1. Met deze Bekendmaking boetetoemeting aangaande bepaalde mededingingsbeperkende
activiteiten in de installatie-deelsector (hierna: Bekendmaking) beoogt de directeurgeneraal
van de NMa (hierna: d-g NMa) inzicht te geven in de wijze waarop hij voornemens is
de hoogte van de boetes te bepalen voor ondernemingen die betrokken zijn bij overtredingen
van artikel 6 van de Mededingingswet (Mw) en/of van artikel 81 van het EG-Verdrag in verband met de aanbesteding van werken
in de installatie-deelsector. Deze Bekendmaking geldt voor de beboeting van overtredingen
in de installatie- deelsector, zoals bij de NMa bekend en waarvan het redelijk vermoeden
is vastgelegd in een rapport als bedoeld in artikel 59 Mw. De eerdere Bekendmaking boetetoemeting in de GWW-deelsector heeft model gestaan voor onderhavige Bekendmaking.
2. De d-g NMa heeft deze Bekendmaking opgesteld vanwege de aard en omvang van het
gebleken kartelgedrag in de bouwsector in Nederland en de gevolgen die het onverkort
toepassen van de Richtsnoeren boetetoemetingvoor de sector in zijn geheel zou hebben. Met deze Bekendmaking geeft de d-g NMa,
in lijn met de eerdere Bekendmaking boetetoemeting in de GWW-deelsector, invulling
aan deze bijzondere omstandigheden en de oproepen van de NMa en de regering aan de
ondernemingen in de bouwsector om ‘schoon schip te maken’. De Richtsnoeren boetetoemetingzijn van toepassing, voor zover daarvan bij deze Bekendmaking niet wordt afgeweken.
3. Zoals vermeld in de Bekendmaking boetetoemeting in de GWW-deelsector, onderzoekt
de NMa verschillende deelsectoren van de bouwnijverheid. Vanwege de omvang van het
gebleken kartelgedrag en de complexiteit van de onderzoeken in de deelsectoren alsmede
de aard en samenhang binnen de deelsectoren, kan de NMa deze niet alle tegelijk afwikkelen.
Afwikkeling vindt daarom per deelsector plaats. De NMa kan in één rapport meer overtredingen
constateren. Tevens kan de d-g NMa in één besluit meer rapporten en meer overtredingen
afdoen.
4. In deze Bekendmaking wordt onder Installatiewerken verstaan werktuigbouwkundige, elektrotechnische en sprinklerinstallatiewerken, welke
omvatten het ontwerpen, berekenen, leveren, aanbrengen, onderhouden en repareren van
in ieder geval (centrale)verwarming, ventilatie, luchtbehandeling, koeling, olieopslagtanks,
airconditioning, sanitair, lichten krachtstroom, noodstroom, hoogen middenspanning,
(openbare) verlichting, zonne-energie, tele- en datacommunicatie, ICT solutions, telematica
voorzieningen, beveiligingssystemen, parkeersystemen, gebouwautomatisering, procesbesturing,
verkeerssystemen, verkeersregelinstallaties, signaalgevers, brandpreventie- en brandblusinstallaties,
water- en zuiveringsinstallaties, drink- en afvalwaterinstallaties, gemalen en pompinstallaties
(hierna: Installatiewerken).
5. Of een werk als Installatiewerk moet worden beschouwd, wordt bepaald op projectniveau.
Indien een project meer omvattend is, dan wordt dit project als geheel als Installatiewerk
beschouwd indien de Installatiewerk-activiteiten overheersend zijn. Dit betekent dat
als de overige activiteiten een onderdeel vormen van en ondergeschikt zijn aan een
project dat overwegend uit Installatiewerk-activiteiten bestaat en als zodanig is
aanbesteed, dat project in het geheel als Installatiewerk wordt gekwalificeerd.
6. Per onderneming baseert de d-g NMa de boete op de aanbestedingsomzet. De d-g NMa
baseert de boete op de aanbestedingsomzet, aangezien deze direct verband houdt met
de betrokken gedragingen. Tevens wordt de aanbestedingsomzet geacht de mate van betrokkenheid
van ondernemingen bij de verboden mededingingsafspraken afdoende te reflecteren. De
d-g NMa acht 2001 een representatief ijkjaar voor de overtredingen waarvan de boete
op grond van deze Bekendmaking zal worden vastgesteld.
7. Onder Aanbestedingsomzet 2001 wordt verstaan de totale contractwaarde van alle opdrachten ter uitvoering van Installatiewerken
in Nederland die de onderneming in 2001 in aanbesteding heeft verworven (hierna: Aanbestedingsomzet
2001). Onder Aanbestedingsomzet 2001 valt ook de waarde van opdrachten die de onderneming
in aanbesteding heeft verworven in 2001 in combinatie met één of meer andere ondernemingen,
naar rato van de deelname van de onderneming in de betreffende combinatie.
8. Onder Aanbesteding wordt verstaan de, al dan niet gelijktijdige, uitnodiging van een opdrachtgever aan
twee of meer ondernemingen om een offerte in te dienen voor een opdracht tot de uitvoering
van een Installatiewerk (hierna: Aanbesteding). Een enkelvoudige (onderhandse) opdrachtverlening,
waarvoor geen twee of meer offertes zijn aangevraagd, valt daarmee buiten het begrip
Aanbesteding. De persoon of hoedanigheid van de opdrachtgever is in dit kader niet
relevant. Opdrachten die in onderaanneming in aanbesteding zijn verkregen, vallen
eveneens onder het begrip Aanbesteding.
9. Onder Contractwaarde wordt verstaan het bedrag waarvoor de gehele uitvoering van het werk door de opdrachtgever
in 2001 is aanvaard, exclusief BTW, ten tijde van de opdrachtverwerving (datum gunning)
(hierna: Contractwaarde).In geval van zogeheten ‘regiewerk’geldt als contractwaarde het totaalbedrag dat op de (slot)factu(u)r(en) is vermeld
(exclusief BTW), ook indien deze pas na 2001 is/zijn uitgebracht.