Flexibele arbeid is belangrijk voor een goed functionerende Rijksoverheid. Op deze
manier is de Rijksoverheid in staat om flexibel om te gaan met fluctuaties in het
werkaanbod en veranderende omstandigheden. Uitgangspunt van het kabinet is dat structureel
werk zoveel mogelijk structureel wordt ingevuld via een passende arbeidsrelatie. Er
worden daarom initiatieven genomen om flexibele en vaste arbeid beter met elkaar in
balans te brengen. Daarnaast zijn er reeds maatregelen genomen om, in het kader van
het Uitvoeringsprogramma Compacte Rijksdienst en de Hervormingsagenda Rijksdienst,
de externe inhuur van personeel te reduceren. Voorts is de intentie dat, mede als
gevolg van het Van Werk Naar Werk-beleid, (tijdelijk) werk vaker door eigen personeel
zal worden verricht. De noodzaak tot het inhuren van extern personeel is bovendien
kleiner geworden door een verschuiving van personele taakstellingen naar financiële
taakstellingen.
Bovengenoemde redenen hebben mede geleid tot overeenstemming tussen de minister van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de minister voor Wonen en Rijksdienst om binnen
de rijksdienst de inhuurvorm “payrolling” geleidelijk doch volledig af te bouwen.
Met payrolling wordt bedoeld dat de arbeidskracht door de opdrachtgever wordt geworven
en geselecteerd, maar door een payrollonderneming in dienst wordt genomen. Deze payrollonderneming
vult vervolgens het formele (juridische) werkgeverschap in en stelt de arbeidskracht
ter beschikking aan de opdrachtgever, die leiding geeft aan en toezicht uitoefent
op de arbeidskracht.
De afbouw van de inhuurvorm payrolling zal binnen de rijksdienst beheerst plaatsvinden.
De departementen en rijksdiensten die payrolling momenteel als inhuurvorm inzetten,
mogen niet in continuïteitsproblemen komen als gevolg van een te overhaaste afbouw
van payrolling. Voorkomen moet worden dat noodzakelijke werkzaamheden niet meer uitgevoerd
kunnen worden en dat waardevolle kennis verloren gaat. Om deze reden zullen lopende
afspraken met payrollondernemingen en hun personeel worden gerespecteerd. Departementen
en rijksdiensten kunnen dan ook differentiëren in het tempo waarmee zij payrolling
afbouwen.
Een eerste stap naar de afbouw van payrolling binnen de rijksdienst is de aanbesteding
Inhuur Flexibele Arbeidskrachten Rijk (IFAR) 2014. Om de afbouw van payrolling voor
de deelnemende departementen en rijksdiensten zonder problemen te laten verlopen,
is in de aanbesteding IFAR 2014 bepaald dat nog één keer raamovereenkomsten voor payrolling
afgesloten worden. Na het afsluiten van de IFAR 2014 raamovereenkomsten voor payrolling,
met een beoogde ingangsdatum van 1 mei 2014 en een looptijd van een jaar, eventueel
te verlengen met maximaal nog een jaar, zal de rijksdienst geen nieuwe raamovereenkomsten
voor payrolling meer afsluiten.
U dient daarom er naar te streven vóór 1 mei 2015, of in het geval van een verlenging
vóór 1 mei 2016, uw payrollcontracten volledig te hebben afgebouwd, tenzij een reeds
bestaande raamovereenkomst, zonder gebruik te maken van de optie tot verlenging, langer
doorloopt. Dit betekent dat personeel dat is ingehuurd door middel van payrolling
uiterlijk tot de hierboven genoemde datum op deze titel werkzaamheden kan verrichten
voor de rijksoverheid. Bij het afbouwen van payrolling past het uiteraard niet om
gedurende de looptijd van de raamovereenkomst nieuw personeel te werven op basis van
een payrollcontract.
De behoefte om tijdelijk personeel in te kunnen zetten in verband met (extra) werkzaamheden
zal blijven bestaan. Afhankelijk van de specifieke situatie kan de rijksoverheid flexibel
inspelen op fluctuaties in het werkaanbod en veranderde omstandigheden. Het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR) biedt daartoe meerdere mogelijkheden. In voorkomende gevallen dient daarbij
rekening te worden gehouden met de flexbepaling, zoals opgenomen in artikel 6, zevende lid, van het ARAR. Voor meer informatie hierover verwijs ik u naar de pagina “personeel” op het Rijksportaal
of naar uw personeelsadviseur.
Het blijft mogelijk om werkzaamheden met een tijdelijk karakter te laten verrichten
door uitzendkrachten of in te vullen met behulp van een detachering. Daarbij dienen
te allen tijde voorgenoemde uitgangspunten van het kabinet te worden gehanteerd.
Ik verzoek u met de inhoud van deze circulaire rekening te houden en daaraan actief
bekendheid te geven in uw organisatie(onderdeel).