Stcrt. 2006, 232, datum inwerkingtreding 30-11-2006, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-06-2006.
1 De subsidieontvanger is verplicht:
-
a. de activiteiten ten behoeve waarvan subsidie is verleend binnen 12 maanden na de
datum van de beschikking tot subsidieverlening aan te vangen en overeenkomstig het
projectplan, in voorkomend geval gewijzigd overeenkomstig het derde lid, uit te voeren
binnen 6 jaar na datum van de beschikking tot subsidieverlening;
-
b. binnen één maand nadat de opdracht tot aanleg van het glastuinbouwgebied met inachtneming
van artikel 4 aan de uitvoerder van het ontwikkelingsproject is verstrekt, aan DLG
melding te doen van de desbetreffende aanbestedingssommen voorzover deze een bedrag
van € 45.378,02 te boven gaan;
-
c. jaarlijks verslag te doen van de voortgang van het ontwikkelingsproject, onder meer
bestaande uit een overzicht van het aantal uitgegeven glastuinbouwkavels, het aantal
deelnemende ondernemers, en de financiële stand van zaken van het project;
-
d. de collectieve voorzieningen ten behoeve waarvan subsidie is verleend gedurende een
periode van tenminste 15 jaar naar behoren te beheren en onderhouden;
-
e. voorzover het beheer van de collectieve voorzieningen wordt overgedragen aan de collectieve
kaveleigenaren, de verplichting voortvloeiende uit onderdeel d, door middel van een
kettingbeding over te dragen aan de collectieve kaveleigenaren.
2 De Minister kan de in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde uitvoeringstermijn van
6 jaar met ten hoogste twee jaar en zes maanden verlengen indien de subsidieontvanger
uiterlijk 3 maanden voor afloop van die termijn schriftelijk aan de Minister om verlenging
heeft verzocht. Het verzoek om verlenging gaat vergezeld met een aangepaste tijdsplanning
als bedoeld in artikel 9, tweede lid, onderdeel e.
3 Wijzigingen in het ontwikkelingsproject gedurende de looptijd van het project zijn
slechts toegestaan na voorafgaande goedkeuring door de minister. De minister deelt
de subsidieontvanger mede of en in welke mate de wijziging van het projectplan gevolgen
heeft voor de verleende subsidie of voor de bij de verlening van de subsidie vastgestelde
voorschriften. De wijziging kan geen verhoging tot gevolg hebben van het maximumsubsidiebedrag,
bedoeld in artikel 8, eerste lid.
4 In geval een subsidie wordt verleend op een aanvraag van meerdere gemeenten gezamenlijk,
gelden alle op grond van deze regeling bestaande verplichtingen van de subsidieontvanger
voor elke gemeente afzonderlijk.