I. Betaling op een rekening ten name van de belastingplichtige
[Regeling vervallen per 01-01-2008]
1. De ontvanger kan een geldverbintenis voldoen door het uit te betalen bedrag op
een rekening ten name van de belastingplichtige te doen bijschrijven, tenzij de belastingplichtige
betaling op die rekening geldig heeft uitgesloten (artikel 6:114, eerste lid, BW).
Van zo’n uitsluiting kan op verschillende manieren blijken. In ieder geval is sprake
van een geldige uitsluiting indien de belastingplichtige op zijn aangifte of in zijn
verzoek om een teruggaaf heeft verzocht (het) terug te betalen bedrag(en) op een bepaalde
rekening te voldoen.
De rekening die niet exclusief op naam staat van de belastingplichtige (‘en/of rekening’)
wordt in dit besluit begrepen onder de rekening op naam van de belastingplichtige.
2. Ingeval de betaling van een aan de belastingplichtige terug te geven bedrag heeft
plaatsgevonden op een geldig uitgesloten rekening:
-
a. heeft de ontvanger voldaan aan de verbintenis indien de belastingplichtige de betaling
(stilzwijgend) accepteert;
-
b. dient de ontvanger alsnog uit te betalen indien de belastingplichtige de betaling
weigert.
3. De belastingplichtige kan de betaling op een uitgesloten rekening slechts weigeren
met terugbetaling van het bedrag waarmee hij ten gevolge van de betaling op de uitgesloten
rekening is verrijkt. De belastingplichtige is in deze niet verrijkt voorzover het
bedrag hem niet ter beschikking is gekomen (‘daadwerkelijk ten goede is gekomen’).
Het gaat hier om bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld een betaling op een uitgesloten
rekening waarvan het negatieve saldo vóór de betaling is betrokken in een dading met
betrekking tot een sanering, waarbij het bedrag van de betaling geen rol heeft gespeeld
(hetgeen in HR 28 februari 1997, NJ 1998, 218 (Staat/Meijer) aan de orde was). Een
ander voorbeeld betreft de betaling op een uitgesloten rekening die op naam staat
van de belastingplichtige en zijn ex-partner (geen wettelijke gemeenschap van goederen)
waarbij de ex-partner na de uitbetaling van de teruggaaf het saldo van de rekening
heeft opgenomen voordat de belastingplichtige op de hoogte was dat de teruggaaf was
uitbetaald. De ontvanger komt in dit laatste geval een vordering ter zake van verrijking
toe op de ex-partner.
4. De ontvanger verrekent de hem toekomende vordering ter zake van verrijking met
de schuld die hij bedoelde te voldoen. De ontvanger kan verrekening achterwege laten
voorzover hij daarmee in voorkomend geval zijn schadeplichtigheid kan beperken (zie
hierna onder III). Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de situatie dat de
belastingplichtige niet op korte termijn kan voorzien in de alternatieve financiering
van zonder (verder) uitstel te verrichten uitgaven. De ontvanger informeert daartoe
bij de belastingplichtige of en zo ja, in hoeverre deze schade zou lijden indien verrekening
zou plaatsvinden. De ontvanger behoudt in geval van een tweede uitbetaling een vordering
uit verrijking die hij later (als concurrente schuld) alsnog kan invorderen.