In dit besluit wordt verstaan onder:
Bevoegde autoriteit: de voor een scheepvaartweg of gedeelte daarvan krachtens artikel 1, onder a, van het Loodsplichtbesluit 1995 aangewezen autoriteit;
binnenhaven: een haven die niet in de bijlage bij dit besluit als zeehaven is aangewezen;
call: een combinatie van een loodsreis van zee naar een zeehavengebied en een loodsreis
naar zee vanuit hetzelfde zeehavengebied via dezelfde vaarroute;
frequentiekorting: een korting op de loodsgeldtarieven als bedoeld in artikel 4.15;
cluster van zusterschepen: twee of meer zusterschepen die door dezelfde natuurlijke
of rechtspersoon worden geëxploiteerd;
consortium: twee of meer zusterschepen die onderdeel vormen van een samenwerkingsverband
waarin schepen regelmatig volgens een vast lijndienstschema, dat op een voor de sector
gebruikelijke wijze bekend is gemaakt, eenzelfde daarbij vooraf vastgestelde Nederlandse
haven aanlopen;
loodsreis: reis met een zeeschip ten behoeve waarvan een registerloods zijn functie,
bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, van de wet, uitoefent;
organisatie: de krachtens artikel 15a, tweede lid, van de Scheepvaartverkeerswet aangewezen organisatie;
uiterton: een punt als zodanig in de bijlage van dit besluit aangewezen;
wet: Loodsenwet;
zeehaven: de haven en de daartoe behorende scheepvaartwegen die als zodanig in de
bijlage bij dit besluit zijn aangewezen;
zeehavengebied: de havens of ligplaatsen, gelegen in of aan:
-
1°. de scheepvaartwegen, genoemd in onderdeel I.1,
-
2°. de scheepvaartwegen, genoemd in onderdeel I.2, exclusief de Vlierede,
-
3°. de scheepvaartwegen, genoemd in onderdeel I.3, exclusief de rede van Texel,
-
4°. de scheepvaartwegen, genoemd in onderdeel II,
-
5°. de scheepvaartwegen, genoemd in onderdeel III, of
-
6°. de scheepvaartwegen, genoemd in onderdeel IV, onder 4, 5, 6 en 7 van de bijlage bij de Scheepvaartverkeerswet;
zeemijl: de mijl van 1852 m;
zeewaarts: aan de open zeezijde;
zusterschepen: schepen die ten opzichte van elkaar voldoen aan de volgende eisen:
-
1°. gelijkheid van type, volgens Lloyd's Register of Ships;
-
2°. een verschil wat betreft de lengte over alles, de maximale diepgang op de zomerlastlijn,
alsmede de maximale breedte van, respectievelijk, niet meer dan 10%, 15% en 20%;
-
3°. een overeenkomstige uitrusting en inrichting van de brug en de navigatie-instrumenten,
en,
-
4°. overeenkomende manoeuvreer-eigenschappen, in het bijzonder ten aanzien van de boeg-
en hekschroeven, het motorvermogen, het roertype, de draairichting en het type van
de schroef.