Besluit deeltijd WW tot behoud van vakkrachten

[Regeling vervallen per 01-07-2011.]
Geraadpleegd op 16-08-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 10-06-2009 en zichtdatum 10-06-2009.
Geldend van 30-05-2009 t/m 22-06-2009

Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 31 maart 2009, nr. IVV/I/2009/7428, tot tijdelijke algemene ontheffing van artikel 8, eerste lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 in verband met deeltijd WW tot behoud van vakkrachten (Besluit deeltijd WW tot behoud van vakkrachten)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 8, derde lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945;

Besluit:

Artikel 1. Ontheffing

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

  • 1 In afwijking van artikel 8, eerste lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 is het een werkgever toegestaan eenmalig de werktijd van een of meer van zijn werknemers gedurende een van tevoren schriftelijk vastgelegde periode met ten hoogste 50% te verkorten indien:

    • a. de werkgever schriftelijk aantoont dat:

      • 1°. als het de verkorting van de werktijd van 20 of meer werknemers betreft, de belanghebbende verenigingen van werknemers, en bij gebreke daarvan een andere vertegenwoordiging van werknemers, met de verkorting instemmen,

      • 2°. als het de verkorting van de werktijd van minder dan 20 werknemers betreft, een vertegenwoordiging van zijn werknemers met de verkorting instemt;

    • b. de werkgever met de desbetreffende vertegenwoordiging van werknemers schriftelijk afspraken heeft gemaakt om het loon door te betalen voor zover de betrokken werknemers op grond van de criteria van de Werkloosheidswet geen recht hebben op een uitkering op grond van die wet over de uren waarmee de werktijd is verkort;

    • c. de werkgever met de desbetreffende vertegenwoordiging van werknemers schriftelijk afspraken heeft gemaakt om in de periode gedurende welke de werktijd wordt verkort:

      • 1°. door middel van scholing de inzetbaarheid van de werknemers van wie de werktijd wordt verkort in zijn bedrijf of in het bedrijf van een andere werkgever te behouden of te verbeteren,

      • 2°. het verrichten van arbeid door de werknemers waarvan de werktijd wordt verkort in het bedrijf van een andere werkgever mogelijk te maken;

    • d. de werkgever zich jegens het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen schriftelijk heeft verplicht aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een vergoeding te betalen als bedoeld in artikel 3, overeenkomstig de modelovereenkomst die als bijlage 1 bij deze regeling is gevoegd;

    • e. de in de aanhef bedoelde periode aanvangt voor 1 januari 2010;

    • f. de in de aanhef gelegen periode niet geheel of gedeeltelijk samenvalt met een periode waarvoor de werkgever een ontheffing heeft op grond van de Bijzondere beleidsregels ontheffing verbod op werktijdverkorting 2008 of de Verlengde bijzondere beleidsregels ontheffing verbod op werktijdverkorting 2008.

  • 2 Indien een vereniging van werknemers of vertegenwoordiging van werknemers als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, niet instemt met de verkorting van de werktijd en de weigering is gebaseerd op andere gronden dan met dit besluit worden beoogd, kan de werkgever dit schriftelijk melden aan het meldpunt, genoemd in artikel 3a. Evenzo kunnen een vereniging van werknemers of vertegenwoordiging van werknemers als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, indien er een verschil van mening bestaat met de werkgever dat een onoverkomelijke belemmering vormt voor de instemming, dit schriftelijk melden aan het meldpunt, genoemd in artikel 3a.

  • 3 Bij de melding geeft de werkgever of de desbetreffende vereniging of vertegenwoordiging van werknemers informatie over de redenen van de melding en verstrekt de overige daarbij van belang zijnde gegevens. De werkgever onderscheidenlijk de desbetreffende vereniging of vertegenwoordiging van werknemers doen de andere partij bij het geschil onverwijld mededeling van de melding en de inhoud daarvan.

Artikel 2. Duur en verlenging

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

De periode van verkorting van de werktijd, bedoeld in artikel 1, eerste lid, bedraagt ten hoogste 13 aaneengesloten kalenderweken en kan twee maal aansluitend met een periode van ten hoogste 26 aaneengesloten kalenderweken worden verlengd. Verlenging is alleen toegestaan, indien daarbij wordt voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdelen a tot en met d. Daarnaast geldt als voorwaarde voor verlenging dat de werkgever schriftelijk verslag doet van de uitvoering van de in de voorafgaande periode gemaakte afspraken, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c.

Artikel 3. De vergoeding

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

  • 1 De vergoeding, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, is verschuldigd indien:

    • a. in de periode van verkorting van de werktijd de werkloosheid uit de dienstbetrekking met de werkgever in een aaneengesloten periode van vier kalenderweken waarover uitkering op grond van de Werkloosheidswet wordt betaald gemiddeld meer bedraagt dan de omvang waarmee de werktijd is verkort op grond van artikel 1;

    • b. de werknemer in de periode van 13 weken onmiddellijk na afloop van de periode van verkorting van de werktijd geheel of gedeeltelijk werkloos blijft of wordt uit de dienstbetrekking met de werkgever en in verband daarmee recht houdt of krijgt op uitkering op grond van de Werkloosheidswet.

  • 2 Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel b, geldt in plaats van een periode van 13 weken een periode overeenkomend met een derde van de schriftelijk vastgelegde periode van verkorting van de werktijd, indien dat laatste langer is.

  • 3 De vergoeding is niet verschuldigd indien de omstandigheid, bedoeld in het eerste lid, het gevolg is van:

    • a. opzegging van de dienstbetrekking door de werkgever om een dringende reden in de zin van artikel 678 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek; of

    • b. opzegging van de dienstbetrekking door de werknemer dan wel ontbinding van de dienstbetrekking op diens verzoek.

  • 4 De vergoeding, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, bedraagt:

    • a. in het geval, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, de helft van het bedrag van de bruto uitkering op grond van de Werkloosheidswet, vermeerderd met de daarover door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verschuldigde premies en de vergoeding, bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet, die het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen heeft uitbetaald over de periode voorafgaand aan de in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde periode van vier weken;

    • b. in het geval, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, de helft van het bedrag van de bruto uitkering op grond van de Werkloosheidswet, vermeerderd met de daarover door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verschuldigde premies en de vergoeding, bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet, die het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen heeft uitbetaald over de schriftelijk vastgelegde periode van verkorting van de werktijd.

Artikel 3a

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

  • 1 Er is een Meldpunt deeltijd WW, ressorterend onder de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

  • 2 Het Meldpunt deeltijd WW stelt de daartoe door de centrale organisaties van werkgevers aangewezen vertegenwoordiger alsmede de daartoe door de centrale organisaties van werknemers aangewezen vertegenwoordiger in kennis van een melding met het verzoek om daarover informatie te geven en zo nodig tussen partijen te bemiddelen.

  • 3 De vertegenwoordigers, bedoeld in het tweede lid, brengen uiterlijk twee weken nadat zij de melding, bedoeld in het tweede lid, hebben ontvangen aan het Meldpunt deeltijd WW een gezamenlijk verslag uit met informatie over de melding en de resultaten van de bemiddeling.

Artikel 3b

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

  • 1 Het is de werkgever toegestaan eenmalig de werktijd van werknemers te verkorten met ten hoogste 50% gedurende een van te voren schriftelijk vastgelegde periode indien:

    • a. de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vaststelt dat:

    • b. de betrokken werknemers instemmen met de verkorting van de werktijd.

Artikel 4. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin dit wordt geplaatst, werkt terug tot en met 1 april 2009 en vervalt met ingang van 1 januari 2010.

  • 2 In afwijking van het eerste lid blijft dit besluit van toepassing op verkortingen van de werktijd waarbij voor 1 januari 2010 is voldaan aan artikel 1, eerste lid, alsmede op de verlenging, bedoeld in artikel 2, en de afwikkeling van de vergoedingen, bedoeld in artikel 3.

Artikel 5. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit deeltijd WW tot behoud van vakkrachten.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van de bijlage, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, die ter inzage wordt gelegd in de bibliotheek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en tevens worden geplaatst op de website van voornoemd ministerie (www.szw.nl).

Den Haag, 31 maart 2009

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner

Bijlage 1

[Regeling vervallen per 01-07-2011]

[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en is gepubliceerd op www.szw.nl.]

Naar boven