Besluit van 9 februari 2010 tot wijziging van het Besluit voorkoming verontreiniging
door schepen in verband met de implementatie van het Ballastwaterverdrag en de herziene
Bijlage VI van het MARPOL-verdrag
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, gedaan mede namens
Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 27 augustus
2009, nr. CEND/HDJZ-2009/723, Hoofddirectie Juridische Zaken;
Gelet op het op 2 november 1973 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag
ter voorkoming van verontreiniging door schepen (Trb. 1975, 147) met het op 17 februari
1978 te Londen tot stand gekomen Protocol bij dat Verdrag (Trb. 1978, 188), op het
op 13 februari 2004 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag voor de controle
en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen (Trb. 2005, 44) en de artikelen 5, eerste en vierde lid, 6, eerste en tweede lid, 7, eerste en derde lid, 8, eerste en tweede lid, 8a, 10, eerste lid, 11, eerste en vierde lid, 12e, 21, artikel 35, tweede lid, en 38 van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen;
De Raad van State gehoord (advies van 15 oktober 2009, nr. W09.09.0334/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, uitgebracht
mede namens Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
van 3 februari 2010, nr. CEND/HDJZ/-2010/71, Hoofddirectie Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: