Voor het recht op vermindering van bronbelasting volgens een belastingverdrag is in
zijn algemeenheid vereist dat, naast andere voorwaarden, de rechthebbende op de uit
een verdragsland afkomstige dividenden, interest of royalty's, voor de verdragstoepassing
als inwoner van het andere verdragsland wordt aangemerkt. Voor dit inwonerschap dienen
onder de belastingverdragen in Nederland gevestigde entiteiten onderworpen te zijn
aan de winstbelasting/vennootschapsbelasting.
In de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011 is aangegeven dat het Nederlandse verdragsbeleid
erop gericht is voor van vennootschapsbelasting vrijgestelde entiteiten onderworpenheid
aan belasting in een verdragsluitende staat aan te nemen. Dit wordt bereikt via de
opname van een bepaling in belastingverdragen die voorschrijft dat entiteiten geacht
worden aan belasting in een verdragsluitende staat te zijn onderworpen, indien deze
entiteiten worden beheerst door de wetten van die staat of hun plaats van leiding
in die staat hebben. Dit verdragsbeleid houdt daarmee in dat vrijgestelde entiteiten,
ondanks de toepasselijke subjectieve vrijstelling, ook als verdragsinwoner worden
aangemerkt en in aanmerking kunnen komen voor verdragsvoordelen. In het kader van
dit onderdeel is dit vooral van belang voor pensioenfondsen, non-profitorganisaties
(kerkelijke, levensbeschouwelijke, charitatieve, culturele, wetenschappelijke (incl.
onderzoek) of educatieve organisaties) en overheidsinstellingen (staat, provincies,
gemeenten, waterschappen en financiële instellingen). Al deze met name genoemde lichamen
worden hierna als ‘vrijgestelde entiteiten” aangeduid.
Indien belastingverdragen een regeling bevatten, op basis waarvan in Nederland gevestigde
maar voor de vennootschapsbelasting vrijgestelde entiteiten als verdragsinwoner worden
aangemerkt, vloeit hieruit reeds voort dat de Belastingdienst aan deze entiteiten,
indien aan de desbetreffende bepalingen wordt voldaan, een woonplaatsverklaring kan
verstrekken.
Indien belastingverdragen echter geen regeling voor verdragsinwonerschap bevatten
voor vrijgestelde entiteiten (vaak het geval bij oudere verdragen), zal de Belastingdienst
op basis van wederkerigheid een woonplaatsverklaring kunnen verstrekken aan in Nederland
gevestigde maar van vennootschapsbelasting vrijgestelde entiteiten. Er kan van wederkerigheid
worden uitgegaan, tenzij het tegendeel blijkt. In dat geval verzoek ik de desbetreffende
inspecteurs mij hiervan op de hoogte te stellen. Er zal dan in overleg worden getreden
met de autoriteiten van het desbetreffende verdragsland.