Artikel 1
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
In deze regeling wordt verstaan onder:
Artikel 2
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
-
1 Voor de behandeling van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld
in artikel 8, eerste lid, van de wet is een tarief verschuldigd van € 106,– per uur.
-
2 Voor de behandeling van een aanvraag om het geheel of gedeeltelijk buiten toepassing
laten van een of meer technische specificaties inzake interoperabiliteit als bedoeld
in artikel 8, derde lid, van de wet is een tarief verschuldigd van € 5.300,–.
-
3 Voor de behandeling van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld
in artikel 8, zesde lid, van de wet is een tarief verschuldigd van € 106,– per uur.
Artikel 3
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
-
1 Voor de behandeling van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld
in artikel 9, eerste, lid, van de wet is een tarief verschuldigd van € 106,– per uur.
-
2 Voor de behandeling van een aanvraag tot beoordeling van een informatiedossier als
bedoeld in artikel 9, derde lid, van de wet is een tarief verschuldigd van € 5.300,–.
-
3 Voor de behandeling van een aanvraag om het geheel of gedeeltelijk buiten toepassing
laten van een of meer technische specificaties inzake interoperabiliteit als bedoeld
in artikel 9, vijfde lid, van de wet is een tarief verschuldigd van € 5.300,–.
Artikel 4
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Artikel 5
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Voor de behandeling van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld
in artikel 28 van de wet is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:
Vergunning
|
bedrijfsvergunning als bedoeld in artikel 28, eerste lid, van de wet;
|
€ 8.701,–
|
beperkte bedrijfsvergunning als bedoeld in artikel 28, tweede lid, van de wet en artikel 8, eerste lid, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat;
|
€ 1.242,–
|
beperkte bedrijfsvergunning als bedoeld in artikel 28, tweede lid, van de wet en artikel 8, tweede lid, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat.
|
€ 4.050,–
|
Artikel 6
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Artikel 7
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Voor de behandeling van een aanvraag tot wijziging van een veiligheidscertificaat
als bedoeld in artikel 33, vierde lid, van de wet is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:
Wijziging veiligheidscertificaat
|
Deel A
|
Deel B
|
wijziging van een veiligheidscertificaat voor een spoorwegonderneming die minder dan
300 personeelsleden een veiligheidsfunctie laat uitoefenen;
|
€ 5.967,–
|
€ 3.978,–
|
Wijziging van een veiligheidscertificaat voor een spoorwegonderneming die 300 personeelsleden
of meer een veiligheidsfunctie laat uitoefenen;
|
€ 8.950,–
|
€ 5.967,–
|
wijziging van een veiligheidscertificaat voor een spoorwegonderneming die gebruik
maakt van de hoofdspoorweg op één locatie ten behoeve van overgave van spoorvoertuigen
of met zelfrijdend gereedschap of een daarmee vergelijkbaar voertuig om werkzaamheden
aan of nabij de hoofdspoorweg uit te voeren op een deel van een hoofdspoorweg dat
daartoe buiten dienst is gesteld.
|
€ 1.518,–
|
-
|
Artikel 8
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
-
1 Voor de behandeling van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor indienststelling
van een spoorvoertuig als bedoeld in artikel 36, derde lid, van de wet of een aanvullende vergunning voor indienststelling van een spoorvoertuig als bedoelde
in artikel 36, vijfde lid, van de wet is een tarief verschuldigd van € 5.192,–.
-
2 Voor de behandeling van een aanvraag om het buiten toepassing laten van een voor een
subsysteem geldende technische specificatie inzake interoperabiliteit als bedoeld
in artikel 36, vierde lid, van de wet is een tarief verschuldigd van € 5.300,–.
Artikel 9
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
-
2 Voor het wijzigen van gegevens, bedoeld in artikel 37, vijfde lid, van de wet, of het schrappen van inschrijvingen, bedoeld in artikel 37, zevende lid, van de
wet is per wijziging een tarief verschuldigd van € 20,–
Artikel 10
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Voor de behandeling van een aanvraag voor het verlenen van een vergunning voor indienststelling
of een aanvullende vergunning voor indienststelling van een type spoorvoertuigen als
bedoeld in artikel 37a, eerste lid, van de wet is een tarief verschuldigd van € 5.192,–.
Artikel 11
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
-
2 Voor de behandeling van een aanvraag om een of meer voor het betrokken subsysteem
vastgestelde technische specificaties inzake interoperabiliteit buiten toepassing
te laten als bedoeld in artikel 37b, vijfde lid, van de wet is een tarief verschuldigd van € 5.300,–.
Artikel 12
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Voor de behandeling van een aanvraag voor het verlenen van een onderhoudscertificaat
als bedoeld in artikel 46, vijfde lid, van de wet is een tarief verschuldigd van € 6.360,–.
Artikel 13
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
-
1 Voor de behandeling van een aanvraag tot het verlenen van een erkenning in verband
met onderhoud en herstel van spoorvoertuigen als bedoeld in artikel 48, eerste lid, van de wet is per locatie een tarief van € 6.713,– verschuldigd.
Artikel 14
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
-
1 Voor de behandeling van een aanvraag voor het verlenen van een erkenning van een keuringsinstituut
als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onder a, van de wet is een tarief van € 1.739,– verschuldigd en voor een erkenning van een vestiging
waar keuringen worden uitgevoerd is een tarief van € 1.080,– verschuldigd.
-
2 Voor de behandeling van een aanvraag voor een wijziging van een erkenning als bedoeld
in het eerste lid is een tarief van € 1.080,– verschuldigd en de behandeling van een
aanvraag voor een wijziging voor een erkenning van een vestiging waar keuringen worden
uitgevoerd, is een tarief van € 1.080,– verschuldigd.
Artikel 15
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
-
1 Voor de examinering van de vastgestelde eisen inzake algemene kennis en vaardigheden
van een machinist, bedoeld in artikel 50, tweede lid, onder a, en artikel 51a, eerste lid, onder c, van de wet, is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:
Profiel machinist
|
module 1: Vergunning;
|
€ 200,–
|
module 2: Basiskennis NL;
|
€ 200,–
|
module 3: Machinist Reizigers BB en VB;
|
€ 200,–
|
module 4: Machinist Goederen BB en VB;
|
€ 200,–
|
module 5: Veiligheidscommunicatie;
|
€ 400,–
|
module 6 (optioneel): Rijden op ERTMS baanvakken.
|
€ 200,–
|
-
2 Voor de examinering van de vastgestelde eisen inzake specifieke vakkennis van de spoorvoertuigen
en de hoofdspoorweginfrastructuur van een machinist, bedoeld in artikel 51a, vierde lid, onder b, van de wet, is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:
materieelexamen per materieelsoort;
|
€ 25,–
|
wegkennisexamen per baanvak.
|
€ 25,–
|
-
3 Voor de examinering van de vastgestelde eisen inzake algemene kennis, bekwaamheid
en ervaring van een rangeerder, wagencontroleur of treindienstleider, bedoeld in artikel 50, eerste, onder a, van de wet, is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:
Profiel rangeerder (BB, VB)
|
module 1: Algemene vakkennis;
|
€ 200,–
|
module 2: Samenstellen en begeleiden van treinen;
|
€ 200,–
|
module 3: Veiligheidscommunicatie;
|
€ 400,–
|
Profiel wagencontroleur
|
module 1: Basisbekwaamheden;
|
€ 200,–
|
module 2: Veiligheidscommunicatie;
|
€ 400,–
|
module 3: Vervoer gevaarlijke stoffen;
|
€ 200,–
|
Profiel treindienstleider
|
module 1: Treindienstleider centraal bediend gebied (CBG);
|
€ 1.300,–
|
module 2: Treindienstleider niet-centraal bediend gebied (NCBG).
|
€ 1.300,–
|
-
4 Voor niet in het eerste tot en met derde lid van een tarief voorziene elementen, verband
houdende met de examinering, bedoeld in de artikelen 50, eerste lid, onder a, 50, tweede lid, onder a, 51a, eerste lid, onder c, en 51a, vierde lid, onder b, van de wet, is een tarief verschuldigd als opgenomen
in onderstaande tabel:
module veiligheidscommunicatie;
|
€ 400,–
|
overige losse modules;
|
€ 200,–
|
inzage van een examen.
|
€ 50,–
|
Artikel 16
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Artikel 17
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Voor de behandeling van een aanvraag voor de verlening van een erkenning van een opleidingsinstituut
als bedoeld in artikel 51b, eerste lid, van de wet is een tarief verschuldigd van € 4.500,–.
Artikel 18
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
-
1 Voor de behandeling van een aanvraag voor een aanwijzing van een keuringsinstantie
als bedoeld in artikel 93, eerste lid, van de wet is een tarief van € 3.891,– verschuldigd.
Artikel 20
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
In afwijking van de bedragen genoemd in de eerste en tweede rij van de tabel in artikel 5 en de bedragen genoemd in de artikelen 6, 7, 13, 14 en 18, is voor de behandeling van een aanvraag van de in die artikelen bedoelde beschikkingen
een tarief van € 947,– verschuldigd, indien daarvoor een documentatiebeoordeling volstaat.
Artikel 21
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
In afwijking van de genoemde bedragen in de artikelen 2 tot en met 20, met uitzondering van artikel 9 en 16, bedraagt het tarief voor de behandeling van een aanvraag die uitsluitend betrekking
heeft op een administratieve aanpassing € 134,–.
Artikel 22
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Voor een aanvraag van een beschikking als bedoeld in deze regeling door een organisatie
die met historische spoorvoertuigen voor niet commerciële doeleinden gebruik maakt
van de hoofdspoorweg, is een vergoeding van 10% van het voor de betreffende beschikking
bepaalde tarief verschuldigd, met een minimum van € 215,– met uitzondering van administratieve
aanpassingen als bedoeld in artikel 21, waarvoor geen tarief verschuldigd is.
Artikel 23
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
-
2 In afwijking van het eerste lid wordt de beslissing op een aanvraag om verlening van
een beschikking waarvoor een uurtarief geheven wordt, niet eerder genomen dan nadat
het verschuldigde tarief zoals dat ingevolge artikel 2, vierde lid, artikel 3, vierde lid of artikel 4, tweede lid, vooraf is begroot, is voldaan.
-
3 Bij een beschikking waarvoor een uurtarief geheven wordt, kunnen via een naheffing
de werkelijke kosten in rekening gebracht worden. De naheffing wordt berekend door
het genoemde uurtarief te vermenigvuldigen met het aantal werkelijk bestede uren,
minus het reeds betaalde tarief, bedoeld in het tweede lid. De aanvrager voldoet de
naheffing binnen dertig kalenderdagen na de verzending van een betalingsverzoek daartoe.
Artikel 24
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Deze regeling is niet van toepassing op aanvragen voor beschikkingen die gedaan worden
in verband met de vervanging van de Spoorwegwet 1875 door de wet.
Artikel 25
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
-
1 Buitenlandse reis- en verblijfkosten die verband houden met de in deze regeling genoemde
handelingen of werkzaamheden, worden tegen de werkelijke kosten in rekening gebracht
en zijn separaat verschuldigd naast de in deze regeling genoemde tarieven. Binnenlandse
reis- en verblijfkosten worden niet separaat in rekening gebracht.
Artikel 27
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel 15, dat in werking treedt op 1 juli 2012.
Artikel 28
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tarieven Spoorwegwet 2012.