U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 01-07-2013.]Geraadpleegd op 18-07-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-12-2011 en zichtdatum 08-07-2024. Geldend van 01-10-2010 t/m 30-09-2012
Regeling van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 31 augustus 2010, nr. 2009-0000212154, houdende subsidiëring van het Huis voor democratie en rechtsstaat (Subsidieregeling Huis voor democratie en rechtsstaat)
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op de artikelen 12, 14 en 15 van de Wet overige BZK-subsidies;
Besluit:
[Regeling vervallen per 01-07-2013]
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. de Minister: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
b. de stichting: de Stichting Huis voor democratie en rechtsstaat, statutair gevestigd te ’s-Gravenhage.
1 De Minister verstrekt per boekjaar overeenkomstig deze regeling de stichting een subsidie met het oog op:
– het overdragen van kennis over de democratische rechtsstaat, de werking van de instituties daarvan, de Grondwet en het constitutioneel bestel in ruime zin;
– het vergroten van vaardigheden om deel te nemen aan democratische processen, en
– het bevorderen van actief democratisch burgerschap, ten behoeve van:
a. het aanbieden van samenhangende programma’s en educatieve activiteiten, exposities en excursies in en vanuit een nader door de Minister aangewezen gebouw in ’s-Gravenhage;
b. het ontvangen en rondleiden van bezoekers van het Binnenhofcomplex;
c. het aanbieden van samenhangende programma’s en educatieve activiteiten, exposities en excursies vanuit diverse locaties in Nederland;
d. het ontwikkelen en aanbieden van informatie en ander materiaal voor gebruik in en buiten het onderwijs;
e. het ontwikkelen en aanbieden van interactieve toepassingen via internet en andere media;
f. het aangaan van samenwerking met andere organisaties.
2 Geen subsidie wordt verstrekt voor activiteiten voor zover die uit anderen hoofde zijn of worden gesubsidieerd of gefinancierd.
De subsidie, bedoeld in artikel 2, bedraagt:
a. voor het kalenderjaar 2011 ten hoogste € 4.324.061;
b. voor het kalenderjaar 2012 ten hoogste € 5.061.559;
c. voor het kalenderjaar 2013 ten hoogste € 5.042.559;
d. voor het kalenderjaar 2014 en latere jaren ten hoogste € 4.985.589.
Op de subsidiebedragen, bedoeld in artikel 3, is de indexering voor de ter zake geldende begrotingsartikelen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van toepassing. De indexering wordt toegekend voor zover deze ook aan de begrotingsartikelen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt toegevoegd.
1 De stichting dient de aanvraag tot subsidieverlening voor het volgende jaar uiterlijk op 15 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de subsidie betrekking heeft.
2 De aanvraag tot subsidieverlening gaat vergezeld van:
a. een aanduiding van het bedrag waarvoor subsidie wordt aangevraagd;
b. een jaarplan met daarin in ieder geval een beschrijving van:
1°. de activiteiten en een raming van de kosten en baten met betrekking tot het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd;
2°. een visie op de in de daarop volgende jaren te verrichten activiteiten;
3°. de taken, inrichting en samenstelling van de organisatie;
4°. een beschrijving van de indicatoren aan de hand waarvan de activiteiten beoordeeld worden, met name gerelateerd aan de beleidsvoornemens en doelstellingen die door het bestuur van de stichting worden vastgesteld;
5°. de manier waarop de kwaliteit van de activiteiten wordt bewaakt en zo nodig en mogelijk wordt verbeterd.
3 De aanvraag, bedoeld in het eerste lid, wordt, voor zover de activiteiten in het jaarplan, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, betrekking hebben op het ontvangen en rondleiden van bezoekers van het Binnenhofcomplex, ingediend in overeenstemming met de voorzitters van de beide Kamers der Staten-Generaal of hun vertegenwoordigers.
1 De Minister beslist uiterlijk op 1 januari van het kalenderjaar waarop de subsidie betrekking heeft omtrent de aanvraag tot subsidieverlening, mede aan de hand van de gegevens, bedoeld in artikel 5, tweede lid.
2 Naast de gronden, bedoeld in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, kan de Minister de subsidieverlening geheel of gedeeltelijk weigeren indien de beoordeling van het jaarplan leidt tot de bevinding dat het jaarplan geheel of gedeeltelijk niet in overeenstemming is met de vereisten van deze regeling of met de beleidsdoelstellingen die zijn opgenomen in de memorie van toelichting bij de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor het desbetreffende jaar.
1 De Minister verstrekt voorschotten per kalenderjaar.
2 Het totaal van de voorschotten voor een boekjaar bedraagt 100 procent van de voor dat jaar verleende subsidie.
3 De voorschotten worden als volgt verstrekt:
a. 25 procent van het totaalbedrag ultimo december van het voorgaande boekjaar;
b. 25 procent van het totaalbedrag ultimo maart van het boekjaar;
c. 25 procent van het totaalbedrag ultimo juni van het boekjaar;
d. 25 procent van het totaalbedrag ultimo september van het boekjaar.
4 De Minister kan een voorschot een maand eerder of later verstrekken, nadat de stichting hiervan in kennis is gesteld.
1 De stichting dient de aanvraag tot subsidievaststelling in bij de Minister uiterlijk op 1 mei van het jaar na het kalenderjaar waarop de subsidieverlening betrekking heeft.
2 De aanvraag tot subsidievaststelling gaat vergezeld van:
a. het op het kalenderjaar betrekking hebbende jaarverslag, bedoeld in artikel 391, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, met inbegrip van het verloop, de uitvoering en de resultaten van de activiteiten ingevolge het desbetreffende jaarplan;
b. een beschrijving van de wijze waarop de kwaliteit van de activiteiten en prestaties is bewaakt;
c. de op het kalenderjaar betrekking hebbende jaarrekening, bedoeld in artikel 361, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
d. de accountantsverklaring, bedoeld in artikel 4:78, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
3 De Minister beslist omtrent de aanvraag tot subsidievaststelling binnen 12 weken na ontvangst daarvan.
1 De stichting voert de activiteiten uit in het jaar waarvoor de subsidie is verleend.
2 Indien de stichting een wijziging aanbrengt in de doelstelling, looptijd of financiering van het jaarplan dan wel afziet van de in het jaarplan vermelde activiteiten, deelt de stichting dit onverwijld schriftelijk mee aan de Minister.
3 Indien de Minister naar aanleiding van de wijziging, bedoeld in het tweede lid, de subsidieverlening wijzigt, stelt hij de stichting hiervan uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van de schriftelijke mededeling, bedoeld in het tweede lid, in kennis.
1 De stichting hanteert voor de bezoekers van het gebouw, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, en voor het ontvangen en rondleiden van bezoekers van het Binnenhofcomplex tarieven die door de Minister zijn goedgekeurd.
2 De stichting hanteert voor het gebouw, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, en voor Binnenhofcomplex tijdstippen van openstelling voor bezoek die door de Minister zijn goedgekeurd.
De stichting verleent haar medewerking aan een periodieke visitatie in opdracht van de Minister die ten doel heeft de wijze waarop zij haar taken verricht, te beoordelen.
1 De stichting verschaft de Minister op diens verzoek te allen tijde inlichtingen omtrent de voortgang en de resultaten van de activiteiten ingevolge het jaarplan.
2 Onverminderd het bepaalde in het eerste lid is de stichting verplicht onverwijld een melding te doen zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan.
1 Voor de activiteiten waar de stichting subsidie voor ontvangt en voor de overige activiteiten van de stichting wordt een gescheiden administratie gevoerd.
2 De stichting doet onverwijld schriftelijk mededeling aan de Minister van alle omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de subsidie en de rechtmatige en doelmatige besteding daarvan.
Indien de aanvraag tot subsidieverlening voor het jaar 2011 niet vergezeld gaat van alle gegevens, bedoeld in artikel 5, tweede lid, verleent de Minister de subsidie voor een lager bedrag dan dat, vermeld in artikel 3, onderdeel a. Zodra deze gegevens alsnog voor of binnen het kalenderjaar waarop de subsidieverlening betrekking heeft, worden verstrekt, wordt de subsidieverlening gewijzigd.
1 De Subsidieregeling IPP wordt ingetrokken.
2 Een subsidie die is verleend krachtens de Subsidieregeling IPP, wordt beheerst door de Subsidieregeling IPP zoals die luidde voor de inwerkingtreding van deze regeling, met dien verstande dat met ingang van de dag waarop de stichting een fusie in de zin van artikel 309 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek aangaat met de Stichting Instituut voor Publiek en Politiek, de subsidie wordt aangemerkt als een subsidie, verleend krachtens deze regeling.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2010.
Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Huis voor democratie en rechtsstaat.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Staatssecretaris
A.Th.B. Bijleveld-Schouten
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Subsidieregeling Huis voor democratie en rechtsstaat", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.