D. Het proces:
De basis:
De organisatie voor de matching is opgenomen in het Reglement voor de werkwijze van
de werkgroep matching, bedoeld in artikel 4, zesde lid, van de Regeling overgang naar
een LFNP functie en dient als zodanig te worden ingericht. Naast de werkzaamheden
van de werkgroep matching levert ook het korps een bijdrage aan onderdelen van het
matchingsproces door het leveren van de informatie ten behoeve van de matching zoals
verwoord in stap 1.
Basisdocumenten LFNP (vastgesteld in het GOP) voor matching:
-
– LFNP functiebeschrijvingen;
-
– LFNP Matrix;
-
– Handleiding Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie en process-flow;
-
– Overzicht werkterreinen, aandachtsgebieden en specifieke functionaliteiten.
Basisdocumenten voor matching oud:
-
– Korpsspecifieke basisdocumenten (zie stap 1);
-
– Functiebeschrijvingen, inclusief de hierop vermelde salarisschaal;
-
– De in besluiten uitgangspositie opgenomen specifieke werkzaamheden (taakaccenten);
-
– Voor zover van belang de in de besluiten uitgangsposities opgenomen bijzondere situaties;
-
– Bij leidinggevende korpsfuncties -indien aanwezig- het daarbij behorende functiewaarderingsadvies
(hierna: het fuwa-advies);
-
– het referentiemateriaal functiewaardering zoals bedoeld in artikel 1 van de Regeling vaststelling systeem functiewaardering Nederlandse politie juncto bijlagen 2 en 3 (Stcrt. 1994, 134 en 2005, 126 en hierna: het referentiemateriaal).
-
De werkwijze:
I. Voorbereiden organieke matching:
Stap 1: Verzamelen korpsspecifieke basisdocumenten
Het korps verzamelt:
-
• de korpsformatieplannen over de periode 31 december 2009 tot en met 31 december 2011;
-
• de organogrammen over de periode 31 december 2009 tot en met 31 december 2011;
-
• de functiebeschrijvingen die van 31 december 2009 tot en met 31 december 2011 binnen
een korps aan medewerkers zijn of waren toegewezen inclusief de hierop vermelde salarisschaal;
-
• de functiebeschrijvingen, inclusief de hierop vermelde salarisschaal, opgenomen in
de korpsformatie die op 31 december 2011 van toepassing zijn en niet bezet zijn;
-
• de functiebeschrijvingen (inclusief de functiebeschrijvingen die ontstaan uit de aanvragen
functieonderhoud voortkomend uit het proces van bepaling van de uitgangspositie) die
zijn / worden vastgesteld door het bevoegd gezag na 31 maart 2011;
-
• het door het korps opgestelde overzicht ‘Functies met specifieke werkzaamheden’ (taakaccenten)
aangevuld met ‘ontbrekende specifieke werkzaamheden / bijzondere situaties’ uit de
aanvullende besluiten uitgangspositie(s);
-
• indien aanwezig het fuwa-advies dat ten grondslag ligt aan een leidinggevende korpsfunctie;
-
• en levert deze zo veel mogelijk digitaal aan bij het projectbureau.
Het projectbureau matching verwerkt de aangeleverde documenten in een centrale matchingsdatabase.
Het projectbureau matching draagt zorg voor toegang tot de centrale matchingsdatabase
voor de werkgroepleden, het projectbureau en de administratieve ondersteuning.
Stap 2: Samenstelling clusters van functies (eerste ordening van functies t.b.v. matching)
-
– De kerngroep, bedoeld in artikel 2 van het reglement voor de werkwijze van de werkgroep
matching (de kerngroep), ordent de in de centrale matchingsdatabase opgenomen functiebeschrijvingen
naar clusters van functies.
-
– De kerngroep draagt deze clusters van functies inclusief de toewijzing aan matchingsteams
over aan het projectbureau voor de registratie in de centrale matchingsdatabase.
Stap 3: Vastleggen in centrale matchingsdatabase en verspreiding documenten
Stap 4: Oriëntatieformulier functiebeschrijving invullen
De leden van het matchingsteam vullen ieder voor zich per functiebeschrijving, met
behulp van de ter beschikking gestelde documenten, het oriëntatieformulier zo volledig
mogelijk in. Dit formulier dient de persoonlijke voorbereiding van de leden en adviserende
leden in het matchingsteam (als bedoeld in artikel 3 van het reglement voor de werkwijze
van de werkgroep matching). Na voltooiing van stap 10 worden de opgemaakte oriëntatieformulieren
vernietigd.
Resultaat:
Meerdere oriëntatieformulieren per functiebeschrijving.
II. Uitvoeren proces organieke matching:
Stap 5: De functiebeschrijving indelen in een LFNP domein
Het matchingsteam deelt de functiebeschrijving in, in één van de drie LFNP domeinen:
Leiding,
Uitvoering of Ondersteuning op basis van het meest vergelijkbare domein. Hiermee wordt
uitvoering gegeven aan hetgeen is bepaald in artikel 3, vierde lid, onderdeel a, van
de Regeling overgang naar een LFNP functie.
Hulpvragen:
In het kader van deze instructie gelden voor deze drie domeinen de volgende definities:
Het domein Leiding draagt in de zin van het LFNP bij aan een effectieve en efficiënte
organisatie en aan legitimering van politie in de samenleving. Leiding handelt in
het perspectief van de politie als totaal. Leiding stuurt op het bereiken van resultaten,
bepaalt, beslist en (be)oordeelt aangaande koers en strategie, beleid, doelstellingen,
kwaliteit en kwantiteit van producten & diensten, contracten en plannen van aanpak
waaronder ten aanzien van werkwijzen, personeel, middelen en financiën en overige
randvoorwaardelijke aspecten. Leiding: motiveert, stimuleert en inspireert personeel
en stuurt op de ontwikkeling van personeel; monitoort en beoordeelt de kwaliteit van
geleverde prestaties/producten en beslist op bijsturing en te nemen maatregelen; is
resultaat- en financieel verantwoordelijk en verantwoordelijk voor het organisatierendement.
Leiding vertegenwoordigt de Politie.
Het domein Uitvoering draagt in de zin van het LFNP bij aan één van de vakgebieden
vallend onder dit domein, te weten: Beveiliging, G(ebieds) G(ebonden) P(olitie), Informantenrunner,
Intelligence, Interventie, Meldkamer, Observatie, Tactische Opsporing, Forensische
Opsporing, Luchtvaart, Intake & Service en Operationeel Specialismen. Het domein Uitvoering
levert een directe bijdrage aan operationele politietaken, en staat daarmee in rechtstreeks
verband met de handhaving van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding), de openbare
orde en veiligheid en/of leefbaarheid in de samenleving.
Het domein Ondersteuning draagt in de zin van het LFNP bij aan één van de vakgebieden
vallend onder dit domein, te weten: Bedrijfsvoering Specialismen, Gespecialiseerde
Ondersteuning, Administratie en Secretariaat, Scheepvaart, Techniek, H(uisvesting)
S(ervices) en M(iddelen), Onderzoek & Kennisontwikkeling en Docenten. Het domein Ondersteuning
levert een bijdrage aan een effectief en efficiënt werkende politieorganisatie, terwijl
tegelijkertijd geen of een beperkte directe bijdrage wordt geleverd aan operationele
politietaken en daarmee niet in rechtstreeks of onvoldoende verband staat met de handhaving
van de rechtsorde (criminaliteitsbestrijding), de openbare orde en veiligheid en/of
leefbaarheid in de samenleving.
Werkwijze ten behoeve van functiebeschrijvingen met leidinggevende aspecten:
Ten aanzien van het domein Leiding gelden specifieke criteria om te bepalen of dit
domein het meest vergelijkbaar is. Alle functiebeschrijvingen worden hiertoe beoordeeld
op de vraag of sprake is van leidinggeven (ten overvloede: coördinatie valt hier niet
onder).
Categorie IV.
De functiebeschrijvingen met leidinggevende aspecten, ongeacht of leiding wordt gegeven
aan de uitvoering van de politietaak en waarbij op die beschrijving minimaal salarisschaal
14 staat vermeld, worden ingedeeld in het domein Leiding.
Toelichting:
De indeling van alle functiebeschrijvingen met leidinggevende aspecten in vier categorieën
is noodzakelijk om hiermee op consistente wijze het juiste domein te kunnen bepalen.
Bestaande aspecten van leidinggeven in korpsfunctiebeschrijvingen komen terug in het
domein Uitvoering (zoals alle LFNP functies Operationeel Expert en de LFNP functies
Operationeel Specialisten B tot en met F) of het domein Ondersteuning (zoals de LFNP
functie Gespecialiseerd Medewerker C en de LFNP functies Bedrijfsvoering Specialisten
B tot en met F). Hiertoe hanteert het LFNP de begrippen: operationele sturing in de
vorm van organisatorische coördinatie, operationele sturing in de vorm van zaakscoördinatie,
regie(posities) in netwerken.
De functiebeschrijvingen met leidinggevende aspecten in categorie I hebben betrekking
op operationeel leiding geven aan een groep, in het LFNP vertaald naar operationele
sturing en regie(posities) in netwerken. Het referentiemateriaal vermeldt in de regel
het niveaubepalend element ‘(voortgangs)verantwoordelijkheid’. Voor deze functiebeschrijvingen
is het meest vergelijkbare domein het domein Uitvoering of het domein Ondersteuning.
De functiebeschrijvingen met leidinggevende aspecten in categorie II zijn unithoofden,
waarbij volgens die beschrijving leiding wordt gegeven aan de uitvoering van de politietaak.
Het referentiemateriaal vermeldt in dat kader doorgaans het niveaubepalend element
‘eindverantwoordelijkheid’. Het gaat dan in de regel om grotere aantallen medewerkers
die deel uitmaken van een unit.
De functiebeschrijvingen met leidinggevende aspecten in categorie III (tot en met
salarisschaal 13) geven volgens die beschrijving geen leiding aan de uitvoering van
de politietaak, maar het betreft functionarissen die (deels) leiding geven aan (staf)afdelingen.
De zwaarte van deze functies wordt ontleend aan de noodzakelijke en specifieke vakinhoudelijke
kennis. Dit volgt uit het technische functiewaarderingssysteem dat spreekt over ‘specialismen’
(zie artikel 1 juncto bijlage 1 van de Regeling vaststelling systeem functiewaardering Nederlandse politie (Stcrt. 1994, 134 en 2005, 126). Daarnaast is voor deze functies altijd minimaal
een HBO werk- of denkniveau vereist. Voor deze functiebeschrijvingen is het meest
vergelijkbare domein niet Leiding, maar het domein Uitvoering of het domein Ondersteuning
omdat hierin de hooggekwalificeerde specialistische LFNP functies voorkomen. Zie voor
het domein Uitvoering het vakgebied Operationeel Specialisten en voor het domein Ondersteuning
het vakgebied Bedrijfsvoering Specialisten.
De functiebeschrijvingen met leidinggevende aspecten in categorie IV betreffen alle
beschrijvingen waarop minimaal salarisschaal 14 vermeld staat. Deze functiebeschrijvingen,
ongeacht de aard of omvang van het leidinggeven, worden ingedeeld in het domein Leiding.
Bij dergelijke functiebeschrijvingen gaat het om het (mede-)bepalen van het (strategisch)
beleid. Dit volgt uit het hiervoor al genoemd technische functiewaarderingssysteem.
De handelwijze bij functiebeschrijvingen met leidinggevende aspecten is als volgt:
-
• Op basis van de functiebeschrijving wordt beoordeeld of sprake is van leidinggeven
en zo ja, in welke categorie deze functie valt.
-
• Indien de functiebeschrijving geen of onvoldoende uitsluitsel geeft over de categorie
en daarmee de keuze van het meest vergelijkbare domein, dient het fuwa-advies -dat
onderliggend is aan de functiebeschrijving- geraadpleegd te worden.
-
• Indien geen fuwa-advies aanwezig is of wanneer dit onvoldoende uitsluitsel geeft,
dient het referentiemateriaal te worden geraadpleegd.
Toelichting:
Tussen korpsen bestaan grote verschillen qua benamingen van functiebeschrijvingen.
Zo komen in de leiding van de basispolitiezorg bijvoorbeeld de volgende benamingen
voor: chef wijkteam in schaal 10, chef basisteam in schaal 11, chef wijkpolitie in
schaal 12. Alle korpsen hebben met elkaar gemeen dat zij gebruik dienen te maken van
het referentiemateriaal functiewaardering Nederlandse politie (zie de Regeling vaststelling systeem functiewaardering Nederlandse politie; Stcrt. 1994, 134 en 2005, 126). Indien een functiebeschrijving geen uitsluitsel
geeft over de vraag in welke categorie deze ingedeeld dient te worden, zal het fuwa-advies
in de meeste gevallen uitkomst bieden. In het hiervoor gegeven voorbeeld van de leiding
basispolitiezorg zal dan blijken dat het in casu gaat om respectievelijk de referentiefuncties
(Wijk)unithoofd A, (Wijk)unithoofd B en (Wijk)unithoofd C zodat indeling in categorie
II dient te volgen. Mocht het fuwa-advies geen uitsluitsel geven, dan kan in laatste
instantie het referentiemateriaal worden geraadpleegd.
Keuze voor een domein:
Alle leidinggevende functies in categorie II en categorie IV worden ingedeeld in het
domein Leiding. Alle leidinggevende functies in categorie I en categorie III worden
ingedeeld in het domein Uitvoering of het domein Ondersteuning.
Alle overige functies worden ingedeeld in het domein Uitvoering of het domein Ondersteuning.
De keuze voor het domein Uitvoering of het domein Ondersteuning wordt vastgesteld
op basis van het meest vergelijkbare domein, waarbij kern en / of doel van de functie
hiertoe in aanmerking wordt genomen.
Hulpmateriaal:
Uitkomst per functie vastleggen en motiveren op functievergelijkingsformulier (Bijlage
4: functie-vergelijkingsformulier)
Resultaat:
Een indeling van een functiebeschrijving in een LFNP domein.
Stap 6: De functiebeschrijvingen binnen het LFNP domein Leiding indelen
Indien op basis van stap 5 indeling heeft plaatsgevonden in het domein Leiding, wordt
daarna op de hierna vermelde wijze de meest vergelijkbare functie vastgesteld.
Functiebeschrijvingen met daarop vermeld de salarisschalen 8, 10, 12, 14, 16 en 18
worden gematcht met de daarmee overeenkomende LFNP functie in het domein Leiding waarvoor
dezelfde salarisschaal geldt. Voorbeeld: de functiebeschrijving chef basiseenheid
met daarop vermeld schaal 10 wordt gematcht met de LFNP functie teamchef B, immers
ook schaal 10. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan hetgeen is bepaald in artikel
3, vierde lid, onderdeel c, van de Regeling overgang naar een LFNP functie.
Functiebeschrijvingen met daarop vermeld de salarisschalen 9, 11, 13, 15 en 17 worden
gematcht met de meest vergelijkbare LFNP functie, zijnde de naast hogere of naast
lagere LFNP functie in het domein Leiding. Voorbeeld: de functiebeschrijving chef
districtsrecherche met daarop vermeld schaal 11 dient te worden gematcht met de naast
hogere of naast lagere LFNP functie, derhalve met teamchef B in schaal 10 of teamchef
C in schaal 12. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan hetgeen is bepaald in artikel
3, vijfde lid, van de Regeling overgang naar een LFNP functie.
Stap 7: De functiebeschrijvingen binnen het LFNP domein Uitvoering of Ondersteuning
indelen in een LFNP vakgebied
Nadat het domein is bepaald, vindt vervolgens indeling plaats in een vakgebied. Hiertoe
wordt kern en / of doel van de functie in aanmerking genomen en vergeleken met de
resultaatomschrijvingen van de LFNP vakgebieden uit het betreffende domein en zoals
genoemd in bijlage 2. In principe wordt een functiebeschrijving ingedeeld in één vakgebied.
Wanneer niet aanstonds een keuze voor een vakgebied kan worden gemaakt, wordt de functiebeschrijving
ingedeeld in het vakgebied dat het meest vergelijkbaar is. Hiermee wordt uitvoering
gegeven aan hetgeen is bepaald in artikel 3, vierde lid, onderdeel b van de Regeling
overgang naar een LFNP functie.
Hulpvragen:
Hulpmateriaal:
Uitkomst per functie vastleggen en motiveren op functievergelijkingsformulier (Bijlage
4: functievergelijkingsformulier).
Resultaat:
Een indeling van de functiebeschrijvingen in een LFNP vakgebied.
Stap 8: Iedere functiebeschrijving vergelijken met LFNP functiebeschrijvingen binnen
een LFNP vakgebied in de domeinen Uitvoering en Ondersteuning
Nadat het vakgebied is bepaald, wordt vervolgens de meest vergelijkbare LFNP functie
binnen het gekozen vakgebied vastgesteld. Hiertoe dient als volgt gehandeld te worden:
-
• indien de op de functiebeschrijving vermelde salarisschaal overeenkomt met de salarisschaal
van een LFNP functie in het gekozen vakgebied, wordt die functie beschouwd als de
meest vergelijkbare functie;
-
• indien de op de functiebeschrijving vermelde salarisschaal niet voorkomt in het gekozen
vakgebied, wordt de naast hogere of naast lagere LFNP functie gekozen als de meest
vergelijkbare functie.
Hiermee wordt uitvoering gegeven aan hetgeen is bepaald in artikel 3, vierde lid,
onderdeel c, respectievelijk artikel 3, vijfde lid, van de Regeling overgang naar
een LFNP functie.
Hulpmateriaal:
Uitkomst per functie vastleggen en motiveren op functievergelijkingsformulier (Bijlage
4: functievergelijkingsformulier).
Resultaat
Een concept match tussen een functiebeschrijving en een LFNP functie.
Stap 9: Eventueel toekennen van een werkterrein, aandachtsgebied of specifieke functionaliteit
Zodra sprake is van een concept match met een LFNP functie, als bedoeld in stap 8,
wordt door het matchingsteam beoordeeld of op basis van de functiebeschrijving aanleiding
bestaat om een aan de betreffende LFNP functie gekoppeld werkterrein, aandachtsgebied
of specifieke functionaliteit toe te kennen. Een werkterrein, aandachtsgebied of specifieke
functionaliteit is namelijk een verbijzondering van de betreffende LFNP functie en
is daarmee onderdeel van het criterium meest vergelijkbare LFNP functie.
Voorbeeld: de functiebeschrijving van wijkagent met daarop vermeld salarisschaal 8
wordt gematcht met: domein Uitvoering > vakgebied GGP > LFNP functie senior GGP >
werkterrein wijkagent.
Indien van toepassing uitkomst per functie vastleggen op functievergelijkingsformulier
(Bijlage 4: functievergelijkingsformulier).
Resultaat
Een concept match tussen een functiebeschrijving en een LFNP functie met daaraan gekoppeld
een werkterrein, aandachtsgebied of specifieke functionaliteit.
Stap 9a: Overige werkzaamheden.
Overige werkzaamheden is de verzamelnaam voor extra werkzaamheden en specifieke werkzaamheden
zoals deze in de uitgangspositie (zoals bedoeld in artikel 1, aanhef, en onderdeel
r, van de Regeling overgang naar een LFNP functie) voor een individuele ambtenaar
is vastgelegd op enig moment vanaf 31 december 2009 tot en met 31 december 2011.
Bijzondere situaties en afspraken, die ook kunnen zijn opgenomen in de uitgangspositie,
blijven in het kader van de organieke matching geheel buiten beschouwing omdat deze
zich niet lenen voor enige wijze van matching.
Voorbeelden hiervan zijn een detachering buiten de sector politie of het lidmaatschap
van een ondernemingsraad.
Het uitgangspunt voor de behandeling van overige werkzaamheden is de concept match,
bedoeld in stap 8 dan wel stap 9.
Het matchingsteam behandelt overige werkzaamheden op basis van de hierna vermelde
indeling in twee categorieën (A en B) en de verdere uitwerking hiervan in subcategorieën
(A1 tot en met A5).
Voor zover overige werkzaamheden door een korps zijn aangeleverd met vermelding van
een tijdsbeslag dient dit door het matchingsteam buiten beschouwing gelaten te worden.
Met tijdsbeslag wordt in dit verband bijvoorbeeld bedoeld het aantal uren of percentage
van de wekelijkse arbeidstijd dat aan overige werkzaamheden werd besteed. In het systeem
LFNP is immers voor toekenning van een werkterrein, aandachtsgebied en specifieke
functionaliteit het tijdsbeslag ervan in relatie tot de arbeidstijd niet relevant.
Zowel bij categorie A als categorie B is het systeem LFNP van doorslaggevende betekenis
omdat overige werkzaamheden uitsluitend omgezet kunnen worden naar het (meest) vergelijkbare
werkterrein, aandachtsgebied en specifieke functionaliteit indien een bepaalde LFNP
functie dat werkterrein, aandachtsgebied of specifieke functionaliteit kent én voldaan
wordt aan de definitie van werkterrein, aandachtsgebied en specifieke functionaliteit
als bedoeld in artikel 1, lid 1 aanhef, en onderdelen kk, ll en mm, van het Besluit algemene rechtspositie
politie.
Categorie A >
Concept matches waarbij de overige werkzaamheden niet van invloed en betekenis zijn
voor de concept match, bedoeld in stap 8 en stap 9.
A1:
Een concept match met een LFNP functie in het domein Leiding.
Voorbeeld: een concept match met de LFNP functie teamchef B ondergaat geen wijziging
door overige werkzaamheden.
A2:
Een concept match met een LFNP functie in het domein Uitvoering of het domein Ondersteuning
dat geen werkterrein, aandachtsgebied en specifieke functionaliteit kent.
Voorbeeld in het domein Uitvoering: een concept match met de LFNP functie assistent
A Intake & Service ondergaat geen wijziging door overige werkzaamheden.
Voorbeeld in het domein Ondersteuning: een concept match met de LFNP functie medewerker
Huisvesting, Services en Middelen C ondergaat geen wijziging door overige werkzaamheden.
A3:
Een concept match met een LFNP functie in het domein Uitvoering of het domein Ondersteuning
dat wel een werkterrein, aandachtsgebied en specifieke functionaliteit kent, maar
waarmee de overige werkzaamheden niet (meest) vergelijkbaar is.
Voorbeeld: een concept match met de LFNP functie generalist Tactische Opsporing in
het domein Uitvoering ondergaat geen wijziging door overige werkzaamheden op het gebied
van ICT. Weliswaar is ICT een werkterrein, doch dit werkterrein kan uitsluitend worden
toegekend aan bepaalde LFNP vakgebieden in het domein Ondersteuning.
A4:
Een concept match met een LFNP functie in het domein Uitvoering of het domein Ondersteuning
dat al dan niet een werkterrein, aandachtsgebied en specifieke functionaliteit kent,
maar waarbij de overige werkzaamheden geacht kunnen worden reeds een onderdeel te
zijn van de concept match met een bepaalde LFNP functie.
Voorbeeld: een concept match met de LFNP functie generalist GGP ondergaat geen wijziging
door de overige werkzaamheden als biker of als motorrijder.
Toelichting:
De aanduidingen ‘mountainbike’’ en ‘motorfiets’ beschrijven de wijze waarop de werkzaamheden
worden uitgeoefend.
NB: dat wel een werkterrein Beredenen en een werkterrein Hondengeleiding in het vakgbied
GGP voorkomt, maakt dit niet anders omdat het systeem LFNP leidend is.
A5:
Een concept match met een LFNP functie waarbij om andere redenen de overige werkzaamheden
niet kunnen leiden tot een werkterrein, aandachtsgebied of specifieke functionaliteit.
Voorbeeld: een concept match met welke LFNP functie dan ook ondergaat geen wijziging
door de overige werkzaamheden ''twitteren'' omdat dit geen specifieke deskundigheid
of expliciete specialistische inzet en inbreng vereist als bedoeld in de definitie
van een werkterrein en aandachtsgebied respectievelijk specifieke functionaliteit.
Resultaat bij indeling in categorie A:
Geen wijziging ten opzichte van stap 8 respectievelijk stap 9.
Categorie B >
Concept matches waarbij de overige werkzaamheden van invloed en betekenis zijn voor
de concept match, bedoeld in stap 8 en stap 9 en die niet vallen onder categorie A.
Een concept match met een LFNP functie waarvoor een werkterrein, aandachtsgebied of
specifieke functionaliteit mogelijk is op grond van het systeem LFNP en waarmee de
overige werkzaamheden (het meest) vergelijkbaar zijn. Hierdoor wijzigt de concept
match met een LFNP functie -zoals bepaald in stap 8 of stap 9- niet, doch deze wordt
aangevuld met het gekozen werkterrein, aandachtsgebied of specifieke functionaliteit.
Afhankelijk van de inhoud van de overige werkzaamheden, leidt dit tot:
Voorbeeld in het domein Uitvoering: een concept match met de LFNP functie generalist
Tactische Opsporing met overige werkzaamheden ‘hennep’ leidt tot het werkterrein Verdovende
middelen.
Voorbeeld in het domein Ondersteuning: een concept match met de LFNP functie Bedrijfsvoeringspecialist
A met overige werkzaamheden ‘MD-advies’ leidt tot het werkterrein Personeel & Organisatie
en het aandachtsgebied Personeelsontwikkeling.
Resultaat bij indeling in categorie B:
Een concept match tussen een functiebeschrijving met daarbij behorende overige werkzaamheden
en een LFNP functie met daaraan gekoppeld een werkterrein, aandachtsgebied of specifieke
functionaliteit.
Stap 10: Vastlegging van de uitkomst van de matching
De uitkomst van de matching van de functiebeschrijving met een LFNP functie en eventueel
een werkterrein, aandachtsgebied of specifieke functionaliteit wordt door het matchingsteam
vastgelegd in het reeds aangemaakte functievergelijkingsformulier. Dit formulier maakt
na afronding van de matching integraal deel uit van de concept-transponeringstabel.
Het matchingsteam levert het functievergelijkingsformulier aan bij het projectbureau
voor verwerking in de centrale matchingsdatabase.
Resultaat:
Een geregistreerde concept match.
III. Afronden proces organieke matching:
Stap 11: Toetsing en formalisering van de concept-matches
De leden van de kerngroep beoordelen het resultaat van de matching en de hiertoe opgemaakte
functievergelijkingsformulieren. De werkgroep matching formaliseert het resultaat
vervolgens en geeft opdracht aan het projectbureau om de matches op te nemen op de
concept-transponeringstabel. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan hetgeen is bepaald
in artikel 2, derde lid, onderdeel d, respectievelijk artikel 5, leden 5 en 6 van
het reglement voor de werkwijze van de werkgroep matching.
Resultaat:
Een door de werkgroep matching geformaliseerde concept-transponeringstabel, inclusief
de functievergelijkingsformulieren.
Stap 12: Beoordeling concept-transponeringstabel
De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter ondertekenen de concept-transponeringstabel
en leggen deze inclusief eventuele bijzonderheden over de matchingsresultaten en de
door hen ondertekende functievergelijkingsformulieren voor aan het GOP ter overeenstemming.
Alle overige functiebescheiden zijn naar behoefte op te vragen bij het projectbureau
matching.
Resultaat:
Een ondertekende en aan het GOP ter overeenstemming aangeboden concept-transponeringstabel
inclusief de functievergelijkingsformulieren.
Stap 13: Vaststellen transponeringstabel
De transponeringstabel wordt na overeenstemming in het GOP vastgesteld door de minister
en wordt ter inzage gelegd bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie en bekend
gemaakt op de website www.cao-politie.nl.
Resultaat:
Een door het GOP beoordeelde en door de minister vastgestelde transponeringstabel.
Stap 14: Publicatie van de transponeringstabel
Het projectbureau draagt naast de gebruikelijke procedure voor publicatie zorg voor
de bekendmaking van de transponeringstabel op het intranet van de korpsen, inclusief
de daarbij behorende vastgestelde functievergelijkingsformulieren. Ook zal de transponeringstabel
worden bekend gemaakt op de website http://ikwerkbijdepolitie.politieacademie.politie.nl.
Daarnaast stelt het projectbureau matching op basis van de door de minister vastgestelde
transponeringstabel een transponeringstabel per korps op en stelt deze ter beschikking
aan de korpsen voor publicatie op het korpsintranet.
Resultaat:
Een gepubliceerde transponeringstabel als basis voor het vervolgproces ‘de individuele
overgang naar een LFNP functie’.