Stcrt. 2021, 568, datum inwerkingtreding 05-01-2021, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2021.
-
a. één kentekenplaat af voor een motorrijtuig op twee of drie wielen met of zonder zijspanwagen,
niet zijnde een bromfiets, een landbouw- of bosbouwtrekker, een motorrijtuig met beperkte
snelheid of een mobiele machine;
-
b. twee kentekenplaten af voor een motorrijtuig op meer dan drie wielen, niet zijnde
een bromfiets, een landbouw- of bosbouwtrekker, een motorrijtuig met beperkte snelheid
of een mobiele machine;
-
c. één kentekenplaat af voor een bromfiets, een landbouw- of bosbouwtrekker, een motorrijtuig
met beperkte snelheid of een mobiele machine, en
-
d. één kentekenplaat af voor een aanhangwagen.
2 Indien een handelaarskentekenbewijs voor een motorrijtuig op twee of drie wielen met
of zonder zijspanwagen, niet zijnde een bromfiets, een landbouw- of bosbouwtrekker,
een motorrijtuig met beperkte snelheid of een mobiele machine, of voor een motorrijtuig
op meer dan drie wielen, niet zijnde een bromfiets, een landbouw- of bosbouwtrekker,
een motorrijtuig met beperkte snelheid of een mobiele machine wordt overgelegd, worden
in afwijking van het eerste lid, ten minste één en ten hoogste vijf kentekenplaten
afgegeven, met dien verstande dat van de modellen 27.11, 27.12 en 27.14 per model
ten hoogste twee kentekenplaten worden afgegeven, en van model 27.13, ten hoogste
één kentekenplaat wordt afgegeven.
3 Indien een handelaarskentekenbewijs voor een bromfiets of een aanhangwagen wordt overgelegd,
worden in afwijking van het eerste lid ten hoogste twee kentekenplaten afgegeven,
met dien verstande dat voor een handelaarskentekenbewijs voor een aanhangwagen van
de modellen 27.11, 27.12 en 27.13 en voor een handelaarskentekenbewijs voor een bromfiets
van de modellen 30.5 en 30.6 per model ten hoogste één kentekenplaat wordt afgegeven.
4 Indien een handelaarskentekenbewijs voor een landbouw- of bosbouwtrekker, een motorrijtuig
met beperkte snelheid of een mobiele machine wordt overgelegd, worden in afwijking
van het eerste lid ten hoogste drie kentekenplaten afgegeven, met dien verstande dat
van de modellen 27.11, 27.12 en 27.13 ten hoogste één kentekenplaat wordt afgegeven.