Wet tuchtrechtspraak accountants

Geraadpleegd op 28-07-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 25-08-2008 en zichtdatum 10-07-2024.
Geldend van 25-08-2008 t/m 31-01-2009

Wet van 27 juni 2008, houdende nieuwe regels inzake tuchtrechtspraak ten aanzien van accountants (Wet tuchtrechtspraak accountants)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een wet tot stand te brengen waarin het tuchtprocesrecht ten aanzien van accountants op uniforme wijze wordt geregeld en waarin voorts regels worden gesteld inzake een klachtenprocedure ten aanzien van accountants;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk I. Algemeen

Artikel 1

In deze wet wordt verstaan onder:

Hoofdstuk II. Tuchtrechtelijke maatregelen

[Treedt in werking op 01-05-2009]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Hoofdstuk III. De accountantskamer

[Treedt in werking op 01-02-2009]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Hoofdstuk IV. Het tuchtgeding in eerste aanleg

[Treedt in werking op 01-05-2009]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Hoofdstuk V. Het beroep

[Treedt in werking op 01-05-2009]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Hoofdstuk VI. De tenuitvoerlegging

[Treedt in werking op 01-05-2009]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Hoofdstuk VIII. Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 51

[Treedt in werking op 01-02-2009]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 52

[Treedt in werking op 01-05-2009]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 53

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage, 27 juni 2008

Beatrix

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

De Minister van Financiën,

W. J. Bos

Uitgegeven de tweeëntwintigste juli 2008

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Bijlage als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Wet tuchtrechtspraak accountants

Formulier voor het afleggen van de eed of belofte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Wet tuchtrechtspraak accountants door de voorzitter, de leden, de secretaris en hun plaatsvervangers;

Ik zweer/beloof dat ik trouw zal zijn aan de Koning, en dat ik de Grondwet en alle overige wetten zal onderhouden en nakomen.

Ik zweer/verklaar dat ik middellijk noch onmiddellijk, onder welke naam of voorwendsel ook, tot het verkrijgen van mijn benoeming aan iemand iets heb gegeven of beloofd, noch zal geven of beloven.

Ik zweer/verklaar dat ik nimmer enige giften of geschenken hoegenaamd zal aannemen of ontvangen van enig persoon van wie ik weet of vermoed dat hij een rechtsgeding zal krijgen waarbij ik vanwege mijn werk binnen de accountantskamer betrokken zou kunnen zijn.

Ik zweer/beloof dat ik mijn werk binnen de accountantskamer met eerlijkheid, nauwgezetheid en onzijdigheid, zonder aanzien van personen, zal uitoefenen en mij in deze uitoefening zal gedragen zoals een goed voorzitter/plaatsvervangend voorzitter/lid/plaatsvervangend lid, secretaris/plaatsvervangend secretaris van de accountantskamer betaamt.

Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!/Dat verklaar en beloof ik!

Bijlage 243563.png

Krachtens de wet zijn de voorzitter, de leden, de secretaris en hun plaatsvervangers verplicht tot geheimhouding van de gegevens waarover zij bij de uitoefening van hun taak de beschikking krijgen en waarvan zij het vertrouwelijke karakter kennen of redelijkerwijs moeten vermoeden, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht of uit hun taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

Naar boven