Bijlage Themabesluit subsidiethema 2015 ‘Arbeidstoeleiding kwetsbare jongeren vanuit
speciaal en regulier onderwijs’
[Regeling vervallen per 10-09-2022]
1. Aanleiding en context van het subsidiethema
[Regeling vervallen per 10-09-2022]
Rondom kwetsbare jongeren in het speciaal of regulier onderwijs zijn regionale netwerken
ingericht, met als doel de overgang van onderwijs naar de arbeidsmarkt zo vloeiend
mogelijk te maken. Dit zijn de huidige ‘Wajongnetwerken’. Het gaat daarbij om leerlingen
die zonder ondersteuning niet aan het werk komen. Idealiter wordt zo een periode van
uitkeringsafhankelijkheid voorkomen.
In het begeleiden van leerlingen brengen scholen (mogelijk gezamenlijk met andere
partners uit het netwerk) in kaart of een leerling na de school kan doorleren, kan
werken, of vooral zorg nodig heeft. Wanneer een leerling kan werken, wordt deze in
de huidige ‘Wajongnetwerken’ opgepakt door een arbeidsdeskundige die als vast contactpersoon
van de jongere fungeert. De Wajongnetwerken zijn gebaseerd op samenwerking met en
tussen partijen op de terreinen van welzijn, school en arbeid. De rol van de arbeidsdeskundige
in het netwerk kan divers zijn. Hij of zij ondersteunt in brede zin de jongere om
een plek op de arbeidsmarkt te bemachtigen en benadert werkgevers voor stage- en werkplekken.
Belangrijker dan de precieze activiteiten van de arbeidsdeskundige in deze netwerken,
gaat het erom of het doel, een goede begeleiding van school naar werk, wordt bereikt.
In 2015 is de Participatiewet ingevoerd. Deze wet voegt de Wet Werk en Bijstand (WWB), de Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) en een deel van de huidige Wajong samen. Vanaf 2015 komen jonggehandicapten
alleen nog in aanmerking voor een Wajong-uitkering als zij duurzaam geen arbeidsvermogen
hebben. De huidige Wajongers blijven onder de verantwoordelijkheid van UWV. Het doel
van de nieuwe wet is om meer mensen met een arbeidsbeperking, die nog wel voldoende
arbeidsvermogen hebben, te laten participeren in werk. Tegelijkertijd is er een beweging
om meer jongeren met een beperking te laten meedraaien in het regulier onderwijs (Wet
op het Passend Onderwijs). Ook vanuit het regulier onderwijs zullen dus meer jongeren
met een arbeidsbeperking uitstromen.
Omdat de Wajong niet meer toegankelijk is voor jonggehandicapten met (potentieel)
arbeidsvermogen, zullen arbeidsdeskundigen van UWV vanaf de zomer van 2015 niet meer
deelnemen aan de Wajong netwerken. De huidige inrichting van de Wajongnetwerken komt
er daarmee anders uit te zien. Tegelijkertijd zullen meer jongeren zich melden bij
de gemeente voor een uitkering en/of ondersteuning bij het vinden van werk. De samenwerking
tussen onderwijsinstellingen, gemeenten en andere instanties in het veld (bv Stichting
MEE) zou zo moeten worden ingericht dat er een betrouwbare interorganisationele dienstverlening
in stand blijft die kwetsbare leerlingen effectief en efficiënt toeleidt naar een
loonvormende baan die bij hun talenten en interesses past en die afgestemd is op de
regionale arbeidsmarkt.
2. Doelstelling van het subsidiethema
[Regeling vervallen per 10-09-2022]
Door een andere inrichting van de huidige regionale netwerken verandert de infrastructuur
van (arbeidsdeskundige) deskundigheid ten behoeve van arbeidstoeleiding van kwetsbare
jongeren in het speciaal en regulier onderwijs. Met dit onderzoek willen we in kaart
brengen hoe de infrastructuur van arbeidstoeleiding van deze leerlingen ingericht
wordt en kan worden in de nieuwe situatie. Daarbij is het van belang in beeld te brengen
wat de effectieve onderdelen zijn van deze netwerken. Het goed in beeld hebben van
de huidige en mogelijk toekomstige netwerkpartners (gemeenten, scholen, sw-bedrijven,
Regionaal Meld- en Coördinatiepunten etc.) is daarbij van belang.
Handhaving van de huidige netwerkstructuur is daarbij geen voorwaarde. We stellen
de samenwerking tussen netwerkpartijen wel voor als uitgangspunt van analyse. Het
gaat immers om samenwerking tussen partijen in de regio met als doel het bevorderen
dat kwetsbare leerlingen in het speciaal en regulier onderwijs actief deelnemen aan
de maatschappij, waar mogelijk in de vorm van arbeid. Vanuit deze analyse willen we
herleiden welke (arbeidsdeskundige) expertises en kwaliteiten nodig zijn in de netwerken
rondom deze leerlingen. Het doel van het subsidiethema kan samengevat worden in de
volgende drie onderdelen:
-
1. In kaart brengen welke kennis er al is en waar mogelijk blinde vlekken zitten, alsook
‘best practices’ in kaart brengen op basis van de huidige praktijk en bestaande literatuur.
-
2. Inventariseren aan welke kennis netwerkpartijen behoefte hebben, en in welke vorm.
-
3. Bestaande en nieuwe kennis goed toegankelijk en optimaal benutbaar maken voor netwerkpartijen.