoolsoort
uitstel kan krijgen.
-
c. In één examenjaar wordt een kandidaat niet vaker dan één keer uitstel verleend naar
een volgend tijdvak.
-
8. Om in aanmerking te komen voor uitstel naar een ander examenmoment, meldt de kandidaat
binnen 8 dagen zijn afwezigheid schriftelijk bij DUO, afdeling staatsexamens VO, Postbus
30158, 9700 LK Groningen. In de berichtgeving dient te worden vermeld:
-
a. Naam en adres van de kandidaat;
-
b. Datum van de gemiste proef en het desbetreffende vak;
-
c. De reden van de absentie/verhindering;
-
d. Bij ziekte of ongeval: naam, adres en telefoonnummer van de geconsulteerde arts;
In geval van een andere dringende reden voor de absentie dan ziekte of ongeval dient
de kandidaat of bij minderjarigheid zijn ouders of verzorgers bewijzen te leveren
van de onmogelijkheid om deel te nemen aan het examen. Zonder deze bewijzen kan de
afwezigheid als een onregelmatigheid worden beschouwd (zie artikel 7 van dit reglement).
-
9. Wanneer de kandidaat in het staatsexamenjaar een examenvak niet afrondt, komen de
reeds behaalde resultaten voor het betreffende vak te vervallen.
Artikel 9. Gang van zaken tijdens het examen
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
-
1. Tenzij anders is bepaald, dient schriftelijk werk te worden gemaakt oppapier van de
staatsexamens. De kandidaat voorziet elk papier van zijn naam, examennummer en indien
van toepassing ook het type grafische rekenmachine.
-
2. Voor gebruik van hulpmiddelen en schrijfmaterialen: zie vakinformatie Regeling toegestane
hulpmiddelen.
-
3. Het examenwerk mag niet met potlood worden gemaakt. Deze bepaling is niet van toepassing op tekeningen.
-
4. De kandidaat mag geen papier, andere hulpmiddelen of informatiedragers, tabellen en
boeken dan voorgeschreven, apparatuur waaronder begrepen digitale hulpmiddelen, horloges
en middelen met een telefoon- of camerafunctie, jassen en tassen meenemen in de examenzaal.
-
5. De toezichthouders mogen materialen en hulpmiddelen tijdens de zitting controleren
en algemene aanwijzingen geven.
-
6. De kandidaat die iets wil vragen, steekt een hand op en wacht op een reactie van de
toezichthouder. Tijdens het examen mag de kandidaat alleen met toestemming van de
toezichthouder de examenruimte verlaten.
-
7. Na het verstrijken van de examentijd stopt het examen. Nadat al het examenwerk is
ingenomen, mag de kandidaat de examenruimte verlaten.
-
8. Eenmaal ingeleverd werk mag nietworden gewijzigd of aangevuld.
-
9. Examenwerk dat door de kandidaat buiten de examenruimte is gebracht, verliest zijn
geldigheid.
-
10. Alle opgaven en verstrekte papieren blijven tijdens de zitting in de examenruimte.
Artikel 10. Beoordeling mondeling examen of praktisch examen
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
-
1. In de vakinformatie is aangegeven waarop de kandidaat tijdens het college-examen wordt
beoordeeld en is de weging van de cijfers voor de verschillende onderdelen vastgelegd.
-
2. Inhoudelijke toetsing van een werkstuk of boekenlijst gebeurt tijdens de afname van
het mondeling of het praktisch gedeelte van het college-examen. In de vakinformatie
is aangegeven welke invloed de beoordeling van het werkstuk, de bijbehorende presentatie
en de beantwoording van daarover gestelde vragen heeft bij de bepaling van het cijfer
voor het college-examen.
Artikel 11. Profielwerkstuk en ‘oriëntatie op studie en beroep’ vwo/havo
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
Het profielwerkstuk is een werkstuk, een presentatie daaronder begrepen, waarin op
geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis
zijn voor het betreffende profiel. Het profielwerkstuk heeft betrekking op ten minste
één vak dat bij de uitslagbepaling is betrokken. Dit vak dient een studielast te hebben
van minimaal 320 uur voor havo en minimaal 400 uur voor vwo.
Artikel 12. Sectorwerkstuk en ‘oriëntatie op leren en werken’ vmbo
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
Het sectorwerkstuk dient te gaan over een maatschappelijk relevant onderwerp dat past
bij de beroepswereld van de betreffende sector.
Artikel 13. Rekentoets
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
De rekentoets is een verplicht onderdeel van het staatsexamen. Hoe het cijfer van
de rekentoets meetelt bij het bepalen van de uitslag, is opgenomen in de uitslagregeling
volgens artikel 15.
Artikel 14. Uitslag
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
-
1. De uitslag wordt door de voorzitter en de secretaris vastgesteld op grond van (voor
zover van toepassing):
-
a. één of meer door de Commissie staatsexamens VO uitgereikte cijferlijsten;
-
b. één of meer door het College uitgereikte cijferlijsten;
-
c. één of meer cijferlijsten van scholen voor voortgezet onderwijs;
-
d. één of meer cijferlijsten van instellingen voor educatie en beroepsonderwijs;
-
e. één of meer door de Commissie staatsexamens VO uitgereikte bewijzen van ontheffing;
-
f. één of meer door het College uitgereikte bewijzen van ontheffing.
Vakken met een onvoldoende eindcijfer mogen bij de uitslag worden betrokken. De uitslagregeling
geldt ook als de examens voor de bij de uitslag betrokken vakken in verschillende
jaren zijn afgenomen.
-
2. De in het eerste lid bedoelde cijferlijsten en bewijzen van ontheffing worden uitsluitend
bij de vaststelling van de uitslag betrokken, indien na het kalenderjaar van het verrichten
van de onderwijs- of examenprestatie waarop de cijferlijst of de ontheffing berust,
nog geen 10 jaren zijn verstreken.
-
3. Niet alle op de door de kandidaat ingeleverde documenten vermelde vakken hoeven bij
de uitslagbepaling te worden betrokken. De overgebleven vakken dienen een staatsexamen
te vormen.
-
4. In dit jaar behaalde resultaten van vakken die bij de uitslagbepaling betrokken zijn,
mogen niet worden vervangen door eerder voor deze vakken behaalde resultaten.
-
5. De uitslag luidt ‘geslaagd ’ of ‘afgewezen’.
Artikel 15. Uitslagregeling
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
-
1. De kandidaat die staatsexamen vmbo heeft afgelegd, is geslaagd indien:
-
a. hij, voor vmbo-gl en -tl, voor het sectorwerkstuk de beoordeling ‘goed’ of ‘voldoende’
heeft behaald
en
-
b. het rekenkundig gemiddelde van de door hem bij het centraal examen behaalde cijfers
ten minste 5,5 is
en
-
c. hij voor het vak Nederlands als eindcijfer ten minste een 5 heeft behaald
en
-
d. hij de rekentoets heeft afgelegd (Het behaalde eindcijfer voor de rekentoets wordt
bij de overige uitslagregels voor het vmbo buiten beschouwing gelaten)
en
-
e. hij, voor vmbo-kb en -bb, voor het afdelingsvak, het intrasectorale of intersectorale
programma uit het vrije deel ten minste het eindcijfer 6 heeft behaald
en
-
f. hij
-
1. voor alle vakken het eindcijfer 6 of hoger heeft behaald, of
-
2. voor één van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige
examenvakken een 6 of hoger, of
-
3. voor één van zijn examenvakken het eindcijfer 4 heeft behaald en voor zijn overige
examenvakken een 6 of hoger waarbij ten minste één 7 of hoger, of
-
4. voor twee van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige
examenvakken een 6 of hoger waarbij ten minste één 7 of hoger.
-
2. De kandidaat die staatsexamen havo heeft afgelegd, is geslaagd indien:
-
a. het rekenkundig gemiddelde van de door hem bij het centraal examen behaalde cijfers
ten minste 5,5 is
en
-
b. hij de rekentoets heeft afgelegd. (Het behaalde eindcijfer voor de rekentoets wordt
bij de overige uitslagregels voor het vmbo buiten beschouwing gelaten)
en
-
c. hij
-
1. voor alle vakken het eindcijfer 6 of hoger heeft behaald, of
-
2. voor één van de vakken het eindcijfer 5 en voor de overige vakken het eindcijfer 6
of hoger heeft behaald, of
-
3. voor één van de vakken het eindcijfer 4 en voor de overige vakken het eindcijfer 6
of hoger heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 bedraagt,
of
-
4. voor twee van de vakken het eindcijfer 5 heeft behaald dan wel voor één van de vakken
het eindcijfer 4 en voor één van de vakken het eindcijfer 5 heeft behaald, en voor
de overige vakken het eindcijfer 6 of hoger heeft behaald, en het gemiddelde van de
eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt
en
-
d. hij voor de vakken Nederlandse taal (en literatuur), Engelse taal (en literatuur)
en Wiskunde A dan wel Wiskunde B ten hoogste één maal het eindcijfer 5 en verder eindcijfer(s)
6 of hoger heeft behaald
en
-
e. hij voor geen van de onderdelen genoemd in het vierde lid een eindcijfer lager dan
4 heeft behaald.
-
3. De kandidaat die staatsexamen vwo heeft afgelegd, is geslaagd indien:
-
a. het rekenkundig gemiddelde van de door hem bij het centraal examen behaalde cijfers
ten minste 5,5 is
en
-
b. hij
-
1. voor alle vakken het eindcijfer 6 of hoger heeft behaald, of
-
2. voor één van de vakken het eindcijfer 5 en voor de overige vakken het eindcijfer 6
of hoger heeft behaald, of
-
3. voor één van de vakken het eindcijfer 4 en voor de overige vakken het eindcijfer 6
of hoger heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 bedraagt,
of
-
4. voor twee van de vakken het eindcijfer 5 heeft behaald dan wel voor één van de vakken
het eindcijfer 4 en voor één van de vakken het eindcijfer 5 heeft behaald, en voor
de overige vakken het eindcijfer 6 of hoger heeft behaald, en het gemiddelde van de
eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt
en
-
c. hij voor de rekentoets en de vakken Nederlandse taal (en literatuur), Engelse taal
(en literatuur) en Wiskunde A, Wiskunde B dan wel Wiskunde C ten hoogste één maal
het eindcijfer 5 en verder eindcijfers 6 of hoger heeft behaald
en
-
d. hij voor geen van de onderdelen genoemd in het vierde lid een eindcijfer lager dan
4 heeft behaald.
-
4. Bij de uitslagbepaling volgens het tweede lid wordt het gemiddelde van de eindcijfers
van tenminste de volgende onderdelen aangemerkt als het eindcijfer van één vak, genaamd
het combinatiecijfer, voor zover voor deze onderdelen een eindcijfer is bepaald:
-
a. voor havo: maatschappijleer en het profielwerkstuk,
-
b. voor vwo: maatschappijleer, algemene natuurwetenschappen en het profielwerkstuk.
Daaraan kan via inwisseling worden toegevoegd:
-
c. literatuur,
-
d. klassieke culturele vorming,
-
e. algemene natuurwetenschappen in het havo,
-
f. godsdienst of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs
-
5. Het College bepaalt het eindcijfer, bedoeld in het vierde lid, als het rekenkundig
gemiddelde van de eindcijfers van de samenstellende delen. Indien de uitkomst van
deze berekening niet een geheel getal is, wordt deze uitkomst indien het eerste cijfer
achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een
5 of hoger is, naar boven afgerond.
Artikel 16. Cum laude
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
-
1. Op het diploma vwo van een kandidaat wordt ‘cum laude’ vermeld, indien hij
-
a. ten minste het gemiddelde eindcijfer 8,0 heeft behaald, berekend op basis van de eindcijfers
voor:
-
1. De rekentoets, de vakken in het gemeenschappelijk deel van het profiel, het combinatiecijfer
en de vakken van het profieldeel, en
-
2. Het vak uit het vrije deel waarvoor het hoogste eindcijfer is vastgesteld,
-
b. ten minste het eindcijfer 7 heeft behaald voor de rekentoets en alle vakken die meetellen
bij de uitslagbepaling op grond van artikel 15, en
-
c. alle centrale examens heeft afgelegd binnen de periode van een jaar voorafgaand aan
de diplomering.
-
2. Op het diploma havo van een kandidaat wordt ‘cum laude’ vermeld, indien hij
-
a. ten minste het gemiddelde eindcijfer 8,0 heeft behaald, berekend op basis van de eindcijfers
voor:
-
1. De vakken in het gemeenschappelijk deel van het profiel, het combinatiecijfer en de
vakken van het profieldeel, en
-
2. Het vak uit het vrije deel waarvoor het hoogste eindcijfer is vastgesteld,
-
b. ten minste het eindcijfer 6 heeft behaald voor alle vakken die meetellen bij de uitslagbepaling
op grond van artikel 15, en
-
c. alle centrale examens heeft afgelegd binnen de periode van een jaar voorafgaand aan
de diplomering.
-
3. Op het diploma vmbo gl en tl van een kandidaat wordt ‘cum laude’ vermeld, indien hij
-
a. ten minste het gemiddelde eindcijfer 8,0 heeft behaald, berekend op basis van de eindcijfers
voor:
-
1. De vakken Nederlandse taal, Engelse taal en maatschappijleer, en de vakken van het
sectordeel, en
-
2. het vak uit het vrije deel waarvoor het hoogste eindcijfer is vastgesteld, en
-
b. ten minste het eindcijfer 6 of ten minste de kwalificatie ‘voldoende’ heeft behaald
voor het sectorwerkstuk en alle vakken die meetellen bij de uitslagbepaling op grond
van artikel 15, en
-
c. alle centrale examens heeft afgelegd binnen de periode van een jaar voorafgaand aan
de diplomering.
-
4. Op het diploma vmbo bb en kb van een kandidaat wordt ‘cum laude’ vermeld, indien hij
-
a. ten minste het gemiddelde eindcijfer 8,0 heeft behaald, berekend op basis van de eindcijfers
voor:
-
1. de eindcijfers voor de twee algemene vakken uit het sectordeel, en
-
2. twee maal het eindcijfer voor het afdelingsvak, intrasectorale programma of intersectorale
programma uit het vrije deel, en
-
b. ten minste het eindcijfer 6 heeft behaald voor alle vakken die meetellen bij de uitslagbepaling
op grond van artikel 15, en
-
c. alle centrale examens heeft afgelegd binnen de periode van een jaar voorafgaand aan
de diplomering.
Artikel 17. Herkansing
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
-
1. De vmbo-kandidaat die voor het sectorwerkstuk de kwalificatie 'niet afgerond' heeft
gekregen maar bij een beoordeling 'voldoende' of 'goed' in hetzelfde examenjaar in
aanmerking komt voor een diploma vmbo, krijgt in het derde of vierde tijdvak één keer
de gelegenheid opnieuw een sectorwerkstuk in te leveren en te presenteren. Dit beperkt
niet het recht van de kandidaat op herkansing voor een college-examen in een bepaald
vak.
-
2. Een kandidaat die een staatsexamen heeft afgelegd en daarvoor niet geslaagd is, mag
in hetzelfde examenjaar een herkansing afleggen bestaande uit één college-examen en/of
één centraal examen, niet noodzakelijkerwijs van hetzelfde vak, mits hij daardoor
alsnog kan slagen. Een herkansing mag alleen worden afgelegd in vakken waarin in het
lopende examenjaar staatsexamen is afgelegd.
Bij de uitreiking van de cijferlijst na vaststelling van de uitslag wordt aan de kandidaat
die daarvoor in aanmerking komt, een herkansingsformulier uitgereikt. De kandidaat
kan, binnen de daarvoor gestelde termijn, aangeven of hij aan de herkansing wenst
deel te nemen en voor welk(e) vak(ken). De gestelde termijn staat vermeld op het herkansingsformulier.
-
3. Herkansingen worden afgenomen in het derde tijdvak of, zo nodig, in het vierde tijdvak.
Het College kan besluiten het centraal examen of een schriftelijk onderdeel van het
college-examen bij de herkansing mondeling te laten afnemen.
-
4. Bij vakken waarbij het college-examen uit een schriftelijk en een mondeling onderdeel
bestaat, kan een kandidaat toestemming vragen bij de herkansing slechts één van beide
onderdelen te doen. Als een onderdeel van het college-examen niet opnieuw wordt geëxamineerd,
geldt voor dat onderdeel het resultaat dat eerder in het lopende examenjaar is behaald.
-
5. Voordat de berekening van het eindcijfer plaatsvindt, wordt het cijfer van de herkansing
voor het afgelegde centraal examen dan wel college-examen bepaald. Als het cijfer
van de herkansing hoger uitvalt, dan wordt er met dat resultaat gerekend. Is het cijfer
van de herkansing niet hoger dan wordt met het eerdere resultaat gerekend.
-
6. De kandidaat die bij de staatsexamens in het lopende examenjaar opgaat voor het diploma
en de rekentoets heeft afgelegd, mag in hetzelfde examenjaar tweemaal een herkansing
van de rekentoets afleggen. Deze herkansing staat los van andere herkansingen.
-
7. Herkansing voor deelstaatsexamens is niet mogelijk.
Artikel 18. Uitreiking diploma en cijferlijst
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
-
1. Aan een voor een staatsexamen vwo, havo of vmbo geslaagde kandidaat wordt een diploma
uitgereikt. Op het diploma wordt het behaalde profiel / worden de behaalde profielen
(vwo en havo) vermeld en bij het vmbo de behaalde sector / sectoren en de leerweg.
Bij het diploma wordt voor vwo en havo per behaald profiel een cijferlijst uitgereikt;
bij het diploma vmbo wordt één cijferlijst uitgereikt waarop de leerweg en alle behaalde
sectoren staan beschreven.
Op een cijferlijst wordt/worden vermeld, voor zover van toepassing:
-
a. het profiel waarin het examen is afgelegd (voor vwo en havo);
-
b. de vakken waarin de kandidaat is geëxamineerd;
-
c. de vakken waarvoor een ontheffing is verleend, voor zover zij bij de uitslag zijn
betrokken;
-
d. de cijfers voor het centraal examen en/of het college-examen en het eindcijfer per
vak;
-
e. het combinatiecijfer (vwo en havo);
-
f. de rekentoets en het daarvoor behaalde eindcijfer. Voor vmbo BB wordt de rekentoets
met het resultaat op een aparte bijlage uitgereikt;
-
g. de samenstellende onderdelen van het combinatiecijfer en de daarvoor behaalde cijfers;
-
h. het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk en het vak / de vakken waarop het
profielwerkstuk betrekking heeft, dan wel het onderwerp of de titel van het sectorwerkstuk
en de beoordeling daarvan;
-
i. de uitslag ‘geslaagd’.
Vakken waarin de kandidaat wel examen heeft gedaan en die niet bij de uitslag zijn
betrokken, kunnen op verzoek van de kandidaat weggelaten worden op de cijferlijst.
-
2. Aan een kandidaat die heeft deelgenomen aan een staatsexamen vwo, havo of vmbo en
daarvoor, ook na een eventuele herkansing, niet is geslaagd, wordt een cijferlijst
uitgereikt met daarop vermeld, voor zover van toepassing:
-
a. het profiel waarvoor het examen is afgelegd (voor vwo en havo);
-
b. de sector/sectoren en de leerweg (vmbo);
-
c. de vakken waarin de kandidaat is geëxamineerd;
-
d. de cijfers voor het centraal examen en/of het college-examen en het eindcijfer per
vak;
-
e. het combinatiecijfer (vwo en havo);
-
f. de rekentoets en het daarvoor behaalde eindcijfer. Voor vmbo BB wordt de rekentoets
met het resultaat op een aparte bijlage uitgereikt;
-
g. de samenstellende onderdelen van het combinatiecijfer en de daarvoor behaalde cijfers;
-
h. het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk en het vak / de vakken waarop het
profielwerkstuk betrekking heeft, dan wel het onderwerp of de titel van het sectorwerkstuk
en de beoordeling daarvan;
-
i. de uitslag ‘afgewezen’.
-
3. Aan een kandidaat die heeft deelgenomen aan een deelstaatsexamen vwo, havo of vmbo,
wordt een cijferlijst deelstaatsexamen uitgereikt met, zover van toepassing, daarop
vermeld:
-
a. de vakken waarin de kandidaat is geëxamineerd;
-
b. de leerweg (vmbo);
-
c. de cijfers voor het centraal examen en/of het college-examen en het eindcijfer per
vak;
-
d. de rekentoets en het daarvoor behaalde eindcijfer. Voor vmbo BB wordt de rekentoets
met het resultaat op een aparte bijlage uitgereikt;
-
e. het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk en het vak / de vakken waarop het
profielwerkstuk betrekking heeft, dan wel het onderwerp of de titel van het sectorwerkstuk
en de beoordeling daarvan.
Artikel 19. Certificaat
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
Aan een kandidaat die een staatsexamen heeft gedaan en is afgewezen en aan een kandidaat
die deelstaatsexamen heeft gedaan, wordt per examensoort één certificaat uitgereikt
voor, indien van toepassing,
-
1. het vak of de vakken waarvoor hij een eindcijfer 6 of hoger heeft behaald,
-
2. het profielwerkstuk bij het vwo en het havo indien hij hiervoor het eindcijfer 6 of
hoger heeft behaald,
-
3. het sectorwerkstuk bij het vmbo indien dit beoordeeld is met ‘goed’ of ‘voldoende’
en
-
4. de rekentoets als hij daarvoor het eindcijfer 6 of hoger heeft behaald, met dien verstande
dat indien een examen in een vak dat op een certificaat voorkomt uit meerdere onderdelen
bestaat, alle onderdelen in hetzelfde jaar dienen te zijn afgelegd.
Artikel 20. Ontheffingen/vrijstellingen
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
-
1. Op basis van een diploma of getuigschrift, niet zijnde een diploma of certificaat
vwo, havo, vmbo en mavo kan een kandidaat een verzoek om ontheffing voor één of meer
vakken indienen.
-
2. Een verzoek om ontheffing voor één of meer vakken zoals bedoeld in lid 1, dient voor
1 januari van het kalenderjaar waarin men examen wil afleggen, te worden ingediend.
Als het College positief beslist, wordt aan de kandidaat een ‘Bewijs van ontheffing’
uitgereikt.
-
3. Vrijstelling van rechtswege op basis van certificaten en cijferlijsten vwo, havo,
vmbo en mavo is geregeld in de vrijstellings- en overgangsregeling aanpassing profielen
vwo-havo 2007.
Een kandidaat die in het bezit is van een havodiploma, heeft op grond daarvan ontheffing
voor de volgende vakken van het gemeenschappelijk deel van het vwo: maatschappijleer
en algemene natuurwetenschappen. In dit geval worden deze vakken niet op de cijferlijst
vermeld.
Artikel 21. Bewaren en inzien van schriftelijk examenwerk
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
Het schriftelijk examenwerk en de protocollen van de mondelinge examens worden gedurende
ten minste zes maanden na afloop van het examen bewaard. Een kandidaat kan omtrent
zijn werk gedurende genoemde periode van zes maanden inlichtingen inwinnen.
Op ten minste twee data in het examenjaar wordt kandidaten de mogelijkheid geboden,
centraal in het land, hun schriftelijk examenwerk in te zien. Voor deze inzage moeten
kandidaten zich uiterlijk twee weken voor de gewenste datum per mail bij DUO aanmelden.
De data worden op de site van DUO gepubliceerd. Inzage op andere momenten vindt, na
afspraak, uitsluitend bij DUO in Groningen plaats.
Voor de rekentoets geldt een afwijkende inzagetermijn. De mogelijkheid tot inzage
start direct na de afnameperiode en loopt tot uiterlijk vier weken daarna. Omdat de
opgaven na de afname niet direct openbaar zijn, moet inzage plaatsvinden in een besloten
zitting. De kandidaat krijgt desgewenst inzage in de opgaven, het correctievoorschrift/antwoordmodel,
zijn eigen antwoorden en de scores die per opgave zijn toegekend.
Artikel 22. Geheimhouding
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
Iedereen die betrokken is bij de examinering en daarbij de beschikking krijgt over
gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs kan vermoeden,
is verplicht tot geheimhouding daarvan.
Artikel 23. Aansprakelijkheid
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
Examenfunctionarissen, aangesteld door het ministerie van OCW of benoemd door het
College, zijn nimmer aansprakelijk voor schade en/of letsel van de kandidaat en derden
veroorzaakt tijdens een examenonderdeel van het staatsexamen, behalve als er sprake
is van grove schuld of nalatigheid.
De kandidaat vrijwaart de examenfunctionarissen tegen aanspraken van derden ter zake
van schade en/of letsel veroorzaakt tijdens een examenonderdeel van het staatsexamen,
behalve als er sprake is van grove schuld of nalatigheid.
Artikel 24. Klachten en bezwaar
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
-
1. Een klacht kan worden ingediend door een email te sturen naar klachten@duo.nl of een
brief naar Antwoordnummer 392, 9700 LK Groningen, onder vermelding van naam- en adresgegevens
en het telefoonnummer van de kandidaat.
-
2. Tegen een besluit kan bezwaar worden ingediend. Als u het niet eens bent met een besluit
waarbij uw belang rechtstreeks is betrokken kunt u in de meeste gevallen een bezwaarschrift
indienen.U moet altijd schriftelijk bezwaar maken (een bezwaarschrift indienen). Het
bezwaarschrift moet worden gericht aan het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen.
Bij elk besluit is vermeld of u bezwaar kunt maken, bij wie u dat kunt doen en binnen
welke termijn.
Artikel 25. Gevallen onvoorzien
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist, namens het College,
de manager staatsexamens VO.
Bijlage 1. Eindexamen vwo
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
Algemene informatie
Het vwo kent vier profielen:
Elke kandidaat die een diploma wil behalen, moet één of meer van deze profielen kiezen.
Profielwerkstuk
Elke examenkandidaat dient een profielwerkstuk in te leveren en te presenteren voor
het verwerven van een diploma.
Examenvakken (met studielasturen):
Het gemeenschappelijk deel vwo van elk profiel bestaat uit:
• Nederlandse taal en literatuur,
|
480
|
• Engelse taal en literatuur,
|
400
|
• (atheneum) Franse taal en literatuur, Duitse taal en literatuur, Spaanse taal en
literatuur, Russische taal en literatuur, Italiaanse taal en literatuur, Arabische
taal en literatuur, Turkse taal en literatuur of Friese taal en cultuur,
|
480
|
• (gymnasium) Latijnse taal en literatuur of Griekse taal en literatuur *) of Latijnse
taal en cultuur of Griekse taal en cultuur
|
600
|
• Algemene natuurwetenschappen
|
120
|
• maatschappijleer,
|
600
|
• rekentoets.
|
|
Profieldelen:
Profiel natuur en techniek
|
• wiskunde B
|
600
|
• natuurkunde
|
480
|
• scheikunde
|
440
|
• één van de volgende profielkeuzevakken:
|
|
– natuur, leven en technologie
|
440
|
– informatica
|
440
|
– biologie
|
480
|
– wiskunde D
|
440
|
|
|
Profiel natuur en gezondheid
|
|
• wiskunde A (mag vervangen worden door wiskunde B)
|
520
|
• scheikunde
|
440
|
• biologie
|
480
|
• één van de volgende profielkeuzevakken:
|
|
– natuur, leven en technologie
|
440
|
– aardrijkskunde
|
440
|
– natuurkunde
|
480
|
|
|
Profiel economie en maatschappij
|
|
• economie
|
480
|
• wiskunde A (mag vervangen worden door wiskunde B)
|
520
|
• geschiedenis
|
440
|
• één van de volgende profielkeuzevakken:
|
|
– management en organisatie
|
440
|
– aardrijkskunde
|
440
|
– maatschappijwetenschappen
|
440
|
– Franse taal en literatuur, Duitse taal en literatuur, Spaanse taal en literatuur,
Russische taal en literatuur, Italiaanse taal en literatuur, Arabische taal en literatuur,
Turkse taal en literatuur, Friese taal en cultuur
|
480
|
|
|
Profiel cultuur en maatschappij
|
|
• wiskunde C (mag vervangen worden door wiskunde A of wiskunde B)
|
480
|
• geschiedenis
|
480
|
• één van de volgende culturele profielkeuzevakken:
|
|
– kunst (beeldende vormgeving), kunst (muziek),kunst (drama), kunst (dans), muziek,
tekenen, handvaardigheid of textiele vormgeving
|
480
|
– filosofie
|
480
|
– Franse taal en literatuur, Duitse taal en literatuur, Spaanse taal en literatuur,
Russische taal en literatuur, Italiaanse taal en literatuur, Arabische taal en literatuur,
Turkse taal en literatuur, Friese taal en cultuur
|
480
|
– Latijnse taal en literatuur of Griekse taal en literatuur*)
|
600
|
• één van de volgende maatschappelijke profielkeuzevakken:
|
|
– aardrijkskunde
|
440
|
– maatschappijwetenschappen
|
440
|
– economie
|
480
|
*) Als een kandidaat een volledig pakket doet met Latijnse taal en literatuur of Griekse
taal en literatuur, is het vak Klassieke Culturele Vorming (160 uur) verplicht. Hiermee
wordt tevens voldaan aan de eisen die gesteld worden voor het behalen van een gymnasiumdiploma.
Het vrije deel vwo van elk profiel bestaat uit tenminste één vak met een minimale studielast van 440
uur.
Een kandidaat kan kiezen uit:
• de vakken die zijn vermeld bij de profieldelen en die nog niet als examenvak zijn
opgenomen in het gekozen profiel, waarbij
|
– van de vakken wiskunde A, wiskunde B en wiskunde C slechts één deel kan uitmaken
van het profiel en wiskunde D uitsluitend kan worden gekozen indien ook wiskunde B
deel uitmaakt van het profiel;
|
– kunst (beeldende vormgeving) niet gekozen kan worden in combinatie met tekenen,
handvaardigheid of textiele vormgeving en kunst (muziek) niet gekozen kan worden in
combinatie met muziek;
|
– van de vakken tekenen, handvaardigheid en textiele vormgeving er slechts één deel
kan uitmaken van het profiel;
|
• Spaanse taal en literatuur (elementair)
|
480
|
• Russische taal en literatuur (elementair)
|
480
|
• Italiaanse taal en literatuur (elementair)
|
480
|
• Arabische taal en literatuur (elementair)
|
480
|
• Turkse taal en literatuur (elementair)
|
480
|
voor zover de betreffende taal geen deel uitmaakt van het profiel;
|
|
• kunst (algemeen)
|
200
|
Opmerking:
Voor de examenprogramma's wordt verwezen naar de vakinformatie.
Voor de volgende kunstzinnige vakken wordt geen staatsexamen vwo aangeboden:
Bijlage 2. eindexamen havo
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
Algemene informatie
Het havo kent vier profielen:
Elke kandidaat die een diploma wil behalen, moet één of meer van deze profielen kiezen.
Profielwerkstuk
Elke examenkandidaat dient een profielwerkstuk in te leveren en te presenteren voor
het verwerven van een diploma.
Examenvakken (met studielasturen):
Het gemeenschappelijk deel havo van elk profiel bestaat uit:
• Nederlandse taal en literatuur,
|
400
|
• Engelse taal en literatuur,
|
360
|
• maatschappijleer,
|
120
|
• rekentoets.
|
|
Profieldelen:
Profiel natuur en techniek
|
|
• wiskunde B
|
360
|
• natuurkunde
|
400
|
• scheikunde
|
320
|
• één van de volgende profielkeuzevakken:
|
|
– natuur, leven en technologie
|
320
|
– informatica
|
320
|
– biologie
|
400
|
– wiskunde D
|
320
|
|
|
Profiel natuur en gezondheid
|
|
• wiskunde A (mag vervangen worden door wiskunde B
|
320
|
• scheikunde
|
320
|
• biologie
|
400
|
• één van de volgende profielkeuzevakken:
|
|
– natuur, leven en technologie
|
320
|
– aardrijkskunde
|
320
|
– natuurkunde
|
400
|
|
|
Profiel economie en maatschappij
|
|
• economie
|
400
|
• wiskunde A (mag vervangen worden door wiskunde B)
|
320
|
• geschiedenis
|
320
|
• één van de volgende profielkeuzevakken
|
|
– management en organisatie
|
320
|
– aardrijkskunde
|
320
|
– maatschappijwetenschappen
|
320
|
- Franse taal en literatuur, Duitse taal en literatuur, Spaanse taal en literatuur,
Russische taal en literatuur, Italiaanse taal en literatuur, Arabische taal en literatuur,
Turkse taal en literatuur, Friese taal en cultuur
|
400
|
|
|
Profiel cultuur en maatschappij
|
|
• geschiedenis
|
320
|
• Franse taal en literatuur, Duitse taal en literatuur, Spaanse taal en literatuur,
Russische taal en literatuur, Italiaanse taal en literatuur, Arabische taal en literatuur,
Turkse taal en literatuur, of Friese taal en cultuur
|
400
|
• één van de volgende culturele profielkeuzevakken:
|
|
– kunst (beeldende vormgeving), kunst (muziek), kunst (drama), kunst (dans), muziek,
tekenen, handvaardigheid of textiele vormgeving
|
320
|
– filosofie
|
320
|
– Franse taal en literatuur, Duitse taal en literatuur, Spaanse taal en literatuur,
Russische taal en literatuur, Italiaanse taal en literatuur, Arabische taal en literatuur,
Turkse taal en literatuur, Friese taal en cultuur
|
400
|
• één van de volgende maatschappelijke profielkeuzevakken:
|
|
– aardrijkskunde
|
320
|
– maatschappijwetenschappen
|
320
|
– economie
|
400
|
Het vrije deel havo van elk profiel bestaat uit tenminste één vak met een minimale studielast van 320
uur.
Een kandidaat kan kiezen uit:
• de vakken die zijn vermeld bij de profieldelen en die nog niet als examenvak zijn
opgenomen in het gekozen profiel, waarbij
|
– van de vakken wiskunde A en wiskunde B er slechts één deel kan uitmaken van het
profiel en wiskunde D uitsluitend kan worden gekozen indien wiskunde B deel uitmaakt
van het profiel,
|
– kunst (beeldende vormgeving) niet gekozen kan worden in combinatie met tekenen,
handvaardigheid of textiele vormgeving en kunst (muziek) niet gekozen kan worden in
combinatie met muziek,
|
– van de vakken tekenen, handvaardigheid en textiele vormgeving er slechts één deel
kan uitmaken van het profiel
|
• Spaanse taal en literatuur (elementair)
|
320
|
Russische taal en literatuur (elementair)
|
320
|
Italiaanse taal en literatuur (elementair)
|
320
|
Arabische taal en literatuur (elementair)
|
320
|
Turkse taal en literatuur (elementair),
|
320
|
voor zover de betreffende taal geen deel uitmaakt van het profiel.
|
|
• algemene natuurwetenschappen
|
120
|
• kunst (algemeen)
|
120
|
Opmerking:
Voor de examenprogramma's wordt verwezen naar de vakinformatie.
Voor de volgende kunstzinnige vakken wordt geen staatsexamen havo aangeboden:
Bijlage 3. Eindexamen vmbo tl
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
-
1. Het gemeenschappelijk deel
Onafhankelijk van de gekozen sector zijn de volgende gemeenschappelijke vakken verplicht:
-
2. Het sectordeel
Er kan gekozen worden uit vier verschillende sectoren, elk met verschillende verplichte
vakken
-
3. Het vrije deel
Twee algemene vakken, te kiezen uit (voor zover deze vakken geen onderdeel zijn van
het sectorgebonden deel):
-
• talen: Fries, Frans, Duits, Spaans, Turks, Arabisch*);
-
• maatschappijvakken: economie, aardrijkskunde, geschiedenis en staatsinrichting, maatschappijleer
2;
-
• exacte vakken: wiskunde, natuur- en scheikunde 1, natuur- en scheikunde 2, biologie;
-
• beeldende vakken 2: handenarbeid, tekenen, textiele werkvormen**);
-
• muziek.
*) Het sectordeel en het vrije deel moeten tezamen tenminste twee vakken omvatten
die geen moderne vreemde taal zijn.
**) Van de vakken handenarbeid, tekenen en textiele werkvormen kan er slechts één
bij de uitslagbepaling betrokken worden.
Sectorwerkstuk
Elke examenkandidaat dient een sectorwerkstuk in te leveren en te presenteren. Voor
het verwerven van een diploma dient hiervoor de beoordeling voldoende of goed te worden
verkregen.
Opmerking:
Voor de examenprogramma's wordt verwezen naar de vakinformatie.
Bijlage 4 vmbo GL, BB, KB
[Regeling vervallen per 31-12-2017]
Bij de staatsexamens worden geen examens afgenomen in de beroepsgerichte vakken. Kandidaten
die in de beroepsgerichte vakken al examen hebben gedaan, kunnen via de staatsexamens
hun pakket met theoretische vakken aanvullen om alsnog een diploma te behalen.