Hoewel de btw een ruime toepassing kent van het begrip ‘ondernemer’ zullen organisaties
tegenover BuZa niet steeds optreden als ondernemer bij de uitvoering van projecten
in ontwikkelingslanden. Er is alleen sprake van ondernemerschap als een organisatie
met de ontvanger van zijn prestaties een rechtsbetrekking is aangegaan op basis waarvan
over en weer (tegen)prestaties worden uitgewisseld en de ontvangen vergoeding daadwerkelijk
de tegenwaarde vormt voor de verrichte prestaties (vergelijk HvJ EG 3 maart 1994,
Tolsma, C-16/93). Hierbij geldt overigens dat de rechtsvorm of de vestigingsplaats
van de ondernemer niet van belang is voor deze toets. Als ter zake een subsidie wordt
ontvangen, kan het van belang zijn om vast te stellen of deze subsidie als een vergoeding
(de hiervoor bedoelde ‘tegen’prestatie) is aan te merken. Deze beoordeling is voorbehouden
aan de belastinginspecteur die bevoegd is voor de desbetreffende organisatie. Als
de subsidie niet kwalificeert als een vergoeding en de organisatie ontvangt ook overigens
geen vergoedingen in de zin van de wet, dan bestaat er geen twijfel over dat de organisatie ter zake niet optreedt als ondernemer
en is toepassing van de goedkeuring niet mogelijk. Op voorhand wordt opgemerkt dat
een door BuZa verleende subsidie ter financiering van een door de organisatie uitgevoerd
project niet steeds is aan te merken als een vergoeding.
Ik keur met toepassing van artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hardheidsclausule) het volgende goed.
Goedkeuring
Ik keur onder de volgende voorwaarden goed dat organisaties het btw-nultarief toepassen
op diensten die zij verrichten aan Nederlandse ministeries of organisaties. Daarbij
gelden de volgende voorwaarden:
-
– de diensten worden verricht in het kader van door de organisaties uitgevoerde projecten
in ontwikkelingslanden;
-
– de organisaties zijn aan te merken als ondernemer voor de btw-heffing;
-
– de plaats van de diensten is Nederland;
-
– het genot van de door de organisaties verrichte diensten in het kader van het uit
te voeren project ligt uitsluitend in het ontwikkelingsland.
De goedkeuring kan bijvoorbeeld van toepassing zijn als BuZa aan een organisatie,
die hiervoor is aan te merken als ondernemer, opdracht geeft voorlichting te (doen)
geven in een ontwikkelingsland over de uitbraak, verspreiding en gevolgen van tropische
ziekten.
Op de volgende diensten kan de goedkeuring bijvoorbeeld geen toepassing vinden omdat
het genot van die prestaties niet uitsluitend in het ontwikkelingsland ligt:
-
– het uitvoeren van een accountantscontrole naar de besteding van ontwikkelingsgelden;
-
– het geven van adviezen aan geldgevende instellingen over de vraag welke ontwikkelingswerkprojecten
wél en welke projecten niet financieel kunnen worden gesteund.
Voor alle duidelijkheid wordt nog opgemerkt dat toepassing van het btw-nultarief op
de diensten impliceert dat de hieraan toerekenbare voorbelasting in aftrek kan worden
gebracht.