U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 31-12-2004.]Geraadpleegd op 17-08-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 02-10-2004 en zichtdatum 15-07-2024. Geldend van 01-01-2002 t/m 30-12-2004
Tijdelijke regeling regionale meld- en coordinatiefunctie voortijdig schoolverlaten
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, handelende in overeenstemming met de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Gelet op artikel 2.7 van de Wet educatie en beroepsonderwijs en artikel 75d van de Wet op het voortgezet onderwijs,
Besluit:
[Regeling vervallen per 31-12-2004]
Deze regeling verstaat onder:
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen;
een regio als bedoeld in artikel 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, zoals luidend op 31 december 1997;
de effectrapportage, bedoeld in paragraaf 4;
de gemeente die op grond van artikel 5 is aangewezen;
een school of instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs voor zover het betreft het voortgezet speciaal onderwijs of een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra, een school voor voortgezet onderwijs of een school voor speciaal voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs, of een instelling als bedoeld in artikel 1.3.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;
een organisatie die ondersteunende werkzaamheden verricht bij het voorkomen en bestrijden van voortijdig schoolverlaten;
het werkgebied van een Regionaal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Arbeidsvoorzie-ningswet, zoals luidend op 31 december 1995;
degene die voor het bereiken van de leeftijd van 23 jaren
1. het onderwijs aan de onderwijsinstelling waaraan hij is ingeschreven, gedurende een aaneengesloten periode van ten minste twee maanden niet meer volgt,
2. niet meer aan een onderwijsinstelling staat ingeschreven en niet in het bezit is van ten minste een diploma van een opleiding tot beginnende beroepsuitoefening als bedoeld in artikel 2.10, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op het cursorisch beroepsonderwijs, of een diploma van een opleiding middelbaar beroepsonderwijs als bedoeld in artikel 15a, derde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs zoals luidend op 31 december 1995,
3. niet meer aan een onderwijsinstelling staat ingeschreven en niet in het bezit is van ten minste een diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in de artikelen 7 en 8 van de Wet op het voortgezet onderwijs, of
4. niet meer aan een onderwijsinstelling staat ingeschreven en niet in het bezit is van ten minste een diploma van een opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen a tot en met e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, of een diploma van een opleiding voortgezet algemeen volwassenenonderwijs als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onderdeel a, van die wet, indien het ten minste betreft een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs of hoger algemeen voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 7 onderscheidenlijk artikel 8 van de Wet op het voortgezet onderwijs;
het Tijdelijk besluit regionale meld- en co`rdinatiefunctie voortijdig schoolverlaten.
De artikelen 3 tot en met 10 bevatten voorschriften voor het toekennen van een bijdrage aan contactgemeenten ter bevordering van activiteiten van gemeentebesturen in een regio, gericht op het terugdringen van voortijdig schoolverlaten.
1 Ter bestrijding van het voortijdig schoolverlaten werken de gemeentebesturen in een regio samen.
2 Indien in een regio één of meer gemeentebesturen niet voldoen aan het eerste lid, meldt de contactgemeente in die regio dit in de effectrapportage aan de minister.
1 Het gemeentebestuur in een regio is, onverminderd het bepaalde in de Leerplichtwet 1969, verantwoordelijk voor een integrale aanpak van de problematiek van het voortijdig schoolverlaten.
2 Wat de niet-leerplichtige voortijdige schoolverlaters betreft, nemen de gemeentebesturen het initiatief tot het opzetten en instandhouden van een sluitende melding, registratie en doorverwijzing.
3 De gemeentebesturen maken in het kader van de in het tweede lid bedoelde taak afspraken met de onderwijsinstellingen en ondersteunende organisaties in de regio.
1 Indien de gemeentebesturen in een regio een andere gemeente als contactgemeente aanwijzen dan de gemeente die is aangewezen op grond van artikel 5, eerste lid, van het Tijdelijk besluit, draagt de laatstbedoelde gemeente alle bescheiden die betrekking hebben op de uitvoering van deze regeling over aan de gemeente die als contactgemeente is aangewezen. De wijziging van de aanwijzing wordt gemeld aan de minister.
2 Indien de gemeentebesturen in een regio inzake de aanwijzing van de contactgemeente, bedoeld in het eerste lid, niet tot overeenstemming kunnen komen, wijst de minister de contactgemeente aan.
De gemeentebesturen stemmen de afspraken die zijn gemaakt op grond van deze regeling zoveel mogelijk af met de overige binnen het RBA-gebied gelegen regio’s.
De contactgemeente heeft tot taak:
a. het maken van afspraken met de onderwijsinstellingen en de ondersteunende organisaties in een regio over de inzet en verantwoordelijkheid bij het bestrijden van het voortijdig schoolverlaten,
b. zorg te dragen voor de totstandkoming van een regionaal netwerk van onderwijsinstellingen en ondersteunende organisaties in een regio,
c. het organiseren en coördineren van regionale melding, registratie en doorverwijzing van voortijdig schoolverlaters, en
d. het coördineren van het opstellen van een effectrapportage met betrekking tot de in de onderdelen a tot en met c genoemde taken.
1 In het jaar 2001 is voor de uitvoering van deze regeling een budget beschikbaar van € 5.446.000.
2 Het budget, bedoeld in het eerste lid, wordt op de navolgende wijze verdeeld over de regio's:
a. een vast bedrag van € 90.800 per regio,
b. een bedrag van f 4.200.000,- dat aan de hand van de in het derde lid genoemde percentages en berekeningsmaatstaven over de regio's wordt verdeeld;
c. een bedrag van f 10.000.000,- dat aan de hand van de in het derde lid genoemde percentages en berekeningsmaatstaven over de regio's wordt verdeeld, met dien verstande dat bij de berekeningsmaatstaven de volwassen inwoners van de G25, bedoeld in de Bijdrageregeling sociale integratie en veiligheid G25 buiten beschouwing worden gelaten.
3 Het in het tweede lid, onderdeel b, bedoelde deel van de specifieke uitkering wordt per gemeente in de betreffende regio berekend aan de hand van de berekeningsmaatstaven educatie, bedoeld in artikel 3.2.2, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit WEB, met dien verstande dat:
a. voor de berekeningsmaatstaf, bedoeld in artikel 3.2.2, eerste lid onderdeel a, van dat besluit, als peildatum geldt 1 januari 2000,
b. voor de berekeningsmaatstaf, bedoeld in artikel 3.2.2, eerste lid onderdeel b, van dat besluit, wordt geteld het gemiddelde over de jaren 1994 tot en met 1999,
c. voor de berekeningsmaatstaf, bedoeld in artikel 3.2.2, eerste lid onderdeel c, van dat besluit, als peildatum geldt 1 januari 2000.
4 De minister berekent het budget, bedoeld in het derde lid, voor 20% aan de hand van de maatstaf, bedoeld in het derde lid onderdeel a, voor 60% aan de hand van de maatstaf, bedoeld in het derde lid onderdeel b, en voor 20% aan de hand van de maatstaf, bedoeld in het derde lid onderdeel c.
5 Het budget dat voor iedere regio beschikbaar is, staat vermeld in de bijlage behorende bij deze regeling.
6 De budgetten, bedoeld in de bijlage, worden jaarlijks voor 15 december aan de contactgemeenten uitbetaald, met dien verstande dat het budget, berekend op grond van het tweede lid onderdeel c, uiterlijk 1 juli aan de contactgemeenten wordt uitbetaald.
7 Bij een wijziging van de gemeentelijke indeling of een grenscorrectie wordt het deel van het budget dat op grond van het eerste en tweede lid is berekend voor een gemeente die geheel of gedeeltelijk opgaat in 1 of meer andere gemeenten, vanaf de datum van herindeling aan de gemeenten toegerekend naar rato van het aantal inwoners dat in de desbetreffende gemeente blijft onderscheidenlijk naar de desbetreffende gemeente overgaat. Indien een gemeente die niet behoort tot de G25, bedoeld in het tweede lid onder c, geheel of gedeeltelijk opgaat in een gemeente die daar wel toe behoort, wordt het voor eerstgenoemde gemeente berekende bedrag als bedoeld in het tweede lid onder c, voor het jaar waarin de herindeling in werking treedt in zijn geheel aangemerkt als bedrag voor een gemeente die niet behoort tot de G25.
8 Het budget kan met inachtneming van het eerste tot en met zevende lid door Onze Minister worden aangepast in verband met uit de rijksbegroting voortvloeiende maatregelen.
Het budget voor een regio wordt jaarlijks overeenkomstig de verdeling, bedoeld in artikel 8, tweede lid, aan de contactgemeente betaald na toetsing door de minister in overeenstemming met de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van de effect-rapportage van het vorige kalenderjaar aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 10, tweede lid.
1 De contactgemeente dient uiterlijk op 1 oktober van het jaar dat volgt op het jaar waarop deze rapportage betrekking heeft, bij de minister een effectrapportage in.
2 In de effectrapportage zijn ten minste opgenomen:
a. de namen van de contactgemeente en de overige gemeenten in de regio,
b. de namen van de gemeenten die niet voldoen aan artikel 3, eerste lid,
c. een overzicht van de ondersteunende organisaties die werkzaamheden verrichten in het kader van deze regeling,
d. een kwantitatieve beschrijving van de regionale problematiek,
e. een kwantitatieve verplichting inzake het terugdringen van de regionale problematiek,
f. een volledig beeld over de resultaten van het gevoerde beleid, ten einde inzicht te verschaffen in de mate waarin de geformuleerde afspraken zijn gerealiseerd,
g. de inzet van de eigen en de in het kader van deze regeling beschikbaar gestelde middelen. en
h. de wijze waarop de middelen worden besteed om de registratie te verbeteren.
3 Indien naar het oordeel van de minister de effectrapportages niet of niet voldoende het in het tweede lid bedoelde inzicht geven, kan ten behoeve van het volgende kalenderjaar de verdeling van het in artikel 8, eerste lid, genoemde budget over de regio’s geheel of gedeeltelijk worden gewijzigd.
[Vervallen per 15-06-2001]
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1999.
Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten.
Minister
L.M.L.H.A. Hermans
Vaste voet
12.000.000
verdeling
TOTAAL
min vaste voet
(niet GSB)
200.000
4.200.000
10.000.000
In guldens
Regio
1
Oost Groningen
42.456
148.697
391.153
2
Noord Groningen en Eemsmond
27.365
97.006
324.371
3
Centraal en West. Groningen
67.587
105.458
373.045
4
Friesland Noord
60.455
135.732
396.188
5
Zuidwest Friesland
31.477
110.077
341.554
6
Friesland Oost
56.739
198.763
455.502
7
Noord en Midden Drenthe
38.372
136.475
374.847
8
Zuidoost Drenthe
44.485
155.699
400.184
9
Zuidwest Drenthe
31.263
109.848
341.110
10
IJssel-Vecht
92.471
237.425
529.896
11
Stedendriehoek
103.762
292.758
596.519
12
Twente
160.943
258.579
619.522
13
Achterhoek
65.529
233.382
498.911
14
Arnhem/Nijmegen
163.868
301.911
665.779
15
Rivierenland
62.559
225.243
487.802
16
Eem en Vallei
132.123
498.164
830.286
17
Noordwest Veluwe
41.258
147.227
388.485
18
Flevoland
80.933
320.753
601.686
19
Utrecht
186.654
437.514
824.168
20
Gooi- en Vechtstreek
52.837
200.455
453.292
21
Agglomeratie Amsterdam
431.547
565.907
1.197.454
22
Westfriesland
44.250
162.302
406.551
23
Kop van Noord Holland
37.689
135.218
372.907
24
Noord Kennemerland
55.059
207.387
462.446
25
West Kennemerland
93.326
201.642
494.968
26
Zuid Holland Noord
86.504
211.676
498.180
27
Zuid Holland Oost
84.480
314.844
599.323
28
Haaglanden/Westland
284.376
463.454
947.831
29
Rijnmond
423.045
535.778
1.158.824
30
Zuid Holland Zuid
123.310
318.277
641.586
31
Oosterschelde regio
38.232
134.030
372.262
32
Walcheren
27.346
101.668
329.014
33
Zeeuwsch Vlaanderen
28.344
100.627
328.971
34
West Brabant
171.477
473.783
845.259
35
Midden Brabant
97.955
159.044
456.999
36
Noordoost Brabant
154.166
436.854
791.020
37
Zuidoost Brabant
172.850
327.384
700.234
38
Gewest Limburg Noord
127.728
389.047
716.775
39
Gewest Zuid-Limburg
175.182
409.913
785.095
7.800.000
22.000.000
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Tijdelijke regeling regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.