Beperking/verbod burgerluchtverkeer en aanwijzing luchtverkeersgebieden

In de hieronder nader omschreven gebieden zijn de commandant der zeemacht in Nederland, de bevelhebber der landstrijdkrachten en de bevelhebber der luchtstrijdkrachten, ieder voor zover het hem aangaat, namens de Minister bevoegd om in overeenstem-ming met de Minister van Verkeer en Waterstaat de uitoefening van het burgerluchtverkeer in verband met militaire oefeningen te beperken dan wel geheel te verbieden.

• a. EHR 2 (Marnewaard)

  Het gebied, begrensd door de lijn die achtereenvolgens de volgende posities verbindt:

  53.24.41 N - 006.14.09 O;

  53.25.33 N - 006.14.56 O;

  53.26.02 N - 006.19.55 O;

  53.24.09 N - 006.20.08 O;

  53.24.03 N - 006.15.16 O;

  53.24.41 N - 006.14.09 O;

  tot een hoogte van 11500 ft boven de grond of het water.

• b. EHR 3 (Oldebroek)

  Het gebied, begrensd door de lijn die achtereenvolgens de volgende posities verbindt:

  52.23.00 N - 005.50.00 O;

  52.21.30 N - 005.52.30 O;

  52.24.30 N - 006.01.00 O;

  52.27.00 N - 006.00.00 O;

  52.23.00 N - 005.50.00 O;

  tot een hoogte van 16500 ft boven de grond of het water en in incidentele, vooraf door middel van een NOTAM bekendgemaakte gevallen tot 36000 ft boven de grond of het water.

• c. EHR 4A (Vliehors)

  Het gebied, begrensd door een cirkelboog met een straal van 8 zeemijlen rondom positie 53.15.00 N - 004.57.00 O, die achtereenvolgens de volgende punten verbindt:

  53.10.12.N - 004.46.19 O;

  53.07.01 N - 004.56.03 O;

  en voorts langs een lijn naar de posities:

  53.11.00 N - 004.51.24 O;

  53.10.12 N - 004.46.19 O;

  tot een hoogte van 25500 ft boven de grond of het water en in incidentele, vooraf per NOTAM bekendgemaakte gevallen tot een hoogte van 41000 ft boven de grond of het water.

• d. EHR 4B (Vliehors)

  Het gebied, begrensd door de lijn die de volgende posities verbindt:

  53.09.42 N - 005.07.00 O;

  53.02.40 N - 005.15.00 O;

  52.58.09 N - 005.06.22 O;

  53.07.01 N - 004.56.03 O;

  en een lijn die volgens een cirkelboog van 8 zeemijlen uit de positie 53.15.00 N - 004.57.00 O loopt naar positie 53.09.42 N - 005.07.00 O;

  tot een hoogte van 4000 ft boven de grond of het water.

• e. EHR 4C (Vliehors)

  Het gebied, begrensd door de lijn die achtereenvolgens de volgende posities verbindt:

  53.02.40 N - 005.15.00 O;

  52.52.40 N - 005.21.30 O;

  52.51.30 N - 005.15.30 O;

  52.59.05 N - 005.08.09 O;

  53.02.40 N - 005.15.00 O;

  vanaf een hoogte van 1000 ft boven de grond of het water tot een hoogte van 2000 ft boven de grond of het water.

• f. EHR 4D (Vliehors)

  Het gebied, begrensd door een lijn die de volgende posities verbindt:

  53.15.00 N - 004.36.57 O;

  53.15.00 N - 004.43.38 O;

  en vervolgens via een cirkelboog met een straal van 8 zeemijlen vanuit positie:

  53.15.00 N - 004.57.00 O;

  naar positie:

  53.10.12 N - 004.46.19 O;

  en voorts via een lijn naar de posities:

  53.09.17 N - 004.40.28 O;

  53.11.06 N - 004.38.03 O;

  en tenslotte via een cirkelboog met een straal van 12 zeemijlen vanuit positie

  53.15.00 N - 004.57.00 O naar positie

  53.15.00 N - 004.36.57 O;

  tot een hoogte van 1500 ft boven de grond of het water.

• g. EHR 8 (Den Helder)

  Het gebied, begrensd door de lijn die achtereenvolgens de volgende posities verbindt:

  52.57.42 N - 004.44.25 O;

  52.52.00 N - 004.43.00 O;

  52.47.00 N - 004.41.00 O;

  52.45.00 N - 004.32.00 O;

  52.46.30 N - 004.26.00 O;

  52.49.00 N - 004.21.00 O;

  53.05.00 N - 004.21.00 O;

  53.06.10 N - 004.30.56 O;

  53.02.59 N - 004.40.46 O;

  52.57.42 N - 004.44.25 O;

  tot een hoogte van 32800 ft boven de grond of het water.

• h. EHR 9 (Harskamp)

  Het gebied, begrensd door de lijn die achtereenvolgens de volgende posities verbindt:

  52.11.30 N - 005.47.00 O;

  52.09.30 N - 005.52.50 O;

  52.07.30 N - 005.52.50 O;

  52.06.40 N - 005.45.45 O;

  52.09.20 N - 005.44.00 O;

  52.11.30 N - 005.47.00 O;

  tot een hoogte van 5600 ft en in incidentele, vooraf door middel van een NOTAM bekendgemaakte gevallen tot 7900 ft boven de grond of het water.

• i. EHR 11 (Terschelling)

  Het gebied, begrensd door de lijn die achtereenvolgens de volgende posities verbindt:

  53.23.28 N - 005.11.40 O;

  53.26.30 N - 005.10.30 O;

  53.29.30 N - 005.31.30 O;

  53.27.14 N - 005.32.22 O;

  voorts langs de noordkust van het eiland Terschelling naar

  53.23.28 N - 005.11.40 O;

  tot een hoogte van 15000 ft boven de grond of het water.

• j. EHR 12 (Ameland)

  Het gebied, begrensd door de lijn die achtereenvolgens de volgende posities verbindt:

  53.27.00 N - 005.37.00 O;

  53.28.35 N - 005.34.15 O;

  53.30.00 N - 005.34.00 O;

  53.31.25 N - 005.55.25 O;

  53.28.00 N - 005.56.00 O;

  voorts langs de noordkust van het eiland Ameland naar

  53.27.00 N - 005.37.00 O;

  tot een hoogte van 15000 ft boven de grond of het water.

• k. EHR 15 (Noordvaarder)

  Het gebied, begrensd door de lijn die achtereenvolgens de volgende posities verbindt:

  53.24.10 N - 005.04.40 O;

  53.26.20 N - 005.09.40 O;

  53.21.44 N - 005.12.40 O;

  53.16.42 N - 005.20.50 O;

  53.14.10 N - 005.14.10 O;

  53.15.38 N - 005.09.50 O;

  53.24.10 N - 005.04.40 O;

  tot een hoogte van 15000 ft boven de grond of het water.

Als bijzonder luchtverkeersgebied ter bescherming van vertrekkend, respectievelijk naderend luchtverkeer met militaire straalvliegtuigen van het luchtvaartterrein Soesterberg wordt aangewezen het gebied Climb Corridor Soesterberg (EHR 10), begrensd:

• a. horizontaal door lijnen die achtereenvolgens de volgende posities verbinden:

  52.08.38 N - 005.17.10 O;

  52.05.34 N - 005.32.41 O;

  52.02.59 N - 005.31.09 O;

  52.06.46 N - 005.16.04 O;

  52.08.38 N - 005.17.10 O;

• b. verticaal door een ondergrens van 3000 ft boven de grond of het water tot en met FL 100.

Als bijzonder luchtverkeersgebied ter bescherming van het luchtverkeer ten opzichte van het militaire valschermspringen van grote hoogte zonder grondzicht, wordt aangewezen het gebied ’Regte Heide’, begrensd:

• a. horizontaal door een cirkelboog met een straal van 2 zeemijlen rondom positie 51.30.45 N - 005.01.40 O;

• b. verticaal tot een hoogte van 18000 ft boven de grond.

• 1 De bijzondere luchtverkeersgebieden, genoemd in artikel 2 en artikel 3, worden per NOTAM geactiveerd.

• 2 Indien de bijzondere luchtverkeersgebieden, genoemd in artikel 2 en artikel 3, actief zijn, is voor het uitvoeren van vluchten met luchtvaartuigen binnen deze bijzondere luchtverkeersgebieden, een klaring van de plaatselijke luchtverkeersleidingsdienst van het luchtvaartterrein Soesterberg respectievelijk Gilze Rijen, danwel van de naderingsluchtverkeersleidingsdienst van het luchtvaartterrein Soesterberg respectievelijk Gilze Rijen, danwel van het MilATCC Nieuw Milligen vereist.

• 1 De hierna genoemde autoriteiten zijn verantwoordelijk voor de coördinatie van de militaire oefeningen in de volgende gebieden:

  • a. de commandant der zeemacht in Nederland voor het gebied EHR 8;

  • b. de bevelhebber der landstrijdkrachten, voor de gebieden EHR 2, EHR 3 en EHR 9;

  • c. de bevelhebber der luchtstrijdkrachten voor de gebieden EHR 4A, EHR 4B, EHR 4C, EHR 4D, EHR 11, EHR 12 en EHR 15.

• 2 De in het eerste lid genoemde autoriteiten dragen er zorg voor dat, wanneer zij gebruik maken van de in artikel 1 bedoelde bevoegdheid, daaraan zo tijdig mogelijk in de Staatscourant alsmede per NOTAM of anderszins bekendheid wordt gegeven.

• 3 Mede ten behoeve van de uitgifte van NOTAM’s worden door de in het eerste lid genoemde autoriteiten coördinatoren aangewezen.

• 4 Naar de vorengenoemde gebieden kan worden verwezen met de lettercijfercombinatie die boven de beschrijving is gesteld.

Indien de uitoefening van het burgerluchtverkeer overeenkomstig artikel 1 is beperkt dan wel geheel verboden, is het militaire luchtverkeer, voor zoveel voor de militaire oefeningen noodzakelijk, ontheven van het verbod betreffende laagvliegen, neergelegd in artikel 45, eerste lid, onderdeel b, van het Luchtverkeersreglement.

De regeling van 6 juli 1993, nr.CWW 85/013, 93011720 (Stcrt 1993, 131), wordt ingetrokken.

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.