Wet van 24 december 1992, tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband
met de afschaffing van de fiscale grenzen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de wetgeving inzake omzetbelasting dient
te worden aangepast aan de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen tot
aanvulling van het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
en tot wijziging, met het oog op de afschaffing van de fiscale grenzen, van Richtlijn 77/388/EEG (nr. 91/680/EEG, PbEG L 376);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: