De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;
Na op 25 mei 2012 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede
Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II 2011/12, 32 393, nr. 16) als bedoeld in
artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg;
Gezien het verslag 29 juni 2012 van een schriftelijk overleg met de Tweede Kamer der
Staten-Generaal (Kamerstukken II 2011/2012, 32 393, nr. 21);
EN
Gelet op de brief Curatieve zorg in krimpregio’s van 6 maart 2015 (Kamerstukken II,
2014/15, 29 247, nr. 200);
Gezien het advies van de Nederlandse Zorgautoriteit van 3 februari 2015 over de beschikbaarheidbijdrage
voor Spoedeisende Hulp SEH en Acute verloskunde (Bijlage bij Kamerstukken II 2014/15,
29 247, nr. 200);
Gelet op het Verslag van een mondeling overleg dat met de vaste commissie voor Volksgezondheid,
Welzijn en Sport van de Eerste Kamer op 10 maart 2015 is gevoerd (Kamerstukken I 2014/15,
33 253, Q);
Na in de brief van 28 april 2015 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste
en Tweede Kamer der Staten-Generaal als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg inzake het voornemen de Nederlandse Zorgautoriteit een aanwijzing te geven tot aanpassing
van de toetsing voor het verlenen en vaststellen van een beschikbaarheidbijdrage voor
spoedeisende hulp en acute verloskunde (Kamerstukken II 2014/15, 29 247, nr. 209);
Gelet op de Commissiebrief Eerste Kamer van 7 mei 2015 inzake de visie curatieve zorg
in krimpregio’s en motie-Flierman (Kamerstukken I 2014/15, 33 253, R) en de Korte
aantekeningen vergadering commissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal van 19 mei 2015;
Gelet op het Algemeen overleg ziekenhuiszorg en eerste lijn in krimpregio’s van 26
mei 2015;
Gelet op de brief van 3 juni 2015, kenmerk 754612-135544-CZ, inzake Functionaliteit
en bereikbaarheid SEH’s in Nederland aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
en de daarbij behorende bijlage “Analyse gevoelige ziekenhuizen 2015” van het RIVM;