Wet van 24 Juni 1939, houdende regelen teneinde de Regeering te machtigen tot het
aangaan in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden van
verzekeringsovereenkomsten op het terrein van de scheepvaart en de luchtvaart
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, saluut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is regelen te stellen,
teneinde de Regeering te machtigen in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone
omstandigheden maatregelen te nemen betreffende de verzekering van zeeschepen en daarmede
gelijk te stellen schepen, luchtvaartuigen of andere middelen van vervoer en de daarmede
te vervoeren goederen, van goederen met bestemming naar een der gebiedsdeelen van
het Koninkrijk, welke zich buiten dat gebiedsdeel bevinden alsmede van de belangen,
welke samenhangen met de exploitatie van Nederlandse zeeschepen of luchtvaartuigen
of met het vervoer van de hiervoor genoemde goederen;
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: