Vbbo. 2005, 66, datum inwerkingtreding 20-11-2005, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2005.
1 Voor toepassing van artikel 4 van deze verordening dienen kalveren geslacht te worden
in een abattoir waar, op jaarbasis, gemiddeld meer dan 75 slachtingen per week worden
verricht, dan wel in een door de voorzitter erkend abattoir.
2 Abattoirs die schriftelijk ten opzichte van het productschap hebben verklaard dat
zij zullen voldoen aan de artikelen 5, 6 , 8, 9, 10 en 11, derde lid van de Verordening
slachting, weging en classificatie van slachtrunderen 2003, dan wel de artikelen 5,
6, 7, 9 en 10 en 11, derde lid, van laatstgenoemde verordening, en de daarvoor aangewezen
toezichthouder zullen toelaten en aan hem medewerking zullen verlenen, worden door
de voorzitter erkend.
3 De abattoirs die aan eisen voldoen die tenminste gelijkwaardig zijn aan de in het
tweede lid genoemde artikelen kunnen ook door de voorzitter worden erkend.