Stb. 2008, 254, datum inwerkingtreding 04-07-2008, bevat
een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt
terug tot en met 01-07-2008.
Maatmaninkomen WAO, Wet WIA, Waz en Wajong
1 Het maatmaninkomen WAO is het inkomen per uur dat gezonde personen,
bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de WAO, met arbeid gewoonlijk
verdienen.
2 Het maatmaninkomen Waz is het inkomen per uur dat gezonde personen,
bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Waz, met arbeid als verzekerde,
bedoeld in artikel 3 van de Waz gewoonlijk verdienen.
3 Het maatmaninkomen Wajong is voor de jonggehandicapte die:
-
a. geen inkomsten uit arbeid geniet, 108% van het bedrag dat voor een
werknemer van dezelfde leeftijd geldt als minimumloon per uur op grond
van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag;
-
b. inkomsten uit arbeid geniet, het inkomen dat een
niet-jonggehandicapt persoon van dezelfde leeftijd met de door de
jonggehandicapte feitelijk verrichte arbeid gedurende de normale,
volledige werkweek, per uur zou verdienen.
4 Het maatmaninkomen van de jonggehandicapte, bedoeld in het derde lid,
wordt hoger gesteld, en ten minste op een bedrag gelijk aan anderhalf maal
het bedrag dat voor de belanghebbende geldt als minimumloon per uur op
grond van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, indien de
jonggehandicapte:
-
a. arbeidsongeschikt is geworden binnen een jaar onmiddellijk
voorafgaande aan het behalen van een diploma, dan wel na het behalen
van een diploma, aan een beroepsgerichte opleiding die opleidt voor
een beroep waarvan het aanvangssalaris ten minste gelijk is aan
anderhalf maal het bedrag dat voor een werknemer van dezelfde leeftijd
geldt als minimumloon op grond van de Wet minimumloon en
minimumvakantiebijslag;
-
b. tijdens de arbeidsongeschiktheid doch uiterlijk op de dag dat hij de
leeftijd van 30 jaar bereikt, een diploma behaalt van een
beroepsgerichte opleiding die opleidt voor een beroep waarvan het
aanvangssalaris ten minste gelijk is aan anderhalf maal het bedrag dat
voor een werknemer van dezelfde leeftijd geldt als minimumloon op
grond van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.
5 Indien de vaststelling van het maatmaninkomen met toepassing van het
vierde lid tot een hoger maatmaninkomen leidt dan de vaststelling van het
maatmaninkomen met toepassing van het derde lid, wordt uitgegaan van het
eerstgenoemde maatmaninkomen.
6 In de gevallen waarin artikel 43a van de WAO, artikel 19 van de Wajong,
artikel 48, eerste lid, aanhef en onderdelen b en c, 50, eerste lid,
aanhef en onderdeel b, of 55, eerste lid, aanhef en onderdelen b en c, van
de Wet WIA toepassing vindt, alsmede in de gevallen waarin dat niet het
geval is omdat artikel 29b van de Ziektewet toepassing kan vinden, wordt
het maatmaninkomen niet lager vastgesteld dan het maatmaninkomen dat voor
de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid of mate van
gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid in aanmerking zou worden genomen indien
de uitkering niet zou zijn ingetrokken, dan wel indien aan het einde van
de wachttijd, bedoeld in artikel 19 van de WAO, artikel 6 van de Wajong of
artikel 23 van de Wet WIA, recht zou hebben bestaan op een dergelijke
uitkering.
7 In de gevallen waarin, na eerdere intrekking van een uitkering op grond
van de WAO, de Wajong of de Wet WIA, dan wel na het eerder niet toekennen
van een uitkering aan het einde van de wachttijd, bedoeld in artikel 19
van de WAO, artikel 6 van de Wajong of artikel 23 van de Wet WIA, bij de
vaststelling van het maatmaninkomen wordt uitgegaan van arbeid op basis
waarvan voor de betrokkene reeds eerder een maatmaninkomen is vastgesteld,
wordt het maatmaninkomen vastgesteld op het maatmaninkomen dat voor de
vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid of mate van
gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid in aanmerking zou worden genomen indien
de uitkering niet zou zijn ingetrokken, dan wel indien aan het einde van
de genoemde wachttijd recht zou hebben bestaan op een dergelijke
uitkering.