U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 07-08-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 15-05-2023 en zichtdatum 16-05-2023. Geldend van 01-07-2016 t/m heden
Beleidsregel van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 24 maart 2016, nr. WJZ/15136568, houdende kanalisatie van individuele diergeneesmiddelen 2016
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
Handelend in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
Gelet op artikel 2.21 van de Wet dieren en de artikelen 4:81 tot en met 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit:
Voor de toepassing van deze beleidsregel wordt verstaan onder:
a. besluit: Besluit diergeneesmiddelen;
b. dierenarts: dierenarts, bedoeld in artikel 1.1, van de Wet dieren;
c. minister: Minister van Economische Zaken;
d. regeling: Regeling diergeneesmiddelen.
1 Het voorschrift ‘uitsluitend aflevering door toepassing door de dierenarts’, dan wel ‘U.D.D.’, bedoeld in artikel 2.17 van de regeling, wordt verbonden aan een vergunning voor het in de handel brengen van een diergeneesmiddel als bedoeld in de artikelen 2.13 en 2.14 van de regeling, indien in verband met een risico voor de volksgezondheid, diergezondheid, dierenwelzijn of het milieu, toepassing door een dierenarts van dat middel noodzakelijk wordt geoordeeld.
2 Als diergeneesmiddelen, bedoeld in het eerste lid, worden in ieder geval beschouwd:
a. antimicrobiële diergeneesmiddelen;
b. middelen die intraveneuze, intra-arteriële of intra-articulaire toediening behoeven of dienen te worden geïmplanteerd, met uitzondering van middelen voor intraveneuze toediening tegen hypocalcemie (melkziekte) en hypomagnesie (kopziekte) bij runderen, bevattende uitsluitend Calcium en Magnesium als werkzame stof, in een verpakking kleiner of gelijk aan 500 ml.;
c. vaccins, met uitzondering van vaccins uitsluitend bestemd voor bedrijfsmatig gehouden pelsdieren, vissen en pluimvee, alsmede vaccins voor kanaries ter preventie van kanariepokken;
d. hormoonpreparaten met gestagene, oestrogene of androgene werking voor landbouwhuisdieren; met uitzondering van middelen bestemd als anticonceptiva of voor bronstsynchronisatie, mits zij geen 17-β-oestradiol bevatten;
e. diergeneesmiddelen voor algehele verdoving alsmede per injectie toe te dienen middelen voor plaatselijke verdoving;
f. spierrelaxantia en diergeneesmiddelen die bèta-agonisten bevatten, met uitzondering van die voor orale toediening aan paarden;
g. biologische diagnostica.
1 Het voorschrift ‘uitsluitend aflevering door de dierenarts of op recept van de dierenarts door de apotheker’, dan wel ‘U.D.A.’, bedoeld in artikel 2.16 van de regeling, wordt verbonden aan een vergunning voor het in de handel brengen van een diergeneesmiddel als bedoeld in de artikelen 2.13 en 2.14 van de regeling, indien niet een voorschrift als bedoeld in artikel 2, 4 of 5 aan de vergunning wordt verbonden.
a. diergeneesmiddelen die zodanig gevaar kunnen opleveren voor diergezondheid, menselijke gezondheid of milieu waardoor ze door de dierenarts moeten worden afgeleverd, maar als middelen ook door anderen dan de dierenarts mogen worden toegediend;
b. diergeneesmiddelen die slechts na voorafgaande diagnose of instructie door een dierenarts kunnen worden toegediend.
1 Het voorschrift ‘uitsluitend op recept afleveren’, dan wel ‘U.R.A.’, bedoeld in artikel 2.15 van de regeling, wordt verbonden aan een vergunning voor het in de handel brengen van een diergeneesmiddel als bedoeld in de artikelen 2.13 en 2.14 van de regeling, indien het risico voor de volksgezondheid, diergezondheid, dierenwelzijn of het milieu beperkt is.
a. middelen tegen parasieten;
b. middelen tegen schimmels;
c. kalmeringsmiddelen;
d. niet-steroïde pijn-, koorts- en ontstekingsremmers.
Als diergeneesmiddelen die geen voorafgaande diagnose door een dierenarts behoeven, worden beschouwd:
a. desinfectantia, vitaminepreparaten en corrigerende preparaten;
b. middelen tegen parasieten en middelen tegen schimmels bestemd voor niet-landbouwhuisdieren.
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 juli 2016.
Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 24 maart 2016
Staatssecretaris
M.H.P. van Dam
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Beleidsregel kanalisatie individuele diergeneesmiddelen 2016", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.