Verordening op de Publiciteit
Het College van Afgevaardigden van de Nederlandse Orde van Advocaten,
Overwegende dat het in het belang van een goede beroepsuitoefening en ter bevordering
van het in de advocatuur te stellen vertrouwen vereist is dat regels worden gesteld
aan de wijze waarop advocaten met betrekking tot hun beroepsuitoefening publiciteit
bedrijven of daaraan meewerken;
Gelet op artikel 10 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de
Mens en de Fundamentele Vrijheden;
Gelet op artikel 28 van de Advocatenwet;
Gezien het ontwerp van de Algemene Raad met de bijbehorende toelichting;
Gelet op de adviezen van de Raden van Toezicht;
Stelt de navolgende verordening vast: