Artikel 1. Begripsbepalingen
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a. minister:
-
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen;
- b. praktijkonderwijs:
-
het onderwijs bedoeld in artikel 10f en in artikel 125, tweede lid onder a, van de
Wet op het voortgezet onderwijs;
- c. WEB:
-
de Wet educatie en beroepsonderwijs;
- d. school:
-
een school of afdeling waaraan praktijkonderwijs wordt verzorgd;
- e. instelling:
-
een instelling als bedoeld in artikel 1.3.1 en 1.3.3, een instituut als bedoeld in
artikel 12.3.8 of een hogeschool als bedoeld in artikel 12.3.9 van de WEB;
- f. landelijk orgaan:
-
een landelijk orgaan als bedoeld in artikel 1.5.1 van de WEB;
- g. aanvrager:
-
de rechtspersoon waarvan een school, een instelling of een landelijk orgaan uitgaat,
die een project aanvraagt;
- h. startkwalificatie:
-
een diploma van een opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid onder b, van
de WEB of een diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend wetenschappelijk
onderwijs als bedoeld in de artikelen 7 onderscheidenlijk 8 van de Wet op het voortgezet
onderwijs.
Artikel 2. Doel van de regeling
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
De minister verleent op aanvraag projectsubsidie aan aanvragers van projecten met
betrekking tot de volgende onderwerpen:
-
a. bestrijding van het voortijdig schoolverlaten;
-
b. versterking van de beroepsbegeleidende leerweg;
-
c. het praktijkonderwijs, arbeidsintegratie.
Artikel 3. Subsidieplafond
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Subsidie op grond van deze regeling wordt slechts verleend voor zover de middelen
die in het kader van het ESF-1 Beleidskader, bedoeld in artikel 1, onderdeel f, van
de Subsidieverordening ESF-1 van de Provincie Flevoland aan de minister ter beschikking
zijn gesteld, daartoe strekken.
Artikel 4. Beoogde prestaties van de projecten
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
-
1 Projecten bestrijding voortijdig schoolverlaten hebben ten doel dat deelnemers aan
het project gedurende de hele looptijd van het project onderwijs gericht op een startkwalificatie
volgen, blijkend uit de deelnemersadministratie, dan wel gedurende de looptijd van
het project een startkwalificatie behalen.
-
2 Projecten versterking beroepsbegeleidende leerweg hebben ten doel dat deelnemers aan
het project een beroepspraktijkvormingplaats verwerven, blijkend uit een beroepspraktijkvormingsovereenkomst,
en tenminste één deelkwalificatie behalen.
Artikel 5. Berekening van het subsidiebedrag
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
-
1 De subsidie bedraagt, behoudens het tweede en het derde lid, 45% van de subsidiabele
kosten, doch ten hoogste het in de beschikking tot subsidieverlening vermelde maximumbedrag.
-
2 Indien het aantal deelnemers dat blijkens de deelnemersadministratie bij de start
van het project is geregistreerd, lager is dan het in de subsidieaanvraag geschatte
aantal deelnemers aan het project, wordt de subsidie naar rato verlaagd.
-
3 Indien ten aanzien van minder dan 60% van het bij de start van het project geregistreerde
aantal deelnemers de beoogde prestaties van het project, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderscheidenlijk tweede lid, zijn gerealiseerd, wordt het bedrag, berekend op grond van het eerste lid, verlaagd
met onderstaand percentage indien en voor zover de subsidiabele kosten van het project
niet met tenminste een zelfde percentage zijn gedaald ten opzichte van de begrote
kosten:
-
a. bij realisatie van de doelstelling ten aanzien van 50% of meer maar minder dan 60%
van de deelnemers: met 10%;
-
b. bij realisatie van de doelstelling ten aanzien van 40% of meer maar minder dan 50%
van de deelnemers: met 20%;
-
c. bij realisatie van de doelstelling ten aanzien van 30% of meer maar minder dan 40%
van de deelnemers: met 30%;
-
d. bij realisatie van de doelstelling ten aanzien van 20% of meer maar minder dan 30%
van de deelnemers: met 50%;
-
e. bij realisatie van de doelstelling ten aanzien van 10% of meer maar minder dan 20%
van de deelnemers: met 70%;
-
f. bij realisatie van de doelstelling ten aanzien van minder dan 10% van de deelnemers:
met 100%.
-
4 Indien ten aanzien van minder dan 60% van het bij de start van het project geregistreerde
aantal deelnemers de beoogde prestaties van het project, als bedoeld in artikel 4, derde lid, zijn gerealiseerd, wordt het bedrag, berekend op grond van het eerste lid, verlaagd
met onderstaand percentage indien en voor zover de subsidiabele kosten van het project
niet met tenminste een zelfde percentage zijn gedaald ten opzichte van de begrote
kosten:
-
a. bij realisatie van de doelstelling ten aanzien van 40% of meer maar minder dan 50%
van de deelnemers: met 10%;
-
b. bij realisatie van de doelstelling ten aanzien van 30% of meer maar minder dan 40%
van de deelnemers: met 20%;
-
c. bij realisatie van de doelstelling ten aanzien van 20% of meer maar minder dan 20%
van de deelnemers: met 30%;
-
d. bij realisatie van de doelstelling ten aanzien van 10% of meer maar minder dan 20%
van de deelnemers: met 50%;
-
e. bij realisatie van de doelstelling ten aanzien van minder dan 10% van de deelnemers:
met 100%.
-
5 Indien door omstandigheden van macro-economische aard de beoogde prestaties van een
project niet zijn gehaald, kan de minister, na overleg met de Commissaris van de Koningin
in de provincie Flevoland, besluiten om het derde of vierde lid geheel of gedeeltelijk
buiten toepassing te laten.
Artikel 6. Eisen ten aanzien van de projecten
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Artikel 7. Subsidieaanvraag
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
-
3 De aanvraag van de aanvrager van een project beroepsbegeleidende leerweg gaat vergezeld
van een door aanvrager en de andere partij ondertekende samenwerkingsovereenkomst,
waarin tenminste de taken van partijen met betrekking tot het project en afspraken
met betrekking tot de verdeling van het subsidiebedrag zijn opgenomen.
Artikel 8. Subsidieverlening
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Een subsidieaanvraag voor een project bestrijding van het voortijdig schoolverlaten,
versterking beroepsbegeleidende leerweg of praktijkonderwijs wordt toegewezen indien
de subsidieaanvraag en het project voldoen aan de bij deze regeling gestelde eisen.
Een subsidieaanvraag wordt toegewezen aan projecten zolang de middelen toereikend
zijn.
Artikel 9. De beschikking tot subsidieverlening
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
In de beschikking tot subsidieverlening wordt het maximumbedrag aan subsidie bepaald
dat tegemoet kan worden gezien. Bij de bepaling van dit bedrag wordt uitgegaan van
het totaal van de voorbereidings-, uitvoerings- en beheerskosten van het project,
zoals door de aanvrager geraamd in zijn subsidieaanvraag, met dien verstande dat bepaalde,
in de beschikking te vermelden, kostenposten buiten beschouwing kunnen worden gelaten
dan wel op een lager bedrag kunnen worden vastgesteld, voor zover de desbetreffende
uitgaven redelijkerwijs niet noodzakelijk geacht kunnen worden voor de uitvoering
van het project.
Artikel 10. Bevoorschotting
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
-
3 Alvorens een voorschot als bedoeld in het tweede lid onder b, te verlenen kan de minister
van de aanvrager verlangen dat de voortgangsrapportage wordt voorzien van een verklaring
van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, Boek 2 van het Burgerlijk
Wetboek. Een dergelijk voorschot wordt niet verleend indien de realisatie van het
project achterblijft bij de ramingen als vervat in de bij de subsidieaanvraag gevoegde
projectbeschrijving, of wanneer er twijfel is aan een correcte uitvoering van het
project.
Artikel 11. Voorschriften projectadministratie
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
-
3 De financiële administratie geeft inzicht in de subsidiabele kosten en in de integrale
financiering van het project, uitgesplitst naar subsidie op grond van deze regeling
en cofinanciering. De cofinanciering betreft uitsluitend de reguliere bekostiging
van de school onderscheidenlijk instelling op grond van de Wet op het voortgezet onderwijs
onderscheidenlijk de WEB.
Artikel 12. Voortgangsrapportage
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
-
1 Een aanvrager dient 3x per jaar, telkens op 1 februari, 1 juni en 1 oktober, een rapportage
in over de voortgang van het project. In deze rapportage dient te worden aangegeven
welke resultaten zijn gerealiseerd en
wat de prognose is voor de resterende periode van het project.
Artikel 13. Eindrapportage, verzoek tot subsidievaststelling
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
-
1 Een aanvrager dient binnen twee maanden na beëindiging van het project een verzoek
tot subsidievaststelling in door overlegging van een eindrapportage die een beschrijving
geeft van de realisatie van het project in relatie tot de projectbeschrijving, bedoeld
in artikel 7, tweede lid.
-
2 De eindrapportage, waarvan het verzoek tot subsidievaststelling deel uit maakt, wordt
ingediend met gebruikmaking van het door de minister ter beschikking gestelde formulier
en is voorzien van een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste
lid, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, overeenkomstig het als bijlage 3 bij deze
regeling gevoegde model.
Artikel 14. Overige verplichtingen van de aanvrager
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
-
1 Een aanvrager informeert de deelnemers aan projecten dat zij deelnemen aan een door
het Europees Sociaal Fonds gesubsidieerd project en verleent medewerking aan door
de minister of door de Provincie Flevoland georganiseerde publicitaire en voorlichtingsactiviteiten
gericht op de media, potentiële deelnemers en het grote publiek. In publicaties betreffende
het project worden het bedrag van de subsidie alsmede het Europees embleem opgenomen.
-
2 Een aanvrager verleent op verzoek van de minister medewerking aan de totstandkoming
van een
gegevensverzameling ten behoeve van de door derden te verrichten evaluaties en draagt
er zorg voor dat ook onderaanvragers en deelnemers aan projecten verplicht worden
daaraan medewerking te verlenen.
Artikel 15. Toezicht
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Artikel 16. Evaluatie
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
De werking van deze regeling wordt in 2003 geëvalueerd.
Artikel 17. Invoeringsbepalingen
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
In afwijking van artikel 7, eerste lid, wordt een subsidieaanvraag voor een project
dat gestart is op 1 augustus 2001 of 1 januari 2002, ingediend binnen vier weken na
publicatie van deze regeling.
Artikel 18. Laatste startdatum van een project
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Op 1 augustus 2006 kan voor de laatste maal een project starten op grond van deze
regeling.
Artikel 19. Inwerkingtreding.
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Deze regeling treedt in werking met ingang van de derde dag na de datum van uitgifte
van Uitleg OCenW-Regelingen, waarin deze regeling is bekend gemaakt en werkt terug
tot en met 1 augustus 2001.
Artikel 20. Citeertitel
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling ESF-1 Flevoland voor onderwijsinstellingen
2000-2006.
Artikel 21. Bekendmaking
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen in Uitleg OCenW-Regelingen worden
geplaatst. Van deze
plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.
Bijlage 2. Eisen met betrekking tot vast te leggen gegevens per project onder vermelding
van het door de door de minister toegekend projectnummer
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Per deelnemer aan het project dienen de volgende gegevens te zijn vastgelegd:
-
naam, adres, postcode, woonplaats
-
geboortedatum
-
geslacht
-
al dan niet woonachtig in doelstelling-1 gebied (koppeling met postcode)
-
allochtone afkomst deelnemers:
-
BBL en VSV: vaststelling conform de Uitvoeringsregeling WEB
-
Praktijkonderwijs: vaststelling conform Regeling personele vergoeding culturele minderheidsgroepen
en anderstalige leerlingen Wet voortgezet onderwijs
-
opleidingsniveau voor en na toepassing van maatregel:
-
BBL en VSV: aantal behaalde deelkwalificatie(s), conform Wet educatie beroepsonderwijs
-
praktijkonderwijs: plaatsing op de arbeidsmarkt
Per deelnemer dient een intakeformulier aanwezig te zijn waaruit blijkt dat de deelnemer
voldoet aan de kenmerken zoals opgenomen in artikel 6 en waarin opgenomen de activiteiten
die voor de deelnemer worden ondernomen, alsmede een ESF-deelnemersverklaring.
Per deelnemer BBL en VSV dient een exemplaar van de onderwijsovereenkomst aanwezig
te zijn.
Per deelnemer praktijkonderwijs dient een copie van het bewijs van inschrijving aanwezig
te zijn.
Bijlage 3. Modellen voor de accountantsverklaring
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Er zijn 3 modellen voor een accountantsverklaring. Bij een goedkeurende accountantsverklaring
wordt model A gehanteerd. Indien bij de controle van de eindrapportage onjuistheden
zijn geconstateerd die niet op afdoende wijze zijn gecorrigeerd kan de accountant
geen goedkeurende verklaring verstrekken. In dergelijke gevallen dient de accountant
een afkeurend oordeel te geven, volgens model B. Indien bij de controle van de eindrapportage
onzekerheden van materieel belang zijn blijven bestaan die niet noodzakelijkerwijs
hadden moeten leiden tot een correctie van de declaratie (bijvoorbeeld bij onduidelijkheid
over de juiste interpretatie van subsidievoorwaarden) en die daardoor niet hoefden
te leiden tot het geven van een afkeurende verklaring kan de accountant evenmin een
goedkeurende verklaring verstrekken. In dergelijke gevallen dient de accountant een
verklaring met beperking te geven, volgens model C.
A. Model goedkeurende accountantsverklaring
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Aan: (Naam opdrachtgever)
Accountantsverklaring ESF-1 voor onderwijsinstellingen
afgegeven ten behoeve van de minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen
Opdracht
Ingevolge uw opdracht hebben wij de bijgevoegde, door ons per pagina gewaarmerkte,
eindrapportage/voortgangsrapportagemet bijlagen inzake de uitvoering van het project met registratienummer ... met betrekking
tot het onderwerp bestrijding voortijdig schoolverlaten/versterking van de beroepsbegeleidende
leerweg/praktijkonderwijs, arbeidsintegratie,
waarvoor bij beschikking van …, kenmerk …., subsidie is verleend op grond van de Subsidieregeling
ESF-3 voor onderwijsinstellingen, gecontroleerd. Deze eindrapportage/voortgangsrapportage is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de instelling. Het is onze verantwoordelijkheid
een accountantsverklaring inzake deze eindrapportage/voortgangsrapportage te verstrekken.
Werkzaamheden
Onze controle is verricht overeenkomstig de bepalingen van het controleprotocol ESF-3
voor onderwijsinstellingen (en - indien van toepassing - de nadere aanwijzingen van
de minister van OCenW zoals vastgelegd in de brief van ….. kenmerk … of zoals opgenomen
in de beschikking tot subsidieverlening) en overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde
richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient
onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat zekerheid wordt verkregen
dat de eindrapportage /voortgangsrapportage geen onjuistheden van materieel belang, zoals bedoeld in paragraaf 1.3 van het controleprotocol,
bevat. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor
ons oordeel.
Bevindingen
Bij onze controle hebben wij vastgesteld dat: (De accountant dient de bevindingen
op te nemen in een afzonderlijk op te stellen rapport van bevindingen, waarnaar kan
worden verwezen).
Oordeel
Wij zijn van oordeel dat de eindafrekening voldoet aan de eraan te stellen eisen.
Dit impliceert tevens dat:
-
de in de eindafrekening opgenomen kosten zijn gemaakt en betaald en tevens subsidiabel
zijn, alsmede betrekking hebben op het project waarvoor de subsidie is toegezegd;
-
de aan de kosten ten grondslag liggende verplichtingen zijn aangegaan gedurende de
contractueel afgesproken periode
-
de kosten juist zijn berekend met inachtneming van de in de overeenkomst opgenomen
algemene en bijzondere voorwaarden
-
ten behoeve van de voor een bijdrage in aanmerking komende kosten een afzonderlijke
(project)administratie is gevoerd waarin alle gegevens zijn verwerkt die voorkomen
in de aanvraag- en rapportageformulieren
-
uit de gevoerde (project)administratie blijkt dat de rapportage en declaratie ten
aanzien van de door (naam huishouding) gedeclareerde interne (loon)kosten voldoen
aan de gestelde vereisten
-
de opgaven van de aan het project bestede mensuren juist zijn;
-
verrekenbare BTW niet in de eindafrekening is opgenomen;
-
de bij de eindafrekening gevoegde opgave van andere dan van de kant van de Provincie
toegezegde en/of verstrekte bijdragen in de rechtstreeks aan het project toegerekende
kosten juist en volledig is
-
de aan het project toe te rekenen ontvangsten in mindering zijn gebracht op de uitgaven
-
de in de overeenkomst en in het controleprotocol genoemde (project)voorwaarden zijn
nageleefd.
De eindafrekening is door ons gewaarmerkt en sluit met een totaal bedrag van € ........
Deze accountantsverklaring is afgegeven ten behoeve van de provincie Flevoland
(ondertekening)
(plaatsnaam, datering)
B. Model afkeurende accountantsverklaring
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Aan: (Naam opdrachtgever)
Accountantsverklaring ESF-1 voor onderwijsinstellingen
afgegeven ten behoeve van de minister van onderwijs cultuur en wetenschappen
Opdracht
Ingevolge uw opdracht hebben wij de bijgevoegde, door ons per pagina gewaarmerkte,
eindrapportage/voortgangsrapportage met bijlagen inzake de uitvoering van het project met registratienummer ... met betrekking
tot het onderwerp bestrijding voortijdig schoolverlaten/versterking van de beroepsbegeleidende
leerweg/praktijkonderwijs, arbeidsintegratie,
waarvoor bij beschikking van …, kenmerk …. subsidie is verleend op grond van de Subsidieregeling
ESF-3 voor onderwijsinstellingen, gecontroleerd. Deze eindrapportage/voortgangsrapportage is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de instelling. Het is onze verantwoordelijkheid
een accountantsverklaring inzake deze eindrapportage/voortgangsrapportage te verstrekken.
Werkzaamheden
Onze controle is verricht overeenkomstig de bepalingen van het controleprotocol ESF-3
voor onderwijsinstellingen (en - indien van toepassing - de nadere aanwijzingen van
de minister van OCenW zoals vastgelegd in de brief van ….. kenmerk … of zoals opgenomen
in de beschikking tot subsidieverlening) en overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde
richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient
onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat zekerheid wordt verkregen
dat de eindrapportage /voortgangsrapportage geen onjuistheden van materieel belang, zoals bedoeld in paragraaf 1.3 van het controleprotocol,
bevat. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor
ons oordeel.
Bevindingen
Bij onze controle hebben wij vastgesteld dat: (Bevindingen aangeven die hebben geleid
tot een afkeurend oordeel. Tevens de omvang van het bedrag aangeven dat niet juist
is dan wel waarvan de juistheid niet kan worden vastgesteld. De accountant dient de
bevindingen op te nemen in een afzonderlijk op te stellen rapport van bevindingen,
waarnaar kan worden verwezen).
Oordeel
Wij zijn van oordeel dat de eindafrekening met bijlagen niet voldoet aan de eraan
te stellen eisen en derhalve niet juist is.
De eindafrekening sluit met een totaal bedrag van € ........
Deze accountantsverklaring is afgegeven ten behoeve van de provincie Flevoland
(ondertekening)
(plaatsnaam, datering)
C. Model accountantsverklaring met beperking
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Aan: (naam opdrachtgever)
Accountantsverklaring ESF-1 voor onderwijsinstellingen
afgegeven ten behoeve van de minister van onderwijs cultuur en wetenschappen
Opdracht
Ingevolge uw opdracht hebben wij de bijgevoegde, door ons per pagina gewaarmerkte,
eindrapportage/voortgangsrapportage met bijlagen inzake de uitvoering van het project met registratienummer ... met betrekking
tot het onderwerp bestrijding voortijdig schoolverlaten/versterking van de beroepsbegeleidende
leerweg/praktijkonderwijs, arbeidsintegratie,
waarvoor bij beschikking van …, kenmerk …. subsidie is verleend op grond van de Subsidieregeling
ESF-3 voor onderwijsinstellingen, gecontroleerd. Deze eindrapportage/voortgangsrapportage is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de instelling. Het is onze verantwoordelijkheid
een accountantsverklaring inzake deze eindrapportage/voortgangsrapportage te verstrekken.
Werkzaamheden
Onze controle is verricht overeenkomstig de bepalingen van het controleprotocol ESF-3
voor onderwijsinstellingen (en - indien van toepassing - de nadere aanwijzingen van
de minister van OCenW zoals vastgelegd in de brief van ….. kenmerk … of zoals opgenomen
in de beschikking tot subsidieverlening) en overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde
richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient
onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat zekerheid wordt verkregen
dat de eindrapportage /voortgangsrapportage geen onjuistheden van materieel belang, zoals bedoeld in paragraaf 1.3 van het controleprotocol,
bevat. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor
ons oordeel.
Bevindingen
Bij onze controle hebben wij vastgesteld dat: (Bevindingen aangeven die hebben geleid
tot de verklaring met beperking. Tevens de omvang van het bedrag aangeven waarvan
de juistheid niet kan worden vastgesteld. De accountant dient de bevindingen op te
nemen in een afzonderlijk op te stellen rapport van bevindingen, waarnaar kan worden
verwezen).
Oordeel
Wij zijn van oordeel dat de eindafrekening, onder voorbehoud van (omschrijving van
de onzekerheid) voldoet aan de eraan te stellen eisen. Dit impliceert tevens dat:
-
de in de eindafrekening opgenomen kosten zijn gemaakt en betaald en tevens subsidiabel
zijn, alsmede betrekking hebben op het project waarvoor de subsidie is toegezegd;
-
de aan de kosten ten grondslag liggende verplichtingen zijn aangegaan gedurende de
contractueel afgesproken periode
-
de kosten juist zijn berekend met inachtneming van de in de overeenkomst opgenomen
algemene en bijzondere voorwaarden
-
ten behoeve van de voor een bijdrage in aanmerking komende kosten een afzonderlijke
(project)administratie is gevoerd waarin alle gegevens zijn verwerkt die voorkomen
in de aanvraag- en rapportageformulieren
-
uit de gevoerde (project)administratie blijkt dat de rapportage en declaratie ten
aanzien van de door (naam huishouding) gedeclareerde interne (loon)kosten voldoen
aan de gestelde vereisten
-
de opgaven van de aan het project bestede mensuren juist zijn;
-
verrekenbare BTW niet in de eindafrekening is opgenomen;
-
de bij de eindafrekening gevoegde opgave van andere dan van de kant van de Provincie
toegezegde en/of verstrekte bijdragen in de rechtstreeks aan het project toegerekende
kosten juist en volledig is
-
de aan het project toe te rekenen ontvangsten in mindering zijn gebracht op de uitgaven
-
de in de overeenkomst en in het controleprotocol genoemde (project)voorwaarden zijn
nageleefd.
De eindafrekening is door ons gewaarmerkt en sluit met een totaal bedrag van € ........
Deze accountantsverklaring is afgegeven ten behoeve van de provincie Flevoland
(ondertekening)
(plaatsnaam, datering)
Bijlage 4. Controleprotocol ESF-1 voor onderwijsinstellingen
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
1. Algemeen
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
1.1. Doel en reikwijdte van het controleprotocol
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Dit controleprotocol geeft aanwijzingen voor en een toelichting op de door de accountants
uit te voeren controlewerkzaamheden in het kader van de projecten, waarvoor subsidie
is verleend op grond van de Subsidieregeling ESF-3 voor onderwijsinstellingen 2000-2006.
Dit controleprotocol is geen werkprogramma. De accountant belast met de controle van
de eindrapportage of een voortgangsrapportage dient zorg te dragen voor een op de
situatie toegesneden werkprogramma, waarbij aan de specifieke AO-kenmerken van een
project, alsmede aan de controletolerantie, voldoende aandacht wordt geschonken.
1.2. Doel en reikwijdte van de accountantscontrole
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
In het kader van de controle op de uitvoering van de Subsidieregeling ESF-3 voor onderwijsinstellingen
20002006 dient de eindrapportage voorzien te zijn van een verklaring van een accountant.
De eindrapportage en de daarbij afgegeven accountantsverklaring zijn de basis voor
het vaststellen van de definitieve subsidie. De minister kan verlangen dat ook een
voortgangsrapportage van een accountantsverklaring wordt voorzien. De voortgangsrapportage
en de daarbij afgegeven accountantsverklaring zijn dan de basis voor het vaststellen
van een voorschot. De eind-/voortgangsrapportage bevat een financiële verantwoording
bij een subsidieafrekening of voorschotverzoek. De accountantsverklaring geeft zowel
een oordeel over de juistheid van de eindrapportage/voortgangsrapportage, alsmede
over de rechtmatigheid hiervan. Het is van essentieel belang dat de strekking van
de accountantsverklaring duidelijk is en dat de eventueel geconstateerde problemen
goed worden weergegeven. De geconstateerde bevindingen worden door de accountant opgenomen
in een rapport van bevindingen. Voor de accountantsverklaring zijn modellen vastgesteld.
Deze modellen zijn als bijlage 3 bij de Subsidieregeling ESF-1 Flevoland voor onderwijsinstellingen
2000-2006 opgenomen.
1.3. Materialiteit
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Europese regelgeving schrijft voor dat alle afwijkingen van de regelgeving groter
dan Euro 4.000 gemeld moeten worden aan de Europese Commissie. Deze verplichte melding
vindt plaats aan de zogenoemde fraude commissie van de Europese Commissie (OLAF).
Dit houdt in dat de controle zodanig dient te worden opgezet dat alle fouten van meer
dan Euro 4.000 worden geconstateerd. Uiteraard geldt voor de accountant het zogenaamde
axiomatische voorbehoud. Teneinde een goedkeurende accountantsverklaring af te kunnen
geven is het noodzakelijk dat alle geconstateerde fouten in de eindrapportage/voortgangsrapportage
worden gecorrigeerd. Indien een correctie niet of niet afdoende wordt aangebracht,
dient dit tot uitdrukking te worden gebracht door middel van het verstrekken van een
niet goedkeurende accountantsverklaring (afkeurende verklaring of verklaring met beperking).
In het rapport van bevindingen dienen de geconstateerde, niet gecorrigeerde, fouten
of voor de accountant niet controleerbare posten, nader te worden geanalyseerd en
dienen de gevolgen voor de eindrapportage/tussentijdse rapportage nader te worden
gekwantificeerd.
2. Opdrachtbevestiging
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
De minister wenst zekerheid te verkrijgen dat de controlerend accountant tijdig op
de hoogte is gesteld van de inhoud van dit controleprotocol. Binnen vier weken nadat
door de minister een beschikking tot subsidieverlening is afgegeven dient een kopie
van de opdrachtbevestiging of een andere schriftelijke mededeling, waarin de toepassing
en naleving van dit controleprotocol door de controlerend accountant wordt bevestigd,
te worden ingezonden. De tekst van deze opdrachtbevestiging is opgenomen in de bijlage
bij dit controleprotocol. Zolang bovengenoemde stukken niet in het bezit zijn van
de minister wordt de behandeling van verzoeken tot eindafrekening van de aanvrager
opgeschort.
3. Werkzaamheden van de accountant
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
3.1. Algemeen
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
De accountant maakt onderscheid tussen de volgende werkzaamheden:
Gezien het feit dat 2000 en 2001 overgangsjaren zijn en de accountants pas in een
laat stadium ingeschakeld zijn wordt voor 2000 en 2001 van de accountant verwacht
dat hij alleen de werkzaamheden m.b.t. de eindcontrole verricht.
3.2. Preventieve werkzaamheden
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Voor de preventieve werkzaamheden is van belang dat de externe accountant reeds in
een vroeg stadium, bijvoorbeeld in de voorbereidende fase, bij de totstandkoming van
de projectaanvraag, wordt betrokken. In deze voorbereidende fase beoordeelt de accountant
de voorgenomen administratieve organisatie en daarin vervatte maatregelen van interne
controle (AO/IC) teneinde vast te stellen of deze voorgenomen AO/IC voldoet aan de
in de regelgeving gestelde eisen om te kunnen komen tot een goedkeurende accountantsverklaring.
De uitkomsten van deze beoordeling worden schriftelijk aan de opdrachtgever gerapporteerd
evenals de eventuele aanbevelingen die daarbij zijn gedaan. De opdrachtgever verstrekt
de minister een afschrift van deze rapportage.
3.3. Interim controle
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
De interim controle heeft mede tot doel vast te stellen of de voorgestelde AO/IC daadwerkelijk
bestaat en dat de werking daarvan gedurende de te controleren periode gewaarborgd
is. Voor zover tijdens de preventieve werkzaamheden door de accountant aanbevelingen
zijn gedaan met betrekking tot de AO/IC onderzoekt de accountant of deze aanbevelingen
zijn opgevolgd. Uiterlijk zes maanden nadat met de uitvoering van een project is gestart,
rapporteert de accountant zijn bevindingen met betrekking tot het onderzoek naar de
AO/IC in de vorm van een zogenaamde managementletter. De minister ontvangt een afschrift
van deze rapportage. Indien de AO/IC bij latere controles van tussentijdse declaraties
onderwerp van onderzoek door de accountant is, worden de bevindingen naar aanleiding
van deze controles eveneens door middel van een afschrift van de schriftelijke rapportage
door de opdrachtgever ter kennis van de minister gebracht. Ook door andere controlerende
instanties belast met het ESF (o.a. de provincie Flevoland en instanties van de EU)
kunnen interim controles worden doorgevoerd.
3.4. Eindcontrole
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
3.4.1. Algemeen
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Hetgeen in deze paragraaf wordt opgenomen met betrekking tot de eindcontrole, is eveneens
van toepassing op de controle die door de accountant wordt verricht met betrekking
tot een voortgangsrapportage, indien daarbij door de minister een accountantsverklaring
wordt verlangd. Ter zake van de eindcontrole dient de accountant bij de uitvoering
van de accountantscontrole op de eindrapportage inzake ESF-1 vast te stellen dat aan
de onderstaande punten is voldaan. Hierbij wordt opgemerkt dat de naleving van de
gehele subsidieregeling object van controle is.
3.4.2. Algemene voorwaarden
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
-
a. Er is een beschikking tot subsidieverlening van de minister op grond waarvan de eindrapportage
kan worden ingediend, tenzij de minister heeft medegedeeld dat deze beschikking nog
niet is afgegeven en desondanks toch een eindraportage opgesteld mag worden.
-
b. De eindrapportage is volledig en juist ingevuld.
-
c. De eindrapportage is rekenkundig juist.
-
d. De eindrapportage stemt overeen met de onderliggende administratie en overige bescheiden
van de subsidieaanvrager en/of instellingen.
-
e. Alle in de eindrapportage verantwoorde uitgaven voldoen aan de ten aanzien van ESF-subsidies
gestelde voorwaarden.
-
f. Er is een door de instelling ingevuld en ondertekend, door de minister voorgeschreven,
Rapport van Bevindingen, genaamd RVBEPA, aanwezig. De accountant dient daarbij te
controleren of het door de instelling ingevulde Rapport een juiste weergave van zaken
geeft.
3.4.3. Administratieve voorschriften
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
De accountant gaat na of alle administratieve voorschriften zijn nageleefd. De belangrijkste
voorwaarde is het voeren van een administratie, die waarborgt dat de volgens de subsidieregeling
te verstrekken gegevens op een ordelijke, transparante en controleerbare wijze geregistreerd
worden.
3.4.4. Subsidiabele kosten
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
De accountant gaat na of de in de eindrapportage verantwoorde kosten juist en rechtmatig
zijn. Hieraan is voldaan indien de accountant constateert dat:
-
a. de in de eindrapportage verantwoorde kosten naar hun aard passen binnen de aanvraag
met bijbehorende begroting waarop de beschikking is ontvangen;
-
b. de in de eindrapportage verantwoorde kosten daadwerkelijk zijn gemaakt, voor de uitvoering
van het project noodzakelijk zijn en ten laste van de aanvrager zijn gebleven;
-
c. de in de eindrapportage verantwoorde kosten subsidiabel zijn overeenkomstig EG verordening
1685/2000 (artikel 9 lid 1);
-
d. de in de eindrapportage verantwoorde kosten geen kosten betreffen die niet subsidiabel
zijn;
-
e. de gemengde kosten (kosten voor zowel subsidiabele als niet-subsidiabele deelnemers)
op een controleerbare en aanvaardbare wijze zijn toegerekend.
3.4.5. Deelnemers
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
De deelnemers aan het project dienen te voldoen aan de kenmerken zoals omschreven
in artikel 6 van de Subsidieregeling ESF-1 voor onderwijsinstellingen.
3.4.6. Financiering
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
De financiering van de activiteiten dient aan de financiële administratie ontleend
te kunnen worden. Deze financiering bestaat uit:
De accountant dient de financiering op volledigheid te controleren.
3.4.7. Subsidieberekening
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
De accountant gaat na of de berekening van de ESF-1 subsidie:
3.4.8. Afronding en rapportage
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Indien tijdens de accountantscontrole blijkt dat er fouten in de eindrapportage voorkomen,
dan dienen deze gecorrigeerd te worden. Bij het nalaten van de correctie van deze
fouten kan de accountant geen goedkeurende accountantsverklaring afgeven. De accountant
hanteert voor de weergave van de bevindingen van zijn controlewerkzaamheden het van
toepassing zijnde model accountantsverklaring. Naast de accountantsverklaring dient
door de accountant in de volgende gevallen een rapport van bevindingen ten behoeve
van de minister te worden opgesteld:
-
a. indien het oordeel van de accountant leidt tot een niet goedkeurende accountantsverklaring;
-
b. indien sprake is van een goedkeurende verklaring met bevindingen die geen afbreuk
doen aan de strekking van de verklaring.
Dit rapport van bevindingen dient gelijktijdig met de accountantsverklaring afgegeven
en ingediend te worden. De minister gebruikt dit rapport van bevindingen in het kader
van de beoordeling van de uitgevoerde werkzaamheden alsmede de hierbij geconstateerde
bevindingen. Er is geen model ontwikkeld voor dit rapport van bevindingen. Wel dienen
ten minste de volgende onderwerpen in het rapport van bevindingen behandeld te worden:
-
Beoordeling van de administratieve organisatie en interne controle (AO/IC);
-
Controlebevindingen;
-
Aard en omvang van de geconstateerde fouten;
-
Wel /niet gecorrigeerd in de eindrapportage;
-
Juiste/onjuiste weergave van zaken door de instelling in het door de instelling zelf
opgestelde Rapport van Bevindingen genaamd RVBEPA;
-
Belangrijke bevindingen en aanbevelingen ter verbetering van de AO/IC, indien sprake
is van een accountantsverklaring bij een voortgangsrapportage;
-
Motivering van de afgegeven accountantsverklaring.
3.4.9. Ongedeelde verantwoordelijkheid
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Voor zover voor de controle van de eindrapportage gebruik wordt gemaakt van de werkzaamheden
van andere accountants, draagt de accountant die verantwoordelijk is voor de accountantsverklaring
bij de eindrapportage, er zorg voor dat de aanvrager hiervan op de hoogte wordt gesteld
en wijst de aanvrager op het feit dat alle relevante verplichtingen uit dit controleprotocol
ook aan de accountant(s), belast met de controle van de eindrapportage van (een) deel
project(en), bekend worden gemaakt en dat deze laatste accountant(s) hun werkzaamheden
verrichten met inachtneming van dit protocol. Deze laatstgenoemde categorie accountants
dient schriftelijk aan de opdrachtgever te bevestigen dat zij van alle verplichtingen
uit dit protocol op de hoogte zijn en dat zij deze zullen naleven. Voor deze bevestiging
dient gebruik te worden gemaakt van de opdrachtbevestiging volgens de bijlage bij
dit protocol.
4. Reviews
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
De minister kan steekproefsgewijs reviews dan wel monitoring onderzoeken uit (laten)
voeren teneinde na te gaan of de accountantscontrole met een deugdelijke grondslag
en met inachtneming van dit controleprotocol is uitgevoerd. Deze reviews komen niet
in de plaats van andere controles dan wel reviews uitgevoerd door de Algemene Rekenkamer,
de Europese Commissie en/of de Europese Rekenkamer.
De accountant belast met de controle van de eindrapportage stemt er mee in dat de
controledossiers in het kader van bovengenoemde reviews integraal aan de reviewers
ter beschikking worden gesteld. Voorts zal deze accountant, schriftelijk dan wel mondeling,
alle gevraagde gegevens verstrekken waarom in het kader van voornoemde review wordt
verzocht. Het vorenstaande geldt onverkort voor de in de eerste alinea genoemde monitoring
onderzoeken.
5. Mogelijke vragen
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
De accountant moet vaststellen dat de Subsidieregeling ESF-1 voor onderwijsinstellingen
2000-2006 integraal is nageleefd. Bij een aantal bepalingen van de regeling kunnen
vragen rijzen over de benodigde reikwijdte en diepgang van de controle op de naleving.
Wellicht ten overvloede worden enkele aspecten hieronder nader toegelicht; deze opsomming
is niet limitatief.
5.1. Controle op de toerekening van kosten
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Er moet worden vastgesteld dat de in eindrapportage opgenomen kosten uitsluitend zijn
gemaakt voor de in bijlage 1 genoemde activiteiten (artikel 6 lid 12).
5.2. Controle op het behoren tot de doelgroep
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
5.2.1.
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Voor deelnemers aan het project bestrijding voortijdig schoolverlaten moet vast worden
gesteld dat deze de leeftijd van 23 jaren nog niet hebben bereikt ( artikel 6 lid
2 a.). De opgave van de deelnemer van zijn geboortedatum op het intakeformulier mag
als juist worden beschouwd.
5.2.2.
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Deelnemers aan het project bestrijding voortijdig schoolverlaten moeten op het intake
formulier aangeven wat hun vooropleiding is. Op basis van het intake formulier stelt
de accountant vast of aan de bepaling van artikel 6, lid 2 d over de maximale vooropleiding
is voldaan.
5.2.3.
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Voor deelnemers aan het project bestrijding voortijdig schoolverlaten moet de accountant
vaststellen dat de instelling de deelnemer heeft aangemeld bij het RMC-meldpunt (artikel
6 lid 2 e). Hij mag uitgaan van de copie van de aanmeldingsbrief aan het RMC met het
bijbehorende deelnemersbestand.
5.2.4.
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Voor deelnemers aan het project praktijkonderwijs moet vast worden gesteld dat zij
15 jaar of ouder zijn (artikel 6 lid 4). De opgave van de deelnemer van zijn geboortedatum
op het intakeformulier mag als juist worden beschouwd.
5.3. Controle op het bereiken van de doelstelling
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
5.3.1.
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Voor deelnemers aan het project bestrijding voortijdig schoolverlaten moet worden
vastgesteld dat zij gedurende de hele looptijd van het project onderwijs hebben gevolgd
dat is gericht op een startkwalificatie, of dat zij gedurende de looptijd van het
project een startkwalificatie hebben behaald (artikel 4 lid 1). Dit moet blijken uit
de deelnemersregistratie (zie ook artikel 11).
5.3.2.
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Voor deelnemers aan het project versterking beroepsbegeleidende leerweg moet worden
vastgesteld dat zij gedurende de looptijd van het project tenminste één deelkwalificatie
hebben behaald (artikel 4 lid 2).
5.3.3.
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Voor deelnemers aan het project versterking beroepsbegeleidende leerweg moet worden
vastgesteld dat een beroepspraktijkvorming overeenkomst aanwezig is waaruit blijkt
dat zij gedurende de looptijd van het project een beroepspraktijkvorming plaats hebben
verworven (artikel 4 lid 2).
5.4.4.
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Voor deelnemers aan het project praktijkonderwijs moet uit een arbeidsovereenkomst
of een aanstellingsbesluit blijken dat zij aan het eind van het project een arbeidsplaats
hebben verworven (artikel 4 lid 3).
5.4. Overige aanwijzingen voor de controle
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
5.4.1.
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Voor deelnemers aan alle drie de projecten moet worden vastgesteld dat zij woonachtig
zijn in de provincie Flevoland (artikel 6, lid 10). Hierbij mag worden uitgegaan van
de opgave door de deelnemer van zijn adres op het intakeformulier.
5.4.2.
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Voor deelnemers aan alle drie de projecten moet worden vastgesteld dat een door de
deelnemer ondertekend intakeformulier is ingevuld ”waaruit blijkt dat de deelnemer
voldoet aan de kenmerken zoals opgenomen in artikel 6 en waarin opgenomen de activiteiten
die voor de deelnemer worden ondernomen” (bijlage 2).
5.4.3.
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Voor deelnemers aan alle drie de projecten moet worden vastgesteld dat een door de
deelnemer ondertekende ESF deelnemers verklaring aanwezig is (artikel 14, tweede lid).
5.4.4.
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
In artikel 11, lid 5 en bijlage 2 bij de subsidieregeling worden gegevens genoemd
die moet worden vastgelegd in de deelnemersadministratie en in de eindrapportage moeten
worden opgenomen. Het gaat er om:
Bij de controle mag ervan worden uitgegaan dat de gegevens op het intakeformulier
juist zijn.
Bijlage bij het controleprotocol ESF-1 voor onderwijsinstellingen
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Opdrachtbevestiging
[Regeling vervallen per 01-01-2018]
Elke accountant c.q. accountantsorganisatie kan zijn opdrachtbevestiging (gebaseerd
op de Richtlijnen voor de Accountantscontrole) inrichten naar zijn eigen inzicht.
Ten behoeve van de controle op de uitvoering van de Subsidieregeling ESF-1 Flevoland
voor onderwijsinstellingen dient de accountant ten minste de navolgende paragrafen
in zijn opdrachtbevestiging op te nemen.
”Hierbij bevestigen wij de door (naam instelling) aan ons verstrekte opdracht tot
controle van de eind-/voortgangsrapportage inzake de uitvoering van het project waarvoor middels een projectaanvraag gedateerd
... een verzoek om verlening van subsidie is gedaan/waarvoor door de minister van
onderwijs, cultuur en wetenschappen (OCenW) bij beschikking van … kenmerk … tot een
maximumbedrag van € …….... subsidie is verleend. Ten behoeve van de uitvoering van onze controlewerkzaamheden zult u ervoor zorgdragen
dat er een administratie wordt gevoerd, die op een zodanig wijze is ingericht, dat
op basis daarvan kan worden gecontroleerd of aan de bepalingen van de regelgeving
met betrekking tot ESF-1 subsidies is voldaan. U zult ons alle gegevens en bescheiden
die nodig zijn voor het uitvoeren van onze controlewerkzaamheden ter beschikking stellen
en desgevraagd informatie verschaffen over de voortgang van het voor subsidie in aanmerking
gebrachte project. Wij zijn bekend met het bestaan van het controleprotocol. Voorts
zijn wij ermee bekend dat een kopie van de opdrachtbevestiging naar de minister van
OCenW gezonden zal worden ter bevestiging van de toepassing van het controleprotocol.
(ondertekening)
(plaatsnaam, datering)