Stcrt. 2008, 241, datum inwerkingtreding 13-12-2008, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 21-12-2007.
Criteria voor de beoordeling
1 Maritieme studie- en opleidingsprogramma’s, alsmede cursussen worden erkend indien
zij ten minste voldoen aan de criteria die zijn vastgelegd in richtlijn nr. 2001/25/EG
van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 4 april 2001 inzake
het minimumopleidingsniveau van zeevarenden (PbEG L 136).
2 In aanvulling op de criteria, bedoeld in het eerste lid, moet de werking van het kwaliteitssysteem
van een instituut dat een opleiding verzorgt, zijn beoordeeld door een van dit instituut
onafhankelijke instantie.
3 De opleiding en examinering voldoen aan de eisen die met betrekking daartoe zijn vastgelegd
in het Besluit zeevaartbemanning handelsvaart en zeilvaart, onderscheidenlijk in het
Besluit zeevisvaartbemanning
4 Het bevoegd gezag van een instelling beschikt over een systeem van registratie van
alle studenten die met goed gevolg opleidingen aan de instelling hebben afgerond.