Wet van 29 mei 1991, tot opheffing van het Visserijschap en het Bedrijfschap voor
de Groothandel in Vis en Aanverwante Bedrijven, tevens strekkende tot wijziging van
de Instellingswet Productschap voor Vis en Visproducten
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is overeenkomstig het door
de Sociaal-Economische Raad op 20 januari 1989 daartoe uitgebrachte advies over te
gaan tot integratie van taken en bevoegdheden van het Visserijschap en het Bedrijfschap
voor de Groothandel in Vis en Aanverwante Bedrijven in het Produktschap voor Vis en
Visprodukten, daartoe de Instellingswet Productschap voor Vis en Visproducten te wijzigen en, in samenhang daarmee, beide voornoemde bedrijfschappen op te heffen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: