Hoofdstuk I. Regelen voor het openbaar schoolonderwijs, tevens voorwaarden voor bekostiging
van het bijzonder schoolonderwijs
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
§ 1. Scholen
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Artikel 8. Taal
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Het onderwijs wordt gegeven en de examens worden afgenomen in het Nederlands. In afwijking
van de eerste volzin kan een andere taal worden gebezigd:
-
a. wanneer het onderwijs met betrekking tot die taal betreft,
-
b. wanneer het praktijkonderwijs als bedoeld in artikel 31 betreft, of
-
c. indien de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs dan wel
de herkomst van de deelnemers daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door het bevoegd
gezag vastgestelde gedragscode. De gedragscode wordt toegezonden aan de inspectie.
Artikel 9. Onderwijs
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat leerlingen die in verband met ziekte thuis
verblijven dan wel zijn opgenomen in een ziekenhuis, op adequate wijze voldoende onderwijs
kunnen genieten.
Artikel 10. Bestrijding (taal)achterstand
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Artikel 11. Onderwijs in lichamelijke opvoeding
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Onderwijs in lichamelijke opvoeding, bestaande uit praktische bewegingsactiviteiten,
wordt gespreid verzorgd over alle leerjaren van het voortgezet onderwijs. Dit onderwijs
vindt plaats gespreid over de schoolweken, en in zodanige substantiële omvang en schooltijd
dat wordt voldaan aan de eisen op het gebied van kwaliteit, intensiteit en variëteit
van de bewegingsactiviteiten neergelegd in kerndoelen en examenprogramma’s. In afwijking
van de tweede volzin geldt voor het laatste leerjaar het voorschrift, dat het onderwijs
in het eindexamenvak lichamelijke opvoeding niet eerder mag worden afgesloten dan
in de maand december.
Artikel 12. Beschikbaarstelling lesmateriaal aan leerlingen
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Artikel 12a. Onderwijstijd
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Artikel 12b. Onderwijsdagen
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
4 Bij ministeriële regeling kunnen begin en eind van vakanties worden vastgesteld, die
niet voor alle scholen gelijk behoeven te zijn. Daarbij kan het aantal dagen, genoemd
in het eerste lid, voor een daarbij aan te geven groep scholen, hoger of lager worden
vastgesteld indien dit noodzakelijk is in verband met de spreiding van de landelijk
vastgestelde vakantie over verschillende delen van Nederland.
Artikel 13. Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
1 Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs is het onderwijs dat is ingericht ter voorbereiding
op aansluitend wetenschappelijk onderwijs en dat mede algemene vorming omvat. Voorbereidend
wetenschappelijk onderwijs wordt gegeven aan scholen voor voorbereidend wetenschappelijk
onderwijs. Deze worden onderscheiden in gymnasia en athenea, elk met een cursusduur
van zes jaren.
Artikel 14. Hoger algemeen voortgezet onderwijs
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Hoger algemeen voortgezet onderwijs is het onderwijs dat is ingericht ter voorbereiding
op aansluitend hoger beroepsonderwijs en dat mede algemene vorming omvat. Het hoger
algemeen voortgezet onderwijs wordt gegeven:
-
a. aan scholen met een cursusduur van vijf jaren;
-
b. aan afdelingen van scholen voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs. Deze hebben
een cursusduur van twee jaren en vangen aan na vier jaren middelbaar algemeen voortgezet
onderwijs.
Artikel 15. Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs is het onderwijs dat is ingericht ter voorbereiding
op aansluitend beroepsonderwijs dan wel op hoger algemeen voortgezet onderwijs, en
dat mede algemene vorming omvat. Het middelbaar algemeen voortgezet onderwijs wordt
gegeven aan scholen met een cursusduur van vier jaren.
Artikel 16. Theoretische leerweg en profielen mavo
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
5 Het gemeenschappelijk deel van elk profiel in de theoretische leerweg omvat Nederlandse
taal, Engelse taal, maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en ten minste één van
de vakken behorende tot de beeldende vorming, muziek, dans of drama.
-
7a Het bevoegd gezag stelt de leerling in de gelegenheid om, indien de leerling dat wenst,
naast het onderwijsprogramma, bestaande uit de in het vierde lid bedoelde delen, beroepsgerichte
keuzevakken als bedoeld in artikel 29 te volgen. Het achtste en tiende lid van artikel 29 zijn van overeenkomstige toepassing.
-
8 Het bevoegd gezag beslist welke keuzetaal, genoemd in het zesde lid, onderdeel c,
en welke vakken, genoemd in het zevende lid, onderdeel b, worden aangeboden. Het bevoegd
gezag kan tevens beslissen dat door het bevoegd gezag aan te wijzen vakken en andere
programmaonderdelen, bedoeld in het zevende lid, onderdeel c, door alle leerlingen
in het vrije deel moeten worden gevolgd.
-
9 Het bevoegd gezag kan de leerling in de gelegenheid stellen, in plaats van de vakken,
genoemd in het vijfde, zesde en zevende lid, onderdeel b, de overeenkomstige vakken,
genoemd in dan wel aangewezen op grond van de artikelen 39 en 40 te volgen.
-
10 Bij algemene maatregel van bestuur worden voorschriften vastgesteld over de mogelijkheid
van vrijstelling en de bevoegdheid van het bevoegd gezag om ontheffing te verlenen
van onderdelen van dit artikel. Onverminderd het zesde en zevende lid, kan bij algemene
maatregel van bestuur worden vastgesteld het door alle leerlingen in het derde leerjaar
te volgen minimum aantal vakken waarin eindexamen kan worden afgelegd, alsmede welke
vakken het betreft.
Artikel 18. Beroepsgerichte leerwegen en profielen vbo
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
5 Het gemeenschappelijk deel van elk profiel in de beroepsgerichte leerwegen omvat Nederlandse
taal, Engelse taal, maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en ten minste één van
de vakken behorende tot de beeldende vorming, muziek, dans of drama.
-
8 Het bevoegd gezag beslist welke keuzetaal, genoemd in het zesde lid, onderdeel c,
en welke beroepsgerichte keuzevakken, bedoeld in het zevende lid, onderdeel a, worden
aangeboden. Het bevoegd gezag kan tevens beslissen dat door het bevoegd gezag aan
te wijzen vakken en andere programma-onderdelen, bedoeld in het zevende lid, onderdeel
b, door alle leerlingen in het vrije deel moeten worden gevolgd.
-
11 Onverminderd het zesde en zevende lid, kan bij algemene maatregel van bestuur worden
vastgesteld het door alle leerlingen in het derde leerjaar te volgen minimum aantal
vakken waarin eindexamen kan worden afgelegd, alsmede welke vakken het betreft.
Artikel 19. Leer-werktraject in basisberoepsgerichte leerweg
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
1 Het bevoegd gezag kan de basisberoepsgerichte leerweg mede inrichten als leer-werktraject.
Een leer-werktraject is een leerroute binnen de basisberoepsgerichte leerweg met een
buitenschools praktijkgedeelte dat ten minste 640 klokuren, verzorgd in 80 dagen,
en ten hoogste 1 280 klokuren, verzorgd in 160 dagen, omvat van de gezamenlijke onderwijstijd
van het derde en vierde leerjaar en welk traject specifiek is gericht op het behalen
van een startkwalificatie op het niveau van de basisberoepsopleiding, bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onder b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES. Elke schoolweek in het derde en vierde leerjaar omvat ten minste binnenschools onderricht.
-
3 Het bevoegd gezag kan, na overleg met de leerling of diens wettelijk vertegenwoordiger,
beslissen dat het leer-werktraject voor die leerling eveneens een of meer andere vakken
van de basisberoepsgerichte leerweg omvat.
Artikel 20. Inrichting buitenschools praktijkgedeelte
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Het bevoegd gezag stelt bij de inrichting van het leer-werktraject in elk geval vast:
-
a. de organisatie van de leerlingbegeleiding vanwege het bevoegd gezag zowel binnen de
school als bij het bedrijf dat of de organisatie die het buitenschoolse praktijkgedeelte
verzorgt, alsmede
-
b. de invulling van het buitenschoolse praktijkgedeelte en waarborgt daarbij dat niet
uitsluitend eenzijdige productiearbeid wordt verricht.
Artikel 21. Leer-werkovereenkomst
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
1 Het buitenschoolse praktijkgedeelte wordt verzorgd door een bedrijf of organisatie,
op grondslag van een leer-werkovereenkomst, gesloten door het bevoegd gezag, de betrokken
leerling of diens wettelijk vertegenwoordiger, dat bedrijf of die organisatie, en
de Raad onderwijs arbeidsmarkt, geregeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs BES, dat daarmee verklaart:
-
a. dat het een bedrijf of organisatie betreft dat respectievelijk die voldoet aan de
kwaliteitscriteria, genoemd in artikel 24, en
-
b. voor zover van toepassing, dat de gronden voor dat kwaliteitsoordeel nog steeds aanwezig
zijn.
Artikel 22. Beoordeling kwaliteit leerbedrijven
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
2 De Raad onderwijs arbeidsmarkt draagt zorg voor een regelmatige beoordeling van bedrijven
en organisaties die het buitenschoolse praktijkgedeelte verzorgen, aan de hand van
de eisen in artikel 24. Hij draagt zorg voor openbaarmaking van een overzicht van bedrijven en organisaties
met een gunstige beoordeling op grond van de eerste volzin. Tot het verzorgen van
het buitenschoolse praktijkgedeelte zijn uitsluitend bevoegd de bedrijven en organisaties
met een gunstige beoordeling op grond van die volzin.
-
3 Indien het bevoegd gezag na het sluiten van de leer-werkovereenkomst vaststelt dat
de praktijkplaats niet of niet volledig beschikbaar is, de begeleiding tekortschiet
of ontbreekt, of sprake is van andere omstandigheden die maken dat het buitenschoolse
praktijkgedeelte niet naar behoren zal kunnen worden verzorgd, bevordert het bevoegd
gezag, na overleg met de Raad onderwijs arbeidsmarkt, dat een toereikende vervangende
voorziening beschikbaar wordt gesteld.
Artikel 23. Subsidie Raad onderwijs arbeidsmarkt voor taken leer-werktrajecten
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Artikel 24. Kwaliteitseisen leerbedrijven
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Artikel 25. Samenwerkingsovereenkomst met BVE-instelling
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Artikel 26. Assistentopleiding in het vmbo
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
1 Het bevoegd gezag kan bij de school ingeschreven leerlingen die daarbij naar zijn
oordeel gebaat zijn, in de gelegenheid stellen om geheel of gedeeltelijk in plaats
van de basisberoepsgerichte leerweg, bedoeld in artikel 18, eerste lid, een assistentopleiding te volgen als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onder a, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES, met inachtneming van de artikelen 7.2.6 en 8.1.1, zesde lid, van laatstgenoemde wet. Artikel 18, tweede lid, tweede volzin, is van overeenkomstige toepassing.
-
3 Het bevoegd gezag is niet gehouden, leerlingen die een assistentopleiding volgen als
bedoeld in het eerste lid, gelegenheid te geven om aan de school een eindexamen in
de basisberoepsgerichte leerweg af te leggen als bedoeld in artikel 72, eerste lid.
Artikel 27. Samenwerkingsovereenkomst assistentopleiding in het vmbo
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
1 De assistentopleiding, bedoeld in artikel 26, wordt onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag verzorgd op grond van een
samenwerkingsovereenkomst tussen het bevoegd gezag van de school en het bevoegd gezag
van een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES waarvan het onderwijsaanbod mede deze assistentopleiding omvat.
Artikel 27a. Doorlopende leerroute vmbo-mbo
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
[Treedt in werking op 01-08-2020]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 27b. Samenwerking tussen VO-scholen en MBO-instellingen in het kader van doorlopende
leerroutes vmbo-mbo
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
[Treedt in werking op 01-08-2020]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 27c. Melden inrichting doorlopende leerroute vmbo-mbo
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
[Treedt in werking op 01-08-2020]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 27d. Inrichting doorlopende leerroutes vmbo-mbo
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
[Treedt in werking op 01-08-2020]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 27e. Inschrijving doorlopende leerroute vmbo-mbo
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
[Treedt in werking op 01-08-2020]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 27f. Verantwoordelijkheid van de school
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
[Treedt in werking op 01-08-2020]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 27g. Cursusduur van een doorlopende leerroute vmbo-mbo
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 27h. Onderwijstijd doorlopende leerroute vmbo-mbo (BOL)
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 27i. Onderwijstijd doorlopende leerroute vmbo-mbo (BBL)
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 27j. Examinering en diplomering VO binnen een doorlopende leerroute vmbo-mbo
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
[Treedt in werking op 01-08-2020]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 27k. Overstapoptie
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
[Treedt in werking op 01-08-2020]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 27l. Geïntegreerde route vmbo-basisberoepsopleiding
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
[Treedt in werking op 01-08-2020]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 28. Afdelingen voorbereidend beroepsonderwijs
[Vervallen per 01-08-2016]
Artikel 29. Gemengde leerweg en profielen scholengemeenschap mavo-vbo
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
1 Naast het onderwijs in de leerwegen, genoemd in de artikelen 16 en 18, kan onderwijs in de gemengde leerweg worden gegeven aan een scholengemeenschap met
in elk geval een school voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs en een school
voor voorbereidend beroepsonderwijs.
-
5 Het gemeenschappelijk deel van elk profiel in de gemengde leerweg omvat Nederlandse
taal, Engelse taal, maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en ten minste één van
de vakken behorende tot de beeldende vorming, muziek, dans of drama.
-
8 Het bevoegd gezag beslist welke keuzetaal, genoemd in het zesde lid, onderdeel c,
welke beroepsgerichte keuzevakken, bedoeld in het zevende lid, onderdeel b, en welke
vakken, genoemd in het zevende lid, onderdeel c, worden aangeboden. Het bevoegd gezag
kan tevens beslissen dat door het bevoegd gezag aan te wijzen vakken en andere programma-onderdelen,
bedoeld in het zevende lid, onderdeel d, door alle leerlingen in het vrije deel moeten
worden gevolgd.
-
9 Het bevoegd gezag kan de leerling in de gelegenheid stellen, in plaats van de vakken,
genoemd in het vijfde, zesde en zevende lid, onderdeel c, de overeenkomstige vakken,
genoemd in dan wel aangewezen op grond van de artikelen 39 en 40 te volgen.
-
11 Onverminderd het zesde en zevende lid, kan bij algemene maatregel van bestuur worden
vastgesteld het door alle leerlingen in het derde leerjaar te volgen minimum aantal
vakken waarin eindexamen kan worden afgelegd, alsmede welke vakken het betreft.
Artikel 30. Leerwegondersteunend onderwijs
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
1 Leerwegondersteunend onderwijs wordt verzorgd ter voorbereiding op of gedurende het
volgen van onderwijs in een van de leerwegen, genoemd in de artikelen 16, 18 en 29, ten behoeve van de leerling voor wie vaststaat dat een orthopedagogische en orthodidactische
benadering is geboden met het oog op het afsluiten van het onderwijs in een van deze
leerwegen. Leerwegondersteunend onderwijs wordt zodanig in het onderwijs geïntegreerd
en ingericht dat de leerling een ononderbroken ontwikkelingsproces, gericht op het
afsluiten als bedoeld in de eerste volzin, kan volgen.
-
2 Leerwegondersteunend onderwijs wordt verzorgd, indien de leerling met behulp van de
voorzieningen, bedoeld in artikel 50, tweede lid, tweede volzin, niet een ononderbroken ontwikkelingsproces als bedoeld in het eerste lid, kan volgen.
Artikel 31. Praktijkonderwijs
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
3 Praktijkonderwijs bestaat uit een gedeelte waarin aangepast theoretisch onderwijs,
persoonlijkheidsvorming en het aanleren van sociale vaardigheden worden verzorgd,
en een gedeelte waarin de leerling wordt voorbereid op het uitoefenen van functies
op de arbeidsmarkt. Praktijkonderwijs wordt zo veel mogelijk op basis van de kerndoelen
verzorgd en is er op gericht dat leerlingen zo veel mogelijk de referentieniveaus
Nederlandse taal en rekenen bereiken die voor het praktijkonderwijs zijn vastgesteld
op grond van artikel 47a. Praktijkonderwijs bereidt de leerling voor op functies binnen de regionale arbeidsmarkt
op een niveau dat ligt onder het niveau van de assistentopleiding, bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdeel a, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES.
-
4 Het praktijkonderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen per leerjaar ten minste
1 000 klokuren praktijkonderwijs ontvangen. De leerlingen ontvangen per dag ten hoogste
5,5 uren praktijkonderwijs, voor zover het betreft aangepast theoretisch onderwijs,
persoonlijkheidsvorming en het aanleren van sociale vaardigheden.
-
5 Het bevoegd gezag van een school voor praktijkonderwijs kan, met inachtneming van
de tweede volzin van het derde lid en van het vierde lid, indien dat ten behoeve van
de leerling noodzakelijk is, bij het aanbieden van dat onderwijs afwijken van de voorschriften,
gegeven bij of krachtens de artikelen 12a, 33 tot en met 35, 46 en 72.
Artikel 32. Toelating praktijkonderwijs
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
1 Aan de ouders van een leerling van wie het bevoegd gezag van de school waar de leerling
zich aanmeldt dan wel van de school waaraan de leerling is ingeschreven, redelijkerwijs
kan aannemen dat deze niet in staat is het onderwijs in een van de leerwegen, genoemd
in de artikelen 16, 18 en 29, al dan niet in combinatie met leerwegondersteunend onderwijs, bedoeld in artikel 30, met een diploma of getuigschrift voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs als bedoeld
in artikel 72, derde lid, af te sluiten, kan het bevoegd gezag voorstellen deze leerling in plaats daarvan
praktijkonderwijs te doen volgen.
-
2 Het bevoegd gezag van de school voor praktijkonderwijs beslist over de toelating van
de leerling tot het praktijkonderwijs. Artikel 30, derde lid, tweede volzin, is van overeenkomstige toepassing.
-
3 Het bevoegd gezag van de school voor praktijkonderwijs waaraan de leerling wordt toegelaten,
stelt, na overleg met de ouders, voor de leerling een handelingsplan op. Het handelingsplan
bevat een omschrijving van de wijze waarop voor de desbetreffende leerling het praktijkonderwijs
met inachtneming van artikel 31, derde lid, wordt verzorgd.
Artikel 33. Algemene voorschriften eerste twee leerjaren
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Het onderwijs in de eerste twee leerjaren wordt zodanig ingericht dat met behoud van
keuzevrijheid de doorstroming van leerlingen wordt bevorderd naar een van de profielen,
bedoeld in de artikelen 16, 18 of 29 of naar het derde leerjaar voorbereidend wetenschappelijk onderwijs en hoger algemeen
voortgezet onderwijs en vervolgens naar de periode van voorbereidend hoger onderwijs,
bedoeld in artikel 38.
Artikel 34. Kerndoelen
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Bij algemene maatregel van bestuur worden kerndoelen vastgesteld, waarbij aandacht
wordt besteed aan aspecten van:
-
a. Nederlandse taal,
-
b. Engelse taal,
-
c. geschiedenis en staatsinrichting,
-
d. aardrijkskunde,
-
e. economie,
-
f. wiskunde,
-
g. natuur- en scheikunde,
-
h. biologie,
-
i. verzorging,
-
j. informatiekunde,
-
k. techniek,
-
l. lichamelijke opvoeding, en
-
m. beeldende vorming, muziek, drama en dans.
Artikel 35. Onderwijsprogramma eerste twee leerjaren
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Artikel 36. Ontheffingen delen onderwijsprogramma; bijzondere voorschriften
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
1 Het bevoegd gezag van een school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor
algemeen voortgezet onderwijs en voor voorbereidend beroepsonderwijs kan na overleg
met de ouders een leerling ontheffing verlenen voor onderdelen van het onderwijsprogramma,
bedoeld in artikel 35, eerste lid, onderdeel a. Het bevoegd gezag bepaalt bij de ontheffing welk onderwijs voor de leerling in de
plaats komt voor de onderdelen waarvoor ontheffing is verleend.
-
2 Het bevoegd gezag van een school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor
algemeen voortgezet onderwijs en voor voorbereidend beroepsonderwijs kan voor leerlingen
die daarvoor in aanmerking komen, bij de inrichting van het onderwijs afwijken van
een of meer programmaonderdelen of van de voorschriften bedoeld in artikel 35, eerste lid, onderdeel a. De laatste volzin van het eerste lid is van overeenkomstige toepassing. Bij algemene
maatregel van bestuur wordt bepaald hoe wordt vastgesteld welke leerlingen in aanmerking
komen voor deze afwijkingen.
-
3 Voor leerlingen:
-
a. die leerwegondersteunend onderwijs volgen als bedoeld in artikel 30, of
-
b. voor wie het bevoegd gezag het volgen van een leer-werktraject als bedoeld in artikel 19 het meest geschikt acht, verzorgt het bevoegd gezag in de eerste twee leerjaren gezamenlijk
ten minste 1 425 uren onderwijs op basis van kerndoelen.
Artikel 37. Voorschriften derde leerjaar vwo en havo
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Op het onderwijs in het derde leerjaar aan scholen voor voorbereidend wetenschappelijk
onderwijs en voor hoger algemeen voortgezet onderwijs zijn van overeenkomstige toepassing:
Artikel 38. Periode van voorbereidend hoger onderwijs vwo en havo; profielen
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
5 Het bevoegd gezag richt het onderwijs in de periode van voorbereidend hoger onderwijs
in op de grondslag van een normatieve studielast voor de leerling van 1 600 uren per
leerjaar, uitgaande van 40 weken met elk een normatieve studielast van 40 uren. Het
bevoegd gezag richt daarbij een in schooltijd verzorgd samenhangend onderwijsprogramma
in.
Artikel 39. Vakken en andere programmaonderdelen periode van voorbereidend hoger onderwijs:
vwo
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Artikel 40. Vakken en andere programmaonderdelen periode van voorbereidend hoger onderwijs:
havo
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
8 Het bevoegd gezag kan de leerling in de gelegenheid stellen, in plaats van de vakken,
genoemd in of aangewezen op grond van het eerste tot en met zesde lid, de overeenkomstige
vakken van artikel 39 te volgen.
Artikel 41. Nadere inrichting profielen vwo en havo
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Bij algemene maatregel van bestuur wordt met betrekking tot de profielen, bedoeld
in artikel 38, tweede lid, vastgesteld:
-
a. het relatieve gewicht van elk van de vakken binnen het geheel van de vakken van het
eindexamen, uitgedrukt in een normatieve studielast per vak,
-
b. de nadere ordening van de vakken, genoemd in de artikelen 39 en 40, met het oog op hun plaats in het gemeenschappelijk deel, het profieldeel of het
vrije deel,
-
c. voorschriften over vakken en andere programmaonderdelen, bedoeld in artikel 39, zevende lid, en artikel 40, zesde lid, die het bevoegd gezag aanwijst, behalve godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk
vormingsonderwijs aan bijzondere scholen, en
-
d. voorschriften over de mogelijkheid van vrijstelling en de bevoegdheid van het bevoegd
gezag om ontheffing te verlenen van onderdelen van de artikelen 39 en 40.
Artikel 42. Onderwijs in een pluriforme samenleving; burgerschap; sociale integratie
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Het onderwijs:
-
a. gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving,
-
b. is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, en
-
c. is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende
achtergronden en culturen van leeftijdgenoten.
Artikel 43. Dagscholen; contractactiviteiten
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Artikel 44. Aanduiding onderwijsaanbod in maatschappelijk verkeer
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
1 De naam van de school duidt aan, tot welke van de soorten van scholen, bedoeld in
de artikelen 13, 14, 15, 17 en 31, de school behoort. Het bevoegd gezag van een school voor middelbaar algemeen voortgezet
onderwijs, een school voor voorbereidend beroepsonderwijs, of een scholengemeenschap
waarvan in ieder geval een school voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs of
een school voor voorbereidend beroepsonderwijs deel uitmaakt, kan voor die school
de aanduiding «voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs» hanteren. Bij verschil van
mening tussen het bevoegd gezag en Onze Minister, tot welke van de soorten zij behoort,
beslist Onze Minister bij beschikking.
Artikel 45. Overige voorschriften inrichting onderwijs
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
1 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden voor de scholen voor voorbereidend
wetenschappelijk onderwijs, algemeen voortgezet onderwijs en voorbereidend beroepsonderwijs
voorschriften vastgesteld omtrent de inrichting van het onderwijs. Deze voorschriften
kunnen per schoolsoort verschillen. Voor de scholen, bedoeld in de artikelen 13, 14, 15 en 17, kunnen afzonderlijke voorschriften worden gegeven. De bij deze algemene maatregel
van bestuur gegeven voorschriften zijn niet van toepassing op scholen voor voorbereidend
beroepsonderwijs, het onderwijs in profielen in het voorbereidend beroepsonderwijs,
waarvoor artikel 50, vijfde lid, wordt toegepast.
-
2 De algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, kan slechts voorschriften
inhouden omtrent het in uren uitgedrukte aantal lessen dat gedurende de cursus in
lichamelijke opvoeding ten minste moet worden verzorgd.
Artikel 46. Meetellen tijd op andere school; vaststellen vakanties
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Indien een leerling gedurende een deel van de week onderwijs ontvangt op een andere
school of wordt begeleid bij het expertisecentrum onderwijszorg, telt de tijd gedurende
welke de leerling dit onderwijs ontvangt mee voor het aantal uren onderwijs dat de
leerling ten minste moet ontvangen.
Artikel 47. Kwaliteit onderwijs
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Het bevoegd gezag draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs op de school. Onder
zorg dragen voor de kwaliteit van het onderwijs wordt in elk geval verstaan het naleven
van de bij of krachtens deze wet gegeven voorschriften en het uitvoeren van het stelsel
van kwaliteitszorg, bedoeld in artikel 50, vierde lid.
Artikel 47a. Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Voor de vormen van onderwijs, bedoeld in artikel 6, onderdelen a tot en met d, wordt bij algemene maatregel van bestuur een samenhangend geheel van referentieniveaus
taal en rekenen vastgesteld met dien verstande dat verschillende referentieniveaus
kunnen worden vastgesteld voor en binnen de leerwegen, bedoeld in de artikelen 16, 18 en 29.
Artikel 48. Rapportage vorderingen van leerlingen
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Het bevoegd gezag rapporteert over de vorderingen van de leerlingen aan hun ouders,
dan wel aan de leerlingen zelf indien zij meerderjarig en handelingsbekwaam zijn.
Artikel 49. Informeren ouders bij zeer zwakke school
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 50. Schoolplan
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
1 Het schoolplan bevat een beschrijving van het beleid met betrekking tot de kwaliteit
van het onderwijs dat binnen de school wordt gevoerd, en omvat in elk geval het onderwijskundig
beleid, het personeelsbeleid en het stelsel van kwaliteitszorg. In het schoolplan
wordt aangegeven op welke wijze de identiteitscommissie, bedoeld in artikel 109a, invulling geeft aan het openbare karakter onderscheidenlijk de identiteit voor zover
het betreft een samenwerkingsschool. Het schoolplan omvat mede het beleid ten aanzien
van de aanvaarding van materiële bijdragen of geldelijke bijdragen, niet zijnde ouderbijdragen
of op de onderwijswetgeving gebaseerde bijdragen, indien het bevoegd gezag daarbij
verplichtingen op zich neemt waarmee de leerlingen binnen de schooltijden en tijdens
de activiteiten die worden georganiseerd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd
gezag, alsmede tijdens het overblijven, zullen worden geconfronteerd.
-
2 De beschrijving van het onderwijskundig beleid omvat in elk geval:
-
a. de uitwerking van de wettelijke voorschriften betreffende de uitgangspunten, de doelstelling
en de inhoud van het onderwijs,
-
b. de door het bevoegd gezag in het schoolplan opgenomen eigen opdrachten voor het onderwijs
in een onderwijsprogramma,
-
c. het pedagogisch-didactisch klimaat en het schoolklimaat, en
-
d. het zorg dragen voor de veiligheid op school, bedoeld in artikel 4a.
Bij de beschrijving van het onderwijskundig beleid worden tevens de voorzieningen
betrokken die zijn getroffen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.
Artikel 51. Schoolgids
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Artikel 51a. Vaststelling en beschikbaarstelling schoolplan en schoolgids
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 52. Klachtenregeling
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
1 Ouders dan wel leerlingen, en personeelsleden kunnen bij de klachtencommissie, bedoeld
in het tweede lid, onderdeel a, een klacht indienen over gedragingen en beslissingen
van het bevoegd gezag of het personeel, waaronder discriminatie, dan wel het nalaten
van gedragingen en het niet nemen van beslissingen door het bevoegd gezag of het personeel.
-
3 Deze regeling strekt ter vervanging van klachtenregelingen op grond van andere voorschriften
dan dit artikel en strekt niet ter vervanging van een andere voorziening die op grond
van een wettelijke regeling, niet zijnde een klachtenregeling, voor de klager openstaat
of heeft opengestaan.
-
4 Deze regeling
-
a. voorziet erin dat de klachten worden behandeld door een klachtencommissie die bestaat
uit ten minste drie leden, waaronder een voorzitter die geen deel uitmaakt van het
bevoegd gezag en niet werkzaam is voor of bij het bevoegd gezag, en
-
b. waarborgt dat aan de behandeling van een klacht niet wordt deelgenomen door een persoon
op wiens gedraging de klacht rechtstreeks betrekking heeft.
-
6 De klachtencommissie vormt zich een oordeel over de gegrondheid van de klacht en deelt
dit oordeel, al dan niet vergezeld van aanbevelingen, schriftelijk mede aan de klager,
degene over wie is geklaagd en het bevoegd gezag.
-
7 Het bevoegd gezag deelt de klager en de klachtencommissie, bedoeld in het tweede lid,
onderdeel a, binnen 4 weken na ontvangst van het in het zesde lid bedoelde oordeel
van de klachtencommissie schriftelijk mede of hij het oordeel over de gegrondheid
van de klacht deelt en of hij naar aanleiding van dat oordeel maatregelen zal nemen
en zo ja welke. Bij afwijking van de in de eerste volzin bedoelde termijn, doet het
bevoegd gezag daarvan met redenen omkleed mededeling aan de klager en de klachtencommissie
onder vermelding van de termijn waarbinnen het bevoegd gezag zijn standpunt bekend
zal maken.
-
8 Degene die betrokken is bij de uitvoering van dit artikel en daarbij de beschikking
krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijze
moet vermoeden, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig
wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot
mededeling voortvloeit.
Artikel 53. Vaststelling schoolplan en schoolgids
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Artikel 54. Scheiding toezicht en bestuur
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
1 Het bevoegd gezag draagt mede in verband met de verplichting, bedoeld in artikel 47, zorg voor een goed bestuurde school met een scheiding tussen de functies van bestuur
en het toezicht daarop, en met een rechtmatig bestuur en beheer.
Artikel 55. Intern toezicht
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Artikel 56. Inhoud intern toezicht
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
4 Indien het intern toezicht wordt uitgeoefend door een raad van toezicht, zijn het
eerste tot en met derde lid van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de raad
van toezicht. Een raad van toezicht is tevens belast met het benoemen, schorsen en
ontslaan van de leden van het bestuur, alsmede de toepassing van de artikelen 90, 92, 93 en 107 van deze wet, de Ambtenarenwet BES en de daarmee verband houdende wettelijke bepalingen op leden van het bestuur die
mede tot het personeel behoren.
Artikel 57. Samenstelling medezeggenschapsraad
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
4 De aantallen leden, bedoeld in het derde lid, onderdeel a en onderdeel b, zijn aan
elkaar gelijk. Tevens zijn de aantallen leden uit en door de ouders en uit en door
de leerlingen aan elkaar gelijk. Indien niet aan de tweede volzin kan worden voldaan,
omdat onvoldoende ouders dan wel leerlingen bereid zijn lid te worden, kan de niet
door de desbetreffende groep te vervullen plaats worden toegedeeld aan de andere groep.
-
5 Indien het bevoegd gezag personeel heeft benoemd of te werk gesteld zonder benoeming
dat werkzaamheden verricht ten behoeve van meer dan een school, kan een medezeggenschapsraad
worden ingesteld die bestaat uit leden die uit en door dat personeel worden gekozen.
De medezeggenschapsraad bestaat in dat geval uit ten minste 2 leden.
-
8 Kandidaten voor de verkiezing van het deel van de medezeggenschapsraad dat uit en
door het personeel wordt gekozen, kunnen worden gesteld door personeelsleden en door
organisaties van personeel. Kandidaten voor de verkiezing van het deel van de medezeggenschapsraad
dat uit en door de ouders of de leerlingen wordt gekozen, kunnen worden gesteld door
ouders of leerlingen en door organisaties van ouders of leerlingen.
-
12 De beëindiging anders dan op eigen verzoek van de betrekking van een lid van het personeel
mag geen verband houden met de kandidaatstelling voor het lidmaatschap, het lidmaatschap
of het voormalig lidmaatschap van de betrokkene van de medezeggenschapsraad. Een beëindiging
van de betrekking in strijd met dit lid is nietig.
-
13 De medezeggenschapsraad kiest uit zijn midden een voorzitter en een of meer plaatsvervangende
voorzitters. De voorzitter, of bij diens verhindering een plaatsvervangende voorzitter,
vertegenwoordigt de raad in rechte.
Artikel 58. Medezeggenschap
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
2 Het bevoegd gezag en de medezeggenschapsraad komen bijeen indien daarom onder opgave
van redenen door het bevoegd gezag, de vertegenwoordigers van ouders, de vertegenwoordigers
van leerlingen of de vertegenwoordigers van personeel wordt verzocht. De besprekingen
kunnen namens het bevoegd gezag worden gevoerd.
Artikel 60. Leerlingenstatuut
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 61. Bijzondere inrichting school
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Ten behoeve van de bijzondere inrichting van het onderwijs aan een school kan Onze
Minister besluiten toe te staan dat wordt afgeweken van de artikelen 8 en 12a tot en met 41, en van de voorschriften, bedoeld in artikel 45. Onze Minister besluit binnen zes maanden na ontvangst van een aanvraag. Indien de
beschikking niet binnen zes maanden kan worden gegeven, stelt Onze Minister de aanvrager
daarvan in kennis en noemt hij daarbij een termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet
kan worden gezien.
Artikel 62. Samenwerking tussen VO-scholen onderling en met BVE-instellingen ter bevordering
van doelmatig en doeltreffend onderwijs
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 63. Handelingsplan
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
1 Het bevoegd gezag van een school waar een leerling met een specifieke onderwijsbehoefte
is ingeschreven stelt in overeenstemming met de ouders en met inachtneming van artikel 69, derde lid, voor elk schooljaar een handelingsplan op. Indien de inschrijving van de in de eerste
volzin bedoelde leerling plaatsvindt op of na 1 augustus wordt het handelingsplan
zo spoedig mogelijk doch uiterlijk een maand na die inschrijving opgesteld.
Artikel 64. Toelating, verwijdering, voorwaardelijke bevordering; verblijfsduur praktijkonderwijs
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
1 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voor elke soort van scholen
of voor aan scholen als bedoeld in artikel 17 verzorgde profielen voorwaarden voor de toelating en voorschriften omtrent verwijdering
en voorwaardelijke bevordering worden vastgesteld. De algemene maatregel van bestuur
bedoeld in de eerste volzin houdt in elk geval voorschriften in met betrekking tot
de voorwaarden voor de toelating tot de scholen, bedoeld in de artikelen 13, 14, 15 en 17. Definitieve verwijdering van een leerling waarop de Leerplichtwet BES van toepassing is, vindt niet plaats dan nadat het bevoegd gezag ervoor heeft zorggedragen
dat een andere school, dan wel een instelling als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Leerplichtwet BES bereid is de leerling toe te laten.
-
2 Voor het volgen van een vorm van onderwijs als onderscheiden in artikel 6 aan een school wordt uitsluitend als leerling toegelaten degene waarvan de ouders
aantonen, dan wel, indien hij meerderjarig en handelingsbekwaam is, degene die aantoont
dat hij:
-
a. de Nederlandse nationaliteit bezit of op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander
wordt behandeld,
-
b. vreemdeling is en jonger is dan 18 jaar op de eerste schooldag waarop de vorm van
voortgezet onderwijs als onderscheiden in artikel 6 begint waarvoor voor de eerste maal toelating wordt gewenst,
-
c. vreemdeling is, 18 jaar of ouder is op de eerste schooldag waarop de vorm van voortgezet
onderwijs als onderscheiden in artikel 6 begint waarvoor voor de eerste maal toelating wordt gewenst en op die dag rechtmatig
verblijf houdt in de zin van 3, 5a of 6 van de Wet toelating en uitzetting BES, of
-
d. vreemdeling is, niet meer voldoet aan een van de voorwaarden, genoemd onder b of c,
en eerder in overeenstemming met een van die onderdelen voor een vorm van voortgezet
onderwijs als onderscheiden in artikel 6 is toegelaten tot een school, welke vorm van voortgezet onderwijs nog steeds wordt
gevolgd en nog niet is voltooid.
-
6 Op een bezwaarschrift ter zake van de toelating of verwijdering van leerlingen, beslist
het bevoegd gezag, voor zover het een bevoegd gezag van een openbare school betreft
in afwijking van artikel 69, eerste lid, van de Wet administratieve rechtspraak BES, binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift, doch niet eerder dan nadat
de kandidaat-leerling, respectievelijk de leerling en, indien deze nog niet meerderjarig
is, ook diens ouders, in de gelegenheid is, respectievelijk zijn gesteld, te worden
gehoord en kennis heeft respectievelijk hebben kunnen nemen van de op die besluiten
betrekking hebbende adviezen of rapporten.
Artikel 64a. Doorstroom naar havo en vwo
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
[Treedt in werking op 01-08-2020]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 65. Te verstrekken gegevens bij toelating
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
1 Onverminderd bij algemene maatregel van bestuur gegeven voorschriften met betrekking
tot de in- en uitschrijving van leerlingen, vindt toelating van een leerling als bedoeld
in artikel 64 slechts plaats nadat door de ouders of, indien de leerling meerderjarig
is, door de leerling de gegevens betreffende de geslachtsnaam, de voorletters, de
geboortedatum, het geslacht en het persoonsgebonden nummer BES van de leerling zijn
overgelegd. Indien door de ouders of, indien de leerling meerderjarig is, door de
leerling aannemelijk wordt gemaakt dat geen persoonsgebonden nummer BES van de leerling
kan worden overgelegd, vindt de toelating plaats met inachtneming van het derde lid.
Artikel 66. Melding in verband met voortijdig schoolverlaten niet-leerplichtigen
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
5 De gegevens die worden verstrekt op grond van het eerste lid kunnen persoonsgegevens
als bedoeld in artikel 16 van de Wet bescherming persoonsgegevens BES omvatten, met uitzondering van gegevens over ras, politieke gezindheid, seksueel
leven of het lidmaatschap van een vakvereniging, voor zover deze persoonsgegevens
noodzakelijk zijn met het oog op de informatieverstrekking over de achtergronden van
het verzuim.
§ 4. Personeel
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Artikel 77. Personeelscategorieën; formatiebeleid; taken en functies personeel
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
2 Aan het hoofd van een school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs staat een
rector, aan het hoofd van een school voor algemeen voortgezet onderwijs, voorbereidend
beroepsonderwijs en praktijkonderwijs een directeur.
-
6 Het bevoegd gezag stelt jaarlijks het beleid vast met betrekking tot de formatie van
de verschillende categorieën personeel van de school. Het bevoegd gezag bepaalt, zoveel
mogelijk tegelijk met de vaststelling van het in de eerste volzin bedoelde beleid
met betrekking tot de formatie, functies en taken van het personeel van de school,
met inachtneming van de daaromtrent bij algemene maatregel van bestuur te geven nadere
voorschriften.
Artikel 78. Overdracht taken en bevoegdheden
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Artikel 79. Vaststelling managementstatuut
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
1 Het bevoegd gezag stelt na overleg met de rector, de directeur, de conrector en de
adjunct-directeur, een managementstatuut vast. In het managementstatuut is ten minste
een regeling opgenomen betreffende de bevoegdheden van de rector, de directeur, de
conrector en de adjunct-directeur met betrekking tot de toedeling, bestemming en aanwending
van de bekostiging.
-
2 Het managementstatuut bevat tevens de aanduiding van de andere aan het bevoegd gezag
bij wettelijk voorschrift toegekende taken en bevoegdheden waarvan het bevoegd gezag
heeft bepaald dat de rector, de directeur, de conrector of de adjunct-directeur van
de school deze in naam van het bevoegd gezag kan uitoefenen. Het managementstatuut
bevat voorts instructies ten aanzien van deze taken en bevoegdheden.
-
4 Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat een exemplaar van het managementstatuut
in het gebouw van de school ter inzage beschikbaar is op een voor een ieder toegankelijke
plaats. Het bevoegd gezag zendt een exemplaar van het managementstatuut, alsmede elke
wijziging daarvan, zo spoedig mogelijk na de vaststelling ter kennisneming aan de
inspectie.
Artikel 80. Vereisten benoeming of tewerkstelling leraren
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
1 Leraren worden door het bevoegd gezag benoemd dan wel tewerkgesteld zonder benoeming.
Om tot leraar te kunnen worden benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming dient de
betrokkene:
De eerste en tweede volzin zijn niet van toepassing op benoeming of tewerkstelling
van leraren voor het verzorgen van een vak of ander programmaonderdeel dat door het
bevoegd gezag is vastgesteld, uitgezonderd godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk
vormingsonderwijs.
-
2 Indien het bevoegd gezag een leraar benoemt of tewerkstelt zonder benoeming voor uitsluitend
het geven van middelbaar algemeen voortgezet onderwijs of het geven van onderwijs
in de eerste drie leerjaren van het hoger algemeen voortgezet onderwijs of van het
voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, is het eerste lid, onderdeel b, onder 3°,
niet van toepassing en volstaat in afwijking van het eerste lid, onderdeel b, onder
1°, het bezit van het getuigschrift van een bacheloropleiding als bedoeld in artikel 7.3a, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk
onderzoek, waaruit blijkt dat:
-
5 In bijzondere gevallen kan Onze Minister besluiten aan personen, die in een bepaald
vak of onderdeel van een vak door buitengewone bekwaamheid uitmunten, ten aanzien
van dit vak of onderdeel van dit vak ontheffing te verlenen van de in het eerste lid
onder b gestelde eisen.
-
6 Bij tijdelijke afwezigheid van een leraar kan ten aanzien van degene die hem vervangt
voor ten hoogste twaalf maanden worden afgeweken van de eisen, gesteld in het eerste
lid, onderdeel b, met dien verstande dat de periode van twaalf maanden is verstreken
vanaf de dag dat perioden van vervanging als bedoeld in dit lid elkaar met tussenpozen
van niet meer dan drie maanden hebben opgevolgd en een periode van twaalf maanden, deze
tussenpozen inbegrepen, is overschreden. Indien in een vacature niet terstond kan
worden voorzien door de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming van een leraar
die aan de genoemde eisen voldoet, is het bepaalde in de vorige volzin van overeenkomstige
toepassing. Deze termijn van een jaar kan met ten hoogste twee jaren worden verlengd
indien het bevoegd gezag en de betrokkene schriftelijk verklaren dat betrokkene verplicht
is zich in te spannen binnen twee jaren alsnog te voldoen aan de eisen gesteld in
het eerste lid, onderdeel b. Het bevoegd gezag kan onder de voorwaarden, genoemd in
de vorige volzin, een verlenging van nog eens twee jaren geven indien het dat noodzakelijk
oordeelt vanwege de kwaliteit en de voortgang van het onderwijs op de school.
-
7 Degene die benoembaar of tewerkstelbaar zonder benoeming is voor enig vak, mag, onverminderd
het achtste lid, door het bevoegd gezag gedurende ten hoogste twee jaren worden belast
met werkzaamheden als leraar waarvoor hij niet voldoet aan de in artikel 86, eerste lid, bedoelde bekwaamheidseisen. Aan de eerste volzin wordt uitsluitend toepassing gegeven
indien het bevoegd gezag en betrokkene in ieder geval schriftelijk hebben verklaard
dat betrokkene verplicht is zich in te spannen om binnen twee jaren alsnog te voldoen
aan de bekwaamheidseisen voor die werkzaamheden. Het bevoegd gezag kan de in de eerste
volzin bedoelde termijn verlengen met ten hoogste twee jaren indien het bevoegd gezag
dat noodzakelijk oordeelt vanwege de kwaliteit en de voortgang van het onderwijs aan
de school. De tweede volzin is in dat geval van overeenkomstige toepassing. De inspectie
kan op aanvraag van het bevoegd gezag besluiten toe te staan dat in de eerste twee
leerjaren wordt afgeweken van de eis, bedoeld in de tweede volzin.
-
8 Indien in het onderwijsprogramma, bedoeld in artikel 35, sprake is van vakoverstijgende programmaonderdelen, kan in de eerste twee leerjaren
worden gewerkt met teams die verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van het onderwijsprogramma
voor die vakoverstijgende programmaonderdelen voor zover wordt voldaan aan de volgende
voorwaarden:
-
a. leraren die deel uitmaken van een team voldoen ieder aan bekwaamheidseisen als bedoeld
in artikel 86, eerste lid, waarbij de leraren in het team als geheel beschikken over de bekwaamheidseisen voor
de vakken die zijn betrokken bij het vakoverstijgende programmaonderdeel,
-
b. leraren die deel uitmaken van een team zijn ieder verantwoordelijk voor de kwaliteit
van het deel van het onderwijs van het desbetreffende vakoverstijgende programmaonderdeel
waarvoor zij voldoen aan de bekwaamheidseisen, bedoeld in artikel 86, eerste lid, en
-
c. het onderwijs in het desbetreffende vakoverstijgende programmaonderdeel kan worden
verzorgd door:
-
1°. leden van het team, en
-
2°. andere leraren die daartoe naar het oordeel van het bevoegd gezag geschikt zijn. Daarbij
stelt het bevoegd gezag, de opvattingen van de leden van het team in aanmerking nemend,
vast of de inhoudelijke of didactische kennis en vaardigheden van deze leraren voldoende
zijn. Indien dat niet het geval is, wordt eveneens vastgesteld hoe hierin alsnog wordt
voorzien. Het bevoegd gezag legt dit vast in de geordende gegevens, bedoeld in artikel 88.
-
12 Bij algemene maatregel van bestuur worden ten aanzien van leraren die in vaste dienst
zijn verbonden aan een school, bedoeld in de artikelen 13, 14, 15, 17 en 31, regelen gesteld omtrent de gronden waarop en de procedure volgens welke kan worden
afgeweken van het eerste lid, onderdeel b.
-
14 Het dertiende lid is, behoudens de eis van verblijf in het laatste jaar van de opleiding,
van overeenkomstige toepassing ten aanzien van studenten van een universitaire lerarenopleiding,
met dien verstande dat afwijking bij de voltijdse vorm van die opleiding mogelijk
is voor ten hoogste de periode van een schooljaar waarin onderwijs wordt gegeven,
en bij de deeltijdse vorm van die opleiding voor ten hoogste twee jaren.
-
15 Voor door het bevoegd gezag vastgestelde vakken en andere programma-onderdelen, uitgezonderd
godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs, kunnen bij algemene
maatregel van bestuur regels worden vastgesteld ten aanzien van benoeming dan wel
tewerkstelling zonder benoeming. Bij deze algemene maatregel van bestuur kan het eerste
lid geheel of gedeeltelijk van toepassing of overeenkomstige toepassing worden verklaard.
-
16 In geval van een geschiktheidsverklaring als bedoeld in artikel 197 vindt de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming plaats voor een periode van
ten hoogste twee aaneengesloten schooljaren. Het bevoegd gezag kan deze benoemingsperiode,
al dan niet onder door dat gezag te stellen voorwaarden, verlengen met ten hoogste
twee jaren indien het bevoegd gezag daarvoor redenen aanwezig acht. Het bevoegd gezag
beschikt over geordende gegevens met betrekking tot de toepassing van de tweede volzin.
Het bevoegd gezag dat betrokkene voor de eerste maal na afgifte van de geschiktheidsverklaring
benoemt of tewerkstelt zonder benoeming, tekent het feit en de datum van benoeming
of tewerkstelling zonder benoeming aan op die verklaring.
-
17 Het bevoegd gezag kan afwijken van het eerste lid, onder b, ten aanzien van degene
die gelet op specifieke kennis en bekwaamheden, samenhangend met ervaringen en werkzaamheden
in andere sectoren van de samenleving en het bedrijfsleven, naar het oordeel van het
bevoegd gezag voldoende bekwaam is om onder verantwoordelijkheid van een daartoe door
het bevoegd gezag aan te wijzen leraar voor een beperkte betrekkingsomvang te worden
belast met een uitsluitend lesgevende taak voor vakken waar die specifieke kennis
en bekwaamheden in het bijzonder betrekking op hebben. De betrekkingsomvang is voor
het totaal van de in de eerste volzin bedoelde lesgevende taken ten hoogste een aantal
van op jaarbasis gemiddeld 4 klokuren per week.
-
18 Onze Minister kan met betrekking tot een vak of ander programmaonderdeel waarvoor
niet met een getuigschrift afgegeven krachtens de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek kan worden aangetoond dat betrokkene voldoet aan de bekwaamheidseisen, bedoeld in
artikel 86, eerste lid, en waarvoor de bekwaamheid evenmin blijkt uit de regeling, bedoeld in het vierde
lid, onderdeel b, verklaren dat een leraar wordt geacht bij benoeming of tewerkstelling
zonder benoeming te voldoen aan de bekwaamheidseisen tot het geven van voortgezet
onderwijs in dat vak of dat andere programmaonderdeel.
Artikel 81. Bekwaamheid op grond van buitenlands getuigschrift
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Onze Minister kan in aanvulling op artikel 80, eerste lid, aan personen die in het bezit zijn van een buiten de Europese Economische Ruimte
of Zwitserland behaald bewijsstuk de bevoegdheid verlenen tot het geven van voortgezet
onderwijs in de openbare lichamen. Hij kan daarbij voorwaarden en beperkingen stellen.
Artikel 83. Benoembaarheid leidinggevend personeel
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
2 Het bevoegd gezag kan voor ten hoogste de helft van het aantal, bestaande uit de rector
of de directeur en de aan de school verbonden conrectoren of adjunct-directeuren,
afwijken van het bepaalde in het eerste lid, onderdeel b.
Artikel 84. Benoembaarheid onderwijsondersteunende functionarissen
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
4 De onderwijsondersteunende functionaris die niet voldoet aan de eisen van het eerste
lid, onder b, c of d, mag voor zover het werkzaamheden betreft waarvoor op grond van
artikel 86, derde lid, bekwaamheidseisen zijn vastgesteld, niettemin met die werkzaamheden worden belast,
voor een periode van ten hoogste twee jaren. Aan de eerste volzin wordt uitsluitend
toepassing gegeven indien het bevoegd gezag en betrokkene in ieder geval schriftelijk
hebben verklaard dat betrokkene verplicht is zich in te spannen om binnen twee jaren
alsnog te voldoen aan de bekwaamheidseisen voor die werkzaamheden. Het bevoegd gezag
beschikt over geordende gegevens met betrekking tot de toepassing van de eerste volzin.
Artikel 85. Afwijking benoemingvereisten leraren
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Volgens regelen, te stellen bij algemene maatregel van bestuur, kunnen in bijzondere
gevallen, in afwijking van de eisen van benoembaarheid, gesteld in artikel 80, eerste lid onder b, leraren die voldoen aan de in artikel 86, eerste juncto vijfde lid, bedoelde bekwaamheidseisen, niet zijnde bekwaamheidseisen voor de periode van voorbereidend
hoger onderwijs, tot een bepaald aantal lessen tijdelijk tevens onderwijs geven in
het desbetreffende vak of de desbetreffende combinatie van vakken aan de scholen of
leerjaren van scholen waarvoor moet worden voldaan aan laatstgenoemde bekwaamheidseisen.
In de gevallen, bedoeld in de eerste volzin, is melding aan de inspectie vereist.
Artikel 86. Bekwaamheidseisen
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
5 De in het eerste lid bedoelde bekwaamheidseisen kunnen worden onderscheiden naar schoolsoort
en naar samenhangende leerjaren, met dien verstande dat zij in elk geval specifiek
worden vastgesteld voor de periode van voorbereidend hoger onderwijs, bedoeld in artikel 38, eerste lid.
-
6 Onze Minister stelt een beroepsorganisatie die hij vanuit het oogpunt van beroepskwaliteit
representatief acht voor onderwijspersoneel als bedoeld in deze wet, in de gelegenheid
hem een voorstel te doen voor de in het eerste en derde lid voorgeschreven bekwaamheidseisen
en kan een representatief geachte beroepsorganisatie in de gelegenheid stellen hem
een voorstel te doen voor bekwaamheidseisen die op grond van het tweede lid kunnen
worden vastgesteld. Onze Minister stelt deze organisatie vervolgens in elk geval eenmaal
in de zes jaar in de gelegenheid, hem een voorstel te doen over ongewijzigde handhaving
of wijziging van de bekwaamheidseisen voor zover vastgesteld. Uit een voorstel als
bedoeld in de eerste of tweede volzin blijkt tevens, in hoeverre dat voorstel mede
steun geniet van een vertegenwoordiging van bevoegde gezagsorganen, van ouders en
van leerlingen.
Artikel 87. Inclusieve bevoegdheid
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Degene die voor een bepaald vak voldoet aan de in artikel 86, eerste juncto vijfde lid, bedoelde bekwaamheidseisen voor de periode van voorbereidend hoger onderwijs, is
daarmee tevens bekwaam voor dat vak voor zover dat wordt verzorgd in het voortgezet
onderwijs niet zijnde de periode van voorbereidend hoger onderwijs.
Artikel 88. Bekwaamheidsdossier
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Het bevoegd gezag beschikt ten aanzien van elk personeelslid dat een functie of werkzaamheden
verricht waarvoor bekwaamheidseisen zijn vastgesteld, over geordende gegevens met
betrekking tot de bekwaamheid en het onderhouden van de bekwaamheid. Ten behoeve van
de onderlinge vergelijkbaarheid en herkenbaarheid van de gegevens kunnen bij ministeriële
regeling voorschriften worden vastgesteld over de inrichting en wijze van ordening
van deze gegevens.
Artikel 89. Scholings- en begeleidingsovereenkomst zij-instroom in het beroep
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel 90. Rechtspositieregeling personeel
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
3 Het bestuurscollege stelt de regeling, bedoeld in het tweede lid, dan wel een wijziging
daarvan niet vast dan nadat daarover op overeenstemming gericht overleg is gevoerd
met de bevoegde gezagsorganen en met de onderwijsvakbonden of, bij het ontbreken daarvan,
met een representatief te achten vertegenwoordiging van het personeel. Artikel 101 van de Ambtenarenwet BES is niet van toepassing op de vaststelling dan wel wijziging van de regeling, bedoeld
in het tweede lid.
Artikel 92. Benoeming, schorsing en ontslag
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
Het bevoegd gezag benoemt, schorst en ontslaat de rector, de directeur, de conrectoren,
de adjunct-directeuren, de leraren en het overige personeel.
Artikel 93. Benoeming in algemene dienst
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
1 Het bevoegd gezag benoemt de rector, de directeur, de conrector en de adjunct-directeur,
de leraren en het overige personeel, bedoeld in artikel 92, in algemene dienst van het bevoegd gezag.
Artikel 94. Schoolpracticumplaatsen
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
-
1 Het bevoegd gezag is verplicht aan studenten die in opleiding zijn voor een functie
in het voortgezet onderwijs, in de educatie of het beroepsonderwijs, bedoeld in de
Wet educatie en beroepsonderwijs BES, in het hoger beroepsonderwijs of in het basisonderwijs, gelegenheid te bieden de
als onderdeel van hun opleiding vereiste ervaring in de school te verkrijgen.
-
3 Het in uren uitgedrukte aantal lessen en onderdelen van het in schooltijd verzorgd
onderwijsprogramma waarvoor het bevoegd gezag in enig schooljaar verplicht is, studenten
als bedoeld in het eerste lid tot de school toe te laten, bedraagt gezamenlijk 5 procent
van het in uren uitgedrukte totale aantal in dat schooljaar te geven lessen en te
verzorgen onderdelen van het in schooltijd verzorgd onderwijsprogramma. Onze Minister
kan het percentage lager stellen.
-
4 Een bevoegd gezag kan een student de verdere toegang tot de school ontzeggen, indien
deze in de school in strijd handelt met de grondslag en doelstellingen van de school.
Van een beslissing tot ontzegging van de toegang tot de school wordt mededeling gedaan
door toezending of uitreiking van een afschrift aan het bevoegd gezag van de betrokken
opleidingsinstelling dan wel aan de betrokken staatsexamencommissie, en aan de inspectie.
-
5 De rector of de directeur regelt, onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag,
de werkzaamheden in verband met de begeleiding door de leraren van de studenten in
de school in overeenstemming met de leraren, alsmede in overeenstemming met de betrokken
opleidingsinstellingen, dan wel, indien het betreft studenten die zich voorbereiden
op het afleggen van een staatsexamen ter verkrijging van een bewijs van bekwaamheid,
in overeenstemming met de betrokken staatsexamencommissie.
-
7 De scholen waarop studenten als bedoeld in het eerste lid, zijn toegelaten, zijn toegankelijk
voor de inspectie belast met het toezicht op de opleidingsinstellingen, voor de directieleden
en de door deze aan te wijzen docenten van die opleidingsinstellingen, alsmede voor
de leden van de betrokken staatsexamencommissies, een en ander voor zover zulks voor
de uitoefening van het toezicht op de praktische vorming onderscheidenlijk de begeleiding
van de praktische vorming van de in de school aanwezige studenten noodzakelijk is.
Artikel 95. Personeel ten behoeve van contractactiviteiten
[Regeling vervallen per 01-08-2022]
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen