Stcrt. 2024, 19554, datum inwerkingtreding 15-06-2024, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 02-09-2023.
1 Een aanvraag voor financiële ondersteuning voor het kalenderjaar 2023 kan worden ingediend
vanaf 25 september 2023 om 9:00 uur en wordt uiterlijk 23 oktober 2023 om 12:00 uur
door de minister ontvangen.
2 Een aanvraag voor financiële ondersteuning voor het kalenderjaar 2024 kan worden ingediend
vanaf 1 juli 2024 om 9:00 uur en wordt uiterlijk 23 september 2024 om 12:00 uur door
de Minister ontvangen.
3 Voor de aanvraag wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt.
4 De aanvraag gaat vergezeld van:
-
a. een bewijs van dienstverband;
-
b. een gewaarmerkt verzekeringsbericht;
-
c. een kopie van de WIA-beslissing betreffende de zorgmedewerker;
-
d. een document waaruit blijkt dat langdurige post-COVID klachten zijn geconstateerd,
zijnde:
-
1°. het medisch onderzoeksverslag dat als verslag van het verzekeringsgeneeskundig onderzoek
is gevoegd als bijlage bij de WIA-beslissing betreffende de zorgmedewerker; of
-
2°. een door de Minister vastgesteld formulier met een verklaring die is voorzien van
een ondertekening door een arts, waarin wordt bevestigd dat voor 1 juni 2023 bij de
zorgmedewerker langdurige post-COVID klachten zijn geconstateerd en die is voorzien
van toestemming om de juistheid van deze verklaring bij de desbetreffende arts te
verifiëren; en
-
e. desgevraagd overige inlichtingen en bewijsstukken, die noodzakelijk zijn voor de beoordeling
van de aanvraag.
5 Als de zorgmedewerker werkzaam was op basis van een dienstverband bij een ander dan
de zorgaanbieder waar de zorgmedewerker tijdens het tijdvak veelvuldig en intensief
zorg heeft verleend aan patiënten met COVID-19 of nauw betrokken was bij deze zorgverlening,
overlegt de zorgmedewerker een door de minister vastgesteld formulier met een verklaring
die:
-
a. is voorzien van een ondertekening door de leidinggevende van de zorgmedewerker;
-
b. is ondertekend namens de zorgaanbieder waar de zorgmedewerker tijdens het tijdvak
werkzaamheden heeft verricht;
-
c. bevestigt dat de zorgmedewerker tijdens het tijdvak bij die zorgaanbieder veelvuldig
en intensief zorg heeft verleend aan patiënten met COVID-19 of nauw betrokken was
bij deze zorgverlening; en
-
d. is voorzien van toestemming om de juistheid van deze verklaring bij die zorgaanbieder
te verifiëren.
6 Als de zorgmedewerker werkzaam is geweest bij de zorgaanbieder tijdens het tijdvak
in een functie of beroep die niet in bijlage 4 is opgenomen, overlegt de zorgmedewerker een door de minister vastgesteld formulier
met een verklaring die:
-
a. is voorzien van een ondertekening door de leidinggevende van de zorgmedewerker;
-
b. is ondertekend namens de zorgaanbieder waar de zorgmedewerker tijdens het tijdvak
werkzaam was;
-
c. bevestigt dat de zorgmedewerker tijdens het tijdvak veelvuldig en intensief zorg heeft
verleend aan patiënten met COVID-19 of nauw betrokken was bij deze zorgverlening;
en
-
d. is voorzien van toestemming om de juistheid van deze verklaring bij die zorgaanbieder
te verifiëren.
7 Als de zorgmedewerker werkzaam was bij de militair geneeskundige dienst, overlegt
de zorgmedewerker een door de minister vastgesteld formulier met een verklaring die:
-
a. is voorzien van een ondertekening door een tekenbevoegde van de militair geneeskundige
dienst;
-
b. bevestigt dat de zorgmedewerker tijdens het tijdvak veelvuldig en intensieve zorg
heeft verleend aan patiënten met COVID-19 of nauw betrokken was bij deze zorgverlening;
en
-
c. is voorzien van toestemming om de juistheid van deze verklaring bij de militair geneeskundige
dienst te verifiëren.
8 Als de zorgmedewerker werkzaam was bij een justitiële inrichting, overlegt de zorgmedewerker
het nummer waarmee de zorgmedewerker tijdens het tijdvak als arts of verpleegkundige
stond ingeschreven in het daarvoor ingestelde register, bedoeld in artikel 3 van de
Wet BIG.
9 Als de zorgmedewerker werkzaam was bij een gemeentelijke gezondheidsdienst, overlegt
de zorgmedewerker een door de Minister vastgesteld formulier met een verklaring die:
-
a. is voorzien van een ondertekening door een tekenbevoegde van de gemeentelijke gezondheidsdienst;
-
b. bevestigt dat de zorgmedewerker tijdens het tijdvak veelvuldig en intensieve zorg
heeft verleend aan patiënten met COVID-19 of nauw betrokken was bij deze zorgverlening;
en
-
c. is voorzien van toestemming om de juistheid van deze verklaring bij de gemeentelijke
gezondheidsdienst te verifiëren.
10 Als de eerste ziektedag zoals vermeld in de WIA-beslissing na het tijdvak ligt, overlegt
de zorgmedewerker een document waaruit blijkt dat de langdurige post-COVID klachten
het gevolg zijn van een vermoedelijke COVID-19 besmetting in het tijdvak.
11 Als sprake is van vrijwillige verlenging van de loondoorbetaling of verlenging van
de loondoorbetalingsplicht, overlegt de zorgmedewerker een kopie van het besluit van
het UWV betreffende de zorgmedewerker tot verlenging van het tijdvak van de loondoorbetaling.
12 De minister kan afwijken van het vierde lid als toepassing is gegeven aan het bepaalde
in artikel 2.1, derde lid.