Mandaatbesluit Colleges financieel toezicht

[Regeling vervallen per 01-01-2018.]
Geraadpleegd op 29-07-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-09-2015 en zichtdatum 11-07-2024.
Geldend van 01-08-2015 t/m 12-02-2016

Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 27 oktober 2014, Directoraat-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties, nr. 2014-0000559568, tot vaststelling van een mandaatregeling voor de Colleges financieel toezicht (Mandaatbesluit Colleges financieel toezicht)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op de Algemene wet bestuursrecht en artikel 32, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2018]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In dit besluit wordt verstaan onder:

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2016, 6670, datum inwerkingtreding 13-02-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2015.

  • a. het College: het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten, het College financieel toezicht Bonaire, Sint Eustatius en Saba, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba onderscheidenlijk het College Aruba financieel toezicht, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Landsverordening Aruba financieel toezicht;

  • b. voorzitter: voorzitter van het College;

  • c. secretaris: secretaris als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten, artikel 6, eerste lid, van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba onderscheidenlijk artikel 6, eerste lid, van de Landsverordening Aruba financieel toezicht.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2018]

Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt met de verlening van mandaat gelijkgesteld de verlening van volmacht of machtiging.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2018]

  • 1 Aan de voorzitter wordt mandaat verleend voor aangelegenheden op organisatorisch, personeel, financieel en materieel gebied.

  • 2 Het mandaat heeft geen betrekking op het aanstellen en het verlenen van ontslag dan wel het aangaan van detacheringsovereenkomsten ten aanzien van medewerkers die aan de secretaris worden toegevoegd en het nemen van besluiten met rechtspositionele gevolgen voor medewerkers met salarisschaal 14 of hoger van Bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. Het mandaat voor deze aangelegenheden is voorbehouden aan de directeur-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties.

  • 3 De voorzitter is bevoegd ondermandaat te verlenen aan de secretaris.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2018]

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

  • 2 Besluiten of handelingen van de voorzitter onderscheidenlijk de secretaris die zijn genomen of verricht in de periode van 1 december 2007 tot de datum van inwerkingtreding van dit besluit, zijn genomen of verricht namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 3 Het Mandaatbesluit Colleges financieel toezicht van 30 juni 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2018]

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit Colleges financieel toezicht.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

R.H.A. Plasterk

Naar boven