Besluit van 15 november 1955, houdende instelling van een bedrijfschap voor de groothandel
en de bedrijven van commissionnair en van tussenpersoon in aardappelen
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Ministers voor Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie, van
Economische Zaken, van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening en van Sociale Zaken
en Volksgezondheid van 19 September 1955, no. B 3209, Dir. W.J.A.;
Overwegende, dat het wenselijk is overeenkomstig het door de Sociaal-Economische Raad
op 22 April 1955 uit eigen beweging daartoe uitgebrachte advies over te gaan tot instelling
van een bedrijfschap als bedoeld in de Wet op de Bedrijfsorganisatie (Stb. 1950, K 22) voor ondernemingen op het gebied van de groothandel en de bedrijven van
commissionnair en van tussenpersoon in aardappelen;
Gelet op genoemde wet;
De Raad van State gehoord (advies van 18 October 1955, no. 38);
Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Ministers van 9 November 1955, no. B
3427, Dir. W.J.A.;
Hebben goedgevonden en verstaan: