Indien de verzoeker een ernstige lichamelijke en/of geestelijke belemmering
heeft, is hij ontheven van de naturalisatietoets of één of meer onderdelen
daarvan. Betrokkene dient zelf door middel van één of meer verklaringen aan te
tonen dat hij in aanmerking komt voor gehele of gedeeltelijke ontheffing. In
geval van een lichamelijke of geestelijke belemmering volgt de burgemeester de
hierna beschreven procedure.
Eigen verklaring verzoeker
De (aspirant-)verzoeker verklaart dat hij niet in staat is de volledige
naturalisatietoets te doen, dan wel dat hij slechts één of meer onderdelen
niet kan doen. Voor deze verklaring is model 2.26 (Beroep op ontheffing
naturalisatietoets) beschikbaar. Het ingevulde en door betrokkene ondertekende
model 2.26 wordt gevoegd bij het naturalisatieverzoek.
Ondersteunende verklaring arts of deskundige
Betrokkene dient de belemmering aan te tonen door middel van het overleggen
van één of meer verklaringen van een arts of deskundige.
Informatieblad voor arts en deskundige
Er is een informatieblad over de naturalisatietoets en de ontheffing daarvan
wegens een lichamelijke en/of geestelijke belemmering beschikbaar bij de
gemeente voor de arts of deskundige. Het is de verzoeker tot naturalisatie aan
te raden dit informatieblad voor de arts of deskundige mee te nemen.
Ten behoeve van de arts of deskundige is model 2.27 (Modelverklaring ten
behoeve van arts/deskundige in het kader van de ontheffing van de
naturalisatietoets) beschikbaar met daarin de punten die in de op te maken
verklaring van belang zijn. De verklaring wordt opgemaakt door de
modelverklaring in te vullen. Verklaringen, opgemaakt anders dan conform dit
model, dan wel onvolledig ingevuld, worden niet geaccepteerd. Om in zo’n geval
de garantie te hebben dat het model inderdaad is ingevuld door de arts of
deskundige, hecht deze een korte verklaring dienaangaande op zijn eigen brief-
of receptpapier aan de ingevulde verklaring. De arts/deskundige voorziet het
eigen brief- of receptpapier van zijn stempel en zijn paraaf.
Geaccepteerd worden verklaringen afkomstig van een in Nederland gevestigde
(huis)arts (denk bijv. ook aan een arts GGD, verpleeg- of verzorgingshuisarts,
of een in Nederland gevestigde medisch specialist) of een andere in Nederland
gevestigde deskundige.
Is de verklaring afkomstig van een arts, dan moet het betreffen een in
Nederland gevestigde arts, die als zodanig is ingeschreven in het BIG-register
(het conform de Wet op de beroepen in de individuele
gezondheidszorg door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport gehouden register). Is de verklaring niet afkomstig van een arts, maar
wel van een deskundige werkzaam binnen de gezondheidszorg, dan dient ook deze
deskundige, denk bijvoorbeeld aan een psychotherapeut, te zijn geregistreerd
conform de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg.
Een verklaring van een psycholoog moet afkomstig zijn van een psycholoog
ingeschreven in het register van psychologen bij het Nederlands Instituut van
Psychologen (dit blijkt uit een NIP-registratie).
Handelwijze gemeente
In de voorlichtende sfeer wijst de gemeente betrokkene op het feit dat de
verklaring afkomstig moet zijn van een arts of deskundige als hierboven
beschreven. De gemeente gaat ervan uit dat een overgelegde verklaring is
opgemaakt door een bevoegde arts of deskundige. Het is niet de bedoeling dat
de gemeente dienaangaande een controle verricht. Tijdens de behandeling van
het naturalisatieverzoek kan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)
onderzoeken of de verklaring door een bevoegde arts of deskundige is
opgemaakt.
Op het moment van indienen van het naturalisatieverzoek bij de gemeente mag
de verklaring niet ouder zijn dan 6 maanden.
De overgelegde verklaring geeft aan welk onderdeel (of welke onderdelen) van
de toets iemand niet kan doen. Tevens dient de overgelegde verklaring te
vermelden om welke lichamelijke of geestelijke reden de betrokken onderdelen
niet kunnen worden afgelegd.
De gemeente treedt niet in een inhoudelijke beoordeling van de medische of
deskundigenverklaring. De gemeente kan zonder nadere controle afgaan op de
medische verklaring, en op het adviesblad naturalisatie bij ‘inburgering’
aantekenen dat ‘ontheffing’ van (bepaalde onderdelen van) de
naturalisatietoets wordt geadviseerd.
Mocht evenwel de verklaring niet voldoende duidelijk zijn, dan adviseert de
burgemeester betrokkene een duidelijkere verklaring te krijgen. Wenst
betrokkene toch een naturalisatieverzoek in te dienen, onder overlegging van
een verklaring die niet voldoende duidelijk is ter zake van de lichamelijke
en/of geestelijke belemmering en het gevolg daarvan voor het kunnen afleggen
van onderdelen van de naturalisatietoets, dan wordt op het adviesblad
naturali- satie bij ‘inburgering’ niet akkoord aangetekend.
Telefonisch overleg met de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) inzake
overgelegde verklaringen is voor gemeenten altijd mogelijk via de vaste
aanspreekpunten bij de naturalisatie-units van de Immigratie- en
Naturalisatiedienst (IND).
Enkele voorbeelden
Is iemand doof of doofstom (en blijkt dit uit de overgelegde verklaring),
dan is betrokkene ontheven van de volledige naturalisatietoets. Gezien de vorm
waarin de toets wordt aangeboden, kunnen doven en doofstommen geen enkel
onderdeel van de naturalisatietoets afleggen. Onder doof valt mede
hardhorendheid, indien betrokkene niet door hulpmiddelen alsnog voldoende
hoorvermogen krijgt om de toets af te leggen. Ook de hier bedoelde personen
zijn ontheven van de volledige toets.
Is betrokkene blind of ‘stom’ dan wordt hij/zij verwezen naar het ROC van
Amsterdam om onderdelen van de toets te doen. Iemand die blind is, kan de
onderdelen luisteren en spreken wel doen. Iemand die ‘stom’ is, kan de
onderdelen Maatschappijoriëntatie, schrijven, luisteren en lezen wel doen. Is
betrokkene blind dan worden de onderdelen luisteren en spreken afgenomen door
middel van de telefoontoets.
Onder lichamelijke of geestelijke belemmering, waarvoor een verklaring van
een arts of deskundigen is vereist, zijn mede te verstaan woordblindheid
(dyslexie), een beperkt leervermogen (bijvoorbeeld Downsyndroom) alsmede
duurzame ernstige depressies, trauma’s en/of concentratiestoornissen. Ook in
deze gevallen geldt dat de overgelegde verklaring van de arts of deskundige
duidelijk moet stellen welk onderdeel (of onderdelen) betrokkene niet kan
afleggen en wat de reden daarvoor is.
Ook hier geldt dat de gemeente niet in de inhoudelijke beoordeling treedt
van de verklaring. In beginsel is een verklaring van de eigen huisarts
voldoende. Zo kan bij woordblindheid of dyslexie de verklaring afkomstig zijn
van de (al dan niet eigen) huisarts, dan wel van deskundigen als een
psycholoog of een orthopedagoog.
Echter, dit geldt niet in een geval waarin sprake is van een psychische
stoornis, zoals bijvoorbeeld duurzame ernstige depressies, trauma’s en/of
concentratiestoornissen. Beoordeling daarvan dient te geschieden door een
deskundige op het gebied van psychische ziektebeelden. In die gevallen dient
de verklaring afkomstig te zijn van een psychiater of een psycholoog.
Onderzoek Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)
Mocht daartoe aanleiding bestaan dan kan tijdens de naturalisatieprocedure
de gegrondheid van het beroep op ontheffing van de naturalisatietoets nader
worden onderzocht door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), Bureau
Medische Advisering. In het kader van dit onderzoek kan betrokkene
rechtstreeks worden opgeroepen door de Immigratie- en Naturalisatiedienst
(IND).
Naturalisatietoets op onderdelen
Blijkt uit het ingevulde model 2.26, en de ondersteunende verklaring(en) dat
betrokkene één of meer onderdelen van de toets moet afleggen, dan verwijst de
gemeente op de hieronder bij 2.3.6 beschreven wijze betrokkene naar het ROC
van Amsterdam. Het onderdeel (of de onderdelen) die betrokkene wél kan doen,
moet(en) ingevolge artikel 3,
vierde lid Regeling naturalisatietoets worden afgelegd bij het
Regionaal Opleidingen Centrum van Amsterdam. In beginsel doet betrokkene in
een reguliere klas het onderdeel of de onderdelen van de toets die hij wel kan
afleggen (tegen het gewone herkansingstarief). De betrokkene moet ‘gewoon’
kunnen meedoen aan een onderdeel van de toets. Er worden geen onderdelen
aangepast voor betrokkene. Het gaat dus in beginsel om óf ontheffing van een
onderdeel, óf het kunnen meedoen aan een toetsmoment met ‘reguliere’
deelnemers.
Is betrokkene niet in staat op de gebruikelijke wijze te lezen en/of
schrijven (bijvoorbeeld doordat hij/zij alleen kan lezen met gebruikmaking van
het brailleschrift), dan doet hij/zij de onderdelen door middel van de
telefoontoets.
Indien verzoeker het/de getoetste onderdeel(en) met goed gevolg heeft
afgelegd, reikt het ROC van Amsterdam hem/haar het Certificaat
Naturalisatietoets uit met achter het/de niet- getoetste onderdeel(en) de
aantekening: NIET AFGENOMEN.
Ingeval de onderdelen luisteren en spreken door middel van de telefoontoets
zijn afgenomen, dan wordt achter deze onderdelen geplaatst de aantekening:
AFGENOMEN MET TELEFOONTOETS.
Tezamen met de overgelegde verklaringen en model 2.26 stuurt de gemeente met
het naturalisatiedossier een gewaarmerkt afschrift van het Certificaat
Naturalisatietoets aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Een ander
gewaarmerkt afschrift houdt de burgemeester voor zichzelf. Het certificaat
wordt weer aan verzoeker overhandigd.