Omzetbelasting, vrijstelling; artikel 11, eerste lid, onderdeel w, van de Wet op de omzetbelasting 1968, bemiddeling bij gastouderopvang

[Regeling treedt (deels) in werking per 06-09-2008 met terugwerkende kracht tot en met 09-02-2006.]
Geraadpleegd op 20-07-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2006 en zichtdatum 08-07-2024.
Geldend van 09-02-2006 t/m 05-09-2008

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

1. Inleiding

[Treedt in werking op 06-09-2008]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

2. Juridisch kader

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

2.1. Reikwijdte van de vrijstelling

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2008, 171, datum inwerkingtreding 06-09-2008, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 09-02-2006.

Terugwerkende kracht

Voor dit onderdeel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Op grond van artikel 11, eerste lid, onderdeel w, van de wet is vrijgesteld de opvang van kinderen door een kindercentrum en gastouderopvang, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wko. De kinderopvang moet plaatsvinden in een overeenkomstig de Wko geregistreerd kindercentrum. De gastouderopvang moet gebeuren door tussenkomst van een overeenkomstig de Wko geregistreerd gastouderbureau. Verder is vrijgesteld de tussenschoolse opvang en de opvang in peuterspeelzalen als bedoeld in de Wko. Tot slot kunnen bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen vormen van kinderopvang worden vrijgesteld. Van die mogelijkheid is nog geen gebruik gemaakt.

Een geregistreerd kindercentrum kan naast diensten bestaande in daadwerkelijke kinderopvang ook nog andere diensten verrichten die nauw samenhangen met die kinderopvang. Gedacht kan worden aan diensten als gastouderbureau op het gebied van de gastouderopvang. Het Hof van Justitie heeft beslist dat in een situatie waarin een geregistreerd kindercentrum tevens bemiddelingsdiensten als gastouderbureau verricht, die bemiddelingsdiensten ook in de vrijstelling kunnen delen (HvJ EG 9 februari 2006, C-415/04).

De Hoge Raad heeft in navolging van het arrest van het Hof van Justitie geoordeeld dat de bemiddelingsactiviteiten bij gastouderopvang door het kindercentrum zijn vrijgesteld als de kinderopvang waarbij wordt bemiddeld zelf is vrijgesteld en de bemiddelende diensten door het kindercentrum van zodanige aard of kwaliteit zijn dat de vraagouders niet van een gelijkwaardige dienst verzekerd zouden kunnen zijn zonder die bemiddelende dienst (HR 2 november 2007, nr. 37 137).

Dat laatste is volgens de Hoge Raad het geval als het kindercentrum bij de bemiddelende dienst:

  • de gastouders op kwaliteit toetst alvorens ze in hun bestand op te nemen,

  • de potentiële gastouders op haar kosten een speciale cursus laat volgen,

  • gesprekken door een speciale medewerker laat voeren met vraagouders over hun wensen,

  • de op basis van die gesprekken verzamelde gegevens inbrengt in een computersysteem, waarmee wordt nagegaan welke gastouder het best passen bij de betrokken vraagouders,

  • de mogelijkheid biedt na verloop van enige tijd andere gastouders in te zetten.

Goedkeuring.

Een geregistreerd kindercentrum dat zich naast het verrichten van daadwerkelijke kinderopvang bezighoudt met diensten bestaande in de bemiddeling bij gastouderopvang is vrijgesteld van omzetbelasting als de bemiddeling op een zodanige wijze wordt verricht zoals hiervoor omschreven in het door de Hoge Raad besliste geval. Een gastouderbureau dat uitsluitend diensten verricht bestaande in de bemiddeling bij gastoudervang kan niet delen in de vrijstelling voor kinderopvang. Er zijn vragen gesteld of de bemiddelingsdiensten die door een overeenkomstig de Wko geregistreerd gastouderbureau worden verricht eveneens zijn vrijgesteld, voor zover het gaat om diensten van zodanige aard of kwaliteit dat de vraagouders niet van een gelijkwaardige dienst (opvang) verzekerd zouden zijn zonder de bemiddelende dienst.

Om op dit punt iedere onduidelijkheid weg te nemen en fiscale gelijkheid te verzekeren, keur ik (voor zover nodig) goed dat de bemiddelingsdiensten door een overeenkomstig de Wko geregistreerd gastouderbureau dat geen deel uitmaakt van een kindercentrum eveneens in de vrijstelling voor kinderopvang kunnen delen, voor zover het gaat om diensten die gelijk zijn aan de dienstverlening door het kindercentrum in het door de Hoge Raad besliste geval. Dat betekent dat als zo’n gastouderbureau aan de door de Hoge Raad geformuleerde kwaliteitseisen voldoet de vrijstelling kan worden toegepast op de bemiddelingsdiensten.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2008, 171, datum inwerkingtreding 06-09-2008, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 09-02-2006.

3. Ingetrokken regelingen

[Treedt in werking op 06-09-2008]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

4. Inwerkingtreding

[Treedt in werking op 06-09-2008]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Naar boven